Afrika verenigt zich

Analyse

Afrika verenigt zich

Hans van Scharen, Nele Vandersteen

14 juni 2007

Ministers van de 53 landen die tot de Afrikaanse Unie (AU) behoren, hebben een voorstel gelanceerd om tegen 2012 de Afrikaanse landgrenzen te herdefiniëren. Ze hopen daarmee de grootste conflictoorzaken weg te nemen. Landen in Oost-Afrika verenigen zich ondertussen tot de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC), die tegen 2013 een politieke federatie wil vormen.

De Oost-Afrikaanse Gemeenschap mikt op één president, parlement en hooggerechtshof. Volgende week zullen Rwanda en Burundi toetreden tot de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, waartoe Oeganda, Kenia en Tanzania al behoren. Die drie landen hebben de Oost-Afrikaanse Gemeenschap in 1999 opgericht.

Etnische spanningen

De toetreding van Rwanda en Burundi ging niet over een nacht ijs. In beide landen was er volgens analisten nog sprake van politieke instabiliteit wat bij de bevolking van Tanzania tot scepsis leidde. Volgens het Afrikaanse persagentschap Panapress vrezen de Tanzanianen dat de twee conflictrijke landen een mogelijke bron voor etnische spanningen en onrust bij de burgers in de rest van de regio zullen veroorzaken.
Ondertussen hebben beide landen alvast alle noodzakelijke  voorwaarden vervuld, zoals de goedkeuring van een douane-unie en een vrij handelsgebied met gemeenschappelijke externe tarieven. De douane-unie, die begin 2006 van kracht werd binnen de EAC, heeft de handel tussen de EAC-landen erg doen toenemen en heeft de handelsopbrengst in de drie partnerlanden aanzienlijk verhoogd.

Grenzen

De Afrikaanse Unie heeft ondertussen een voorstel gelanceerd om alle landgrenzen op het contintent te herdefiniëren. De Afrikaanse Unie zegt dat slechts een kwart van de landgrenzen, die dateren van de Europese kolonisatieperiode in de negentiende en twintigste eeuw, duidelijk en overzichtelijk zijn afgelijnd. Op de bijeenkomst van de Afrikaanse Unie, begin juli in de Ghanese hoofdstad Accra, moet het voorstel groen licht krijgen.
De grenzenkwestie zorgde in het verleden voor emotionele discussies en gespannen relaties. Alleen al het feit dat er een voorstel op tafel ligt, mag een succes heten. ‘voor het eerst heeft een rustig debat plaatsgevonden over de landgrenzenkwestie’, zegt Said Djinnit, de afgevaardigde van de Vredes- en Veiligheidsraad (PSC) van de Afrikaanse Unie.
Djinnit zei dat ‘de tijd gekomen is om de grenzen in Afrika behoorlijk en nauwkeurig af te lijnen’ en dat de precieze afbakening van de grenzen ‘het cement voor integratie in Afrika’ zal zijn. De grenzen van de Afrikaanse staten dateren van de Conferentie van Berlijn van 1885. Vijftien Europese landen en dde Verenigde Staten legden de grenzen vast, zonder rekening te houden met woongebieden van de oorspronkelijke gebieden of met de grenzen die de Afrikaanse stammen hadden vastgelegd.
Na de kolonisatieperiode zagen gewelddadige afscheidingsbewegingen in Afrika het daglicht. In Centraal-Afrika kende Congo een steeds terugkerende spiraal van geweld. In het West-Afrikaanse Nigeria woedde een felle afscheidingsoorlog en in Oost-Afrika rukte Eritrea zich na een lange strijd los van Ethiopië. En ook op dit moment zijn de onduidelijke en arbitraire landgrenzen een van de belangrijkste oorzaken van geweld in Afrika.

Optimisme?

Is er veel reden tot optimisme? Guy Poppe, 30 jaar lang de ‘Afrika-man’ van de VRT-radio, zegt in een interview met MO.be: ‘Ik ben daar genuanceerd over. Kijk naar economische rapporten, de Human Development Reports, enzovoorts en je zegt “Oh boy, Africa is down the drain”. Maak er maar weer een witte wereldkaart van, zoals ten tijde van het kolonialisme en zeg dat daar alleen kannibalen wonen. En ja, het klopt ook wel, in veel Afrikaanse landen gáát het ook niet goed. Maar er is ook die andere kant van het verhaal.’
‘Neem bijvoorbeeld Congo, met die recente geschiedenis sinds de onafhankelijkheid van 5 jaar chaos, 32 jaar dictatuur onder Mobutu, 7 jaar oorlog tot 2003 en dan een eindeloze transitieperiode. Dat land moet weer van nul beginnen. Maar als je daar rondreist, au bout du monde, diep in het binnenland, dan vind je ongebroken samenlevingen. Waar men in zeer moeilijke omstandigheden bezig is om zaken weer op te bouwen.’

Gras in de klas

‘Ik was in een dorp, diep in de rimboe van Congo en bezocht daar een schooltje, waar het gras gewoon in de klas groeide. De kamer van de directeur was voor een derde gevuld met hout. Ik vroeg “waarom ligt al dat hout hier?” Wel, zei hij, de meeste mensen kunnen ons niet betalen omdat ze simpelweg geen geld hebben. Ze betalen me dus met sprokkelhout. Dat kan mijn vrouw vervolgens verkopen op de markt en zo krijgen we toch nog een beetje inkomen.  
  
‘Wat wij moeten doen is die mensen steunen, niet in de eerste plaats via ontwikkelingshulp, maar door er toe bijdragen dat de oorlogen stoppen, dat de contracten voor de exploitatie van grondstoffen heronderhandeld worden opdat die landen er meer aan hebben. En geef dat proces de tijd! Ik zeg in Afrika altijd “België heeft er zelfs met de meest liberale grondwet (uit 1830) liefst 118 jaar over gedaan vooraleer de helft van de bevolking in 1948 stemrecht kreeg”. Geef Afrika dus alstublieft wat tijd, maar zorg ervoor dat de structurele oorzaken van onderontwikkeling ophouden.’