AIDS
Isa Van Dorsselaer
28 november 2006
Het hiv is terug van nooit weggeweest en migratie, oorlog en mislukte staten maken het extra moeilijk te bestrijden.
Wakker worden!
Wie opgroeide in de jaren tachtig, herinnert zich nog de vallende grafsteen uit het tv-spotje: Open je ogen voor aids ze sluit. Twintig jaar later is de aids-sensibilisering uit het straatbeeld verdwenen, maar de ziektecijfers stijgen weer.
‘Het begon in 2000’, zegt Dirk Pyck, directeur van Sensoa, de partnerorganisatie van de Vlaamse overheid voor preventie rond aids en andere seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s). ‘De laatste jaren is die stijging meer uitgesproken. Het is niet louter een Belgisch fenomeen. Alle Europese landen kampen met hetzelfde probleem.’
Vorig jaar waren er 1.066 nieuwe diagnoses van hiv-besmetting -6,6 procent meer dan in 2004. ‘Dit jaar zal het aantal weer gegroeid zijn.’ In totaal leven 17.847 mannen en vrouwen in België met het hiv.
Twee groepen blijken vandaag extra kwetsbaar, zegt Pyck: homomannen -die opnieuw onveiliger vrijen- en niet-Belgen. ‘Onder homomannen merken we aidsmoeheid. Door de nieuwe virusremmers hebben ze het gevoel dat je met aids kan leven. Het is een chronische ziekte geworden, het is niet langer een doodvonnis.’
Over de niet-Belgen zijn weinig harde gegevens. Vermoed wordt dat het om mensen gaat die uit landen komen waar aids een ware ravage aanricht (veelal Afrika) en om mensen uit het oosten van Europa, waar besmetting via intraveneus drugsgebruik een plaag is.
België test nieuwkomers niet automatisch op hiv. ‘In overeenstemming met de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie gebeurt dat alleen als mensen dat zelf willen.’ Maar het wordt aangemoedigd, zegt Pyck.
Artsen zonder Grenzen onthaalde mensen zonder papieren in hun kliniek nabij het Brusselse Zuidstation om zich gratis en anoniem te laten testen op aids. Het programma is ondertussen overgenomen door het Sint-Pietersziekenhuis, wordt nu structureel gefinancierd door de federale overheid en is uitgebreid naar Antwerpen.
De hiv-behandeling valt onder de financiering van dringende medische hulp aan illegalen. Toch wijst Artsen zonder Grenzen er op dat hiv-positieven geregeld worden uitgewezen, ook al bestaat de toegang tot een aidsbehandeling in hun land van herkomst alleen op papier.
In het licht van de stijging van het aantal besmettingen zorgde de federale minister van Volksgezondheid, Rudy Demotte, ook voor extra financiële steun aan de aidsreferentiecentra, die aidspatiënten behandelen en opvolgen. Bij de Vlaamse overheid, verantwoordelijk voor preventie, ziet Sensoa voorlopig geen grote onrust over de stijging. ‘Er is dringend nood aan een nieuwe grote bewustmakingscampagne om de andere preventie-initiatieven, onder meer via het onderwijs, extra te ondersteunen’, zegt Pyck. De Vlaamse regering wil echter geen extra geld vrijmaken. Als Sensoa zo’n grote campagne wil, moet de organisatie het rooien met de enveloppe van 2,1 miljoen euro die zij krijgt.
Sensoa gaat nu rond de tafel zitten met het Tropisch Instituut voor de Geneeskunde, dat van de Vlaamse overheid al geld krijgt voor de sensibilisering van de Afrikaanse gemeenschap, om samen een extra preventieplan uit te werken voor de homoscene, in een poging om het tij te keren. (ivd)
Papier en praktijk
De Belgische ontwikkelingssamenwerking heeft een actieplan voor aids, het kwam tot stand na overleg met de ngo’s en het is een goed plan, vindt Lut Joris van de internationale cel van Sensoa. Het plan heeft, handig genoeg, geen becijferbare doelstellingen, zodat niemand weet of die al dan niet gehaald worden. ‘Er is alleen de algemene doelstelling van 0,7 procent van het bnp voor ontwikkelingssamenwerking tegen 2010’, zegt Joris.
Het budget voor aidsbestrijding is wel opvallend gestegen, van een minimale één miljoen euro tien jaar geleden tot 25 miljoen euro nu. Acht miljoen euro daarvan gaat naar het Globaal Fonds voor de Bestrijding van Aids, Tbc en Malaria. België is daarmee, zeker in verhouding tot zijn omvang, een grote donor.
Joris apprecieert ook dat België aan een geïntegreerde aanpak werkt: ‘Aids is niet alleen een gezondheidsprobleem, het is ook een sociale en economische ramp. Wie de gevolgen van de epidemie wil ruimen, moet ook landbouw en onderwijs aanpakken en niet alleen gezondheidszorg.’ Lut Joris vindt het een doordacht plan. ‘Toch leeft het gevoel dat aids vooral op papier een prioriteit is. België is een volger, geen trekker.’
‘België is een klein land’, zegt Lars Verschaeren, die de aidscoördinatie doet voor de projecten van Artsen zonder Grenzen.
‘En daarom is het des te belangrijker dat het zijn inspanningen focust. Dat doen we te weinig. Kijk naar het probleem van de overdracht van hiv van moeder op kind. Daar bestaan mooie programma’s voor, maar die werken alleen in een bepaalde context. Wat doe je in een land als Congo? Hoe volg je daar een gezin op als er geen pre- en postnatale zorg is? België steunt nu ook de aidsprogramma’s van landen als Marokko en Zuid-Afrika die het redelijk goed doen. Het zou beter voluit kiezen voor mislukte staten als Congo, die een andere aanpak vergen.’
België doet te weinig moeite om af te stappen van beproefde recepten en voorschriften, zegt Verschaeren. ‘De Britse ontwikkelingssamenwerking onderhandelde met de Wereldbank en het Internationaal Muntfonds opdat de regering van Malawi de lage salarissen voor het gezondheidspersoneel mocht optrekken. Dat is nodig: de gezondheidszorg gaat niet alleen gebukt onder de gevolgen van de aidscrisis, maar ook van de vlucht van medisch personeel voor de armzalige lonen. Waarom kan België niet zulke acties ondernemen? Er wordt gegoocheld met begrippen als efficiëntie en duurzaamheid, voor projecten eisen de donoren garanties tot in het oneindige. Dit is een immense crisis. Donoren moeten gewoon durven te proberen. More of the same does not work.’ (ivd)
Vrouwen eerst
Feit: in conflictregio’s stijgt het aantal hiv-besmettingen omdat verkrachting er een oorlogswapen is. De incidentele cijfers die de Verenigde Naties verzamelden in het oosten van Congo hoeven dus geen verrassing te zijn. ‘In hun steekproeven vonden zij 32 procent van de mannen en maar liefst 54 procent van de vrouwen besmet met het hiv’, zegt Marleen Bosmans van het International Centre for Reproductive Health van de Universiteit Gent. Dat is vele malen hoger dan het nationale Congolese gemiddelde van 5 procent -hoewel dat cijfer volgens experts vooral het resultaat is van onvoorzichtige extrapolaties.
In de strijd tegen de gevolgen van seksueel geweld speelt België wél een voortrekkersrol. Het is de donor van een voorbeeldprogramma in Oost-Congo dat wordt gerund door UNFPA, het agentschap voor familieplanning van de Verenigde Naties. Dat wil een allesomvattende aanpak voor vrouwen die het slachtoffer zijn geworden van verkrachting. Het programma omvat medische en de psychosociale begeleiding, maar ook voor de opleiding van magistraten en politie opdat ze dit geweld vervolgen, het biedt economische steun aan de vrouwen en voorziet in opvanghuizen.
België geeft 7,8 miljoen euro en maakt nu ook landen als Canada en Zweden warm om mee in het programma te stappen. Er zijn echter hiaten, zegt Marleen Bosmans. ‘Het programma is beperkt tot drie provincies. En vooral: er bestaat niet voldoende duidelijkheid over de opvolging van hiv-besmettingen. Wat gebeurt er precies met de vrouwen, worden ze getest en hoe, hebben ze toegang tot virusremmers?’ En het is er werken in een vacuüm want de gezondheidszorg in Congo is een puinhoop. Zonder te sleutelen aan de structuren blijft het effect beperkt. (ivd)