Aardappelen en democratie

Analyse

Aardappelen en democratie

Aardappelen en democratie
Aardappelen en democratie

Michel Genet

30 januari 2013

De elf activisten die in 2011 een ggo-aardappelveld in Wetteren bestormden, riskeren een gevangenisstraf van drie tot acht maanden. Dat is afschuwelijk. Zonder de argumenten van de procureur in detail te kennen, betekent zo’n straf immers een duidelijke criminalisering van het activisme en een slag in het gezicht voor een samenleving die er prat op gaat een democratie te zijn, een stabiele democratie.

Elke democratische samenleving zou –om trouw te zijn aan zichzelf en aan datgene wat haar eigenheid bepaalt– de beroemde uitspraak van Voltaire hoog in het vaandel moeten schrijven: ‘Ik ben het niet eens met u, maar ik zal me daadwerkelijk inzetten opdat u uw mening zou kunnen uitdrukken.’ Met die nuance misschien dat die mening niet mag indruisen tegen het fundamentele principe dat iedereen, van welk ras of welke kleur ook, het recht heeft op een waardig leven.

Waarom is dit principe zo belangrijk? Omdat in een democratie de dominante mening niet het voorrecht kan zijn van enkelen die kennis of macht bezitten, of die een specifiek belang verdedigen. Omdat de democratie, zoals het leven zelf, geen versteend concept is maar permanent moet evolueren en zichzelf voortdurend ter discussie moet stellen.

Een echte democratie moet nog verder gaan en ervoor zorgen dat de stem van hen die niet direct vertegenwoordigd zijn ook gehoord kan worden: de stem van de toekomstige generaties of van onze medeburgers in andere landen.

De case van Wetteren sluit perfect aan bij deze principes: de wetenschappers kunnen ons –enkel en alleen op basis van hun kennis– niet zeggen dat ggo’s goed zijn voor de toekomst van de mensheid. Wat goed is voor de mensheid zal die zelf wel uitmaken. In dit specifieke geval is het woord van de wetenschap des te meer te wantrouwen omdat daarachter de zeer particuliere belangen schuilgaan van enkele extreem machtige multinationals, die ons hun ggo’s proberen te verkopen als het wondermiddel om de honger uit de wereld te helpen. Het debat openen over de impact van die praktijken op het milieu, op de biodiversiteit, kortom op het lot van de toekomstige generaties, is meer dan gerechtvaardigd.

Het gerecht kan toch geen activisten veroordelen omdat ze vragen opwerpen die op zijn minst legitiem zijn. Dat zou een ontkenning betekenen van de principes van onze democratie.

Michel Genet is directeur van Greenpeace België.