Amazone in nood

Analyse

Amazone in nood

Sinds president Alan García opnieuw aan de macht is in Peru (juli 2006), zijn er om de haverklap sociale protesten. In april en mei was het de beurt aan de inheemse gemeenschappen uit het Amazonewoud. Zij zijn verontwaardd over een reeks nieuwe wetten en decreten die petroleummaatschappijen, houtbedrijven, de mijnbouw en de agro-industrie makkelijker toegang geven tot de inheemse territoria en die sociaal protest criminaliseren.

Die wetten en decreten zijn een verplichting die Peru op zich nam bij het ondertekenen van het vrijhandelsverdrag met de VS, maar ze gaan op verschillende punten in tegen de Peruaanse grondwet en werden ook niet besproken in het parlement. De Amazone-indianen vragen aan de regering een grondige discussie over de decreten en over het ontginningsbeleid in het Amazonewoud.
Meer dan 1350 Amazonegemeenschappen gingen van begin april tot begin mei in staking. De protesten breidden zich uit naar het centrum en het zuiden van het land. In Cuzco werd er gemanifesteerd en werd het toeristisch verkeer naar Machu Picchu en het Titicacameer lam gelegd. Ook negen katholieke bisschoppen schaarden zich in een publieke brief achter het inheemse protest en vragen een herroeping van de decreten. Volgens de bisschoppen ‘stimuleren de decreten de armoede in de regio, de onherstelbare vernietiging van waardevol regenwoud en de vervuiling van de rivieren’.
Als antwoord op de protesten kondigde de regering op 9 mei de noodtoestand af in Cuzco, Ucayali, Loreto en Amazonas voor een periode van zestig dagen en stuurde ze troepen naar het gebied om de protesten de kop in te drukken.
Nochtans zijn de inheemse rechten officieel erkend in de Peruaanse grondwet, door Conventie 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en de VN-Verklaring over de Rechten van de Inheemsen.
Een IAO-rapport over de toepassing van conventies dat in februari werd gepubliceerd, vraagt de Peruaanse regering met aandrang om een volwaardige participatie van de inheemsen en roept de regering ertoe op hen te raadplegen vooraleer maatregelen te nemen die de gemeenschappen direct of indirect treffen.