Is my t-shirt made with Uyghur forced labour?

Jewher Ilham pleit voor een einde aan de dwangarbeid van Oeigoeren, die plaatsvindt in kampen zoals dat waar haar vader wordt vastgehouden. Hoe kunnen overheden, bedrijven en individuen aangemoedigd worden om zich bewust te zijn van de herkomst van hun producten?
"Is dit shirt gemaakt door mijn gevangengenomen vader, neef of oom?" Die vraag stelt Jewher Ilham zich vaak wanneer ze een kledingstuk vasthoudt. Jewher zag haar vader voor het laatst op 2 februari 2013 op de internationale luchthaven van Peking, vlak voordat ze samen een vlucht naar de Verenigde Staten zouden nemen. Ilham Tohti werd in 2014 gearresteerd en later veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Sinds 2017 heeft Jewher niets meer van haar vader vernomen en ze weet niet eens of hij nog in leven is.
Bijna een vijfde van alle katoen wereldwijd is afkomstig uit de Autonome Oeigoerse Regio Xinjiang, vaak met de hand geplukt onder dwangarbeid door Oeigoeren. Jewher Ilham zet zich in voor het beëindigen van de uitbuiting van Oeigoerse arbeid en roept internationale merken op om alle materialen uit Xinjiang uit hun toeleveringsketens te verwijderen.
In 2024 nam de EU een verordening tegen dwangarbeid aan, die bedrijven verplicht aan te tonen dat hun producten vrij zijn van dwangarbeid. De lidstaten moeten deze regelgeving uiterlijk in 2027 opnemen in hun nationale wetgeving. Ondertussen staat echter de Richtlijn betreffende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (Corporate Sustainability Due Diligence Directive, CSDDD) — een essentiële aanvulling op het verbod op dwangarbeid — onder druk door een nieuw omnibusvoorstel.
Hoe kunnen merken ertoe worden aangezet om geen gebruik meer te maken van materialen uit Xinjiang? En hoe kunnen overheden en individuen gestimuleerd worden om zich bewust te zijn van de herkomst van hun producten?