Vlaanderen snoeit mogelijk in provinciale ontwikkelingssamenwerking

Analyse

Vlaanderen snoeit mogelijk in provinciale ontwikkelingssamenwerking

Vlaanderen snoeit mogelijk in provinciale ontwikkelingssamenwerking
Vlaanderen snoeit mogelijk in provinciale ontwikkelingssamenwerking

Dimitri Van den Meerssche

14 augustus 2014

Volgens het Vlaams regeerakkoord verliezen de provincies hun persoonsgebonden bevoegdheden.  In Gent en Antwerpen worden zelfs alle provinciale bevoegdheden overgedragen aan de stad. De financiering voor de provincies wordt dan ook serieus afgeslankt. Wat met provinciale ontwikkelingssamenwerking, vroeg MO* zich af?

De provincies raken uiteraard een deel van hun inkomsten kwijt

Het is nog onduidelijk of ontwikkelingssamenwerking een provinciale bevoegdheid blijft. Niemand kan immers met zekerheid stellen of ontwikkelingssamenwerking een persoons- dan wel grondgebonden bevoegdheid is. Die beslissing, die door de Vlaamse overheid wordt genomen, zal uiteindelijk bepalen of de provincies bevoegd blijven voor ontwikkelingssamenwerking.

De Vereniging voor Vlaamse Provincies: ‘Ontwikkelingssamenwerking werd door de vorige regering als een grondgebonden bevoegdheid beschouwd en we zien geen reden waarom dit zou veranderen. We gaan er dus  van uit dat de provincies bevoegd blijven,’ klinkt het. Een woordvoerder van de provincie Oost-Vlaanderen sluit zich daarbij aan, maar ‘het blijft een veronderstelling, op de definitieve beslissing is het wachten’.

Het feit dat sommige provinciebesturen ontwikkelingssamenwerking zelf hebben ondergebracht bij de administratie “welzijn” – een persoonsgebonden bevoegdheid – maakt in feite weinig uit, aldus de woordvoerder: ‘De provinciale administratieve indeling zal geen impact hebben op de uiteindelijke bevoegdheidsoverdracht. Het is de Vlaamse regering die zal bepalen welke materies persoonsgebonden zijn, eventueel in overleg met de provincies’.

Een onvermijdelijke afslanking

Zeker is wel dat de provincies een deel van hun inkomsten kwijtraken. Provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing zullen naar het gewest doorgestort worden. In ruil komt een dotatie van Vlaanderen, in verhouding met de resterende bevoegdheden, dus een kleiner budget dan hetgeen waarover provincies nu beschikken.

Stel dat ontwikkelingssamenwerking toch ook provinciaal blijft, daalt dan het budget hiervoor? Tot vandaag mikten heel wat provincies op het streefdoel van 0.7 procent: zoveel procent van hun provinciebudget moest aan ontwikkelingssamenwerking besteed. Met minder inkomsten, daalt inderdaad het absolute bedrag, tenzij de provincies morgen beslissen om hun streefdoel van 0.7 procent op te trekken.

Blijkt ontwikkelingssamenwerking toch een persoonsgebonden materie, dan neemt Vlaanderen die bevoegdheid op. Het is echter niet zeker dat de Vlaamse regering ook effectief zal beslissen om meer geld in ontwikkelingssamenwerking te investeren. De uiteindelijke bedoeling van deze bevoegdheidsoverdracht, was immers te besparen. Volgens de krant De Morgen wil de Vlaamse regering de komende legislatuur hiermee een kleine 100 miljoen euro besparen.

Verschuiving van niveaus

De provincies hebben op het vlak van ontwikkelingssamenwerking specifieke ervaring en expertise opgebouwd

Gent en Antwerpen nemen alle provinciale bevoegdheden over, dus ook de bevoegdheid inzake ontwikkelingssamenwerking. Tegenover de volledige bevoegdheidsoverdracht staan uiteraard extra financiële middelen. Het is echter niet zeker of een deel van deze nieuwe middelen ook effectief naar de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking zal vloeien.

De koepel van ontwikkelingsngo’s 11.11.11 waarschuwt: ‘Tot nog toe zijn er erg nuttige initiatieven genomen vanuit het provinciale niveau. Het zou jammer zijn dat er enkel vanuit een bestuurskundige logica geredeneerd wordt en dat hierdoor de positieve ervaringen en de blijvende meerwaarde van een intermediair niveau tussen Vlaams en gemeentelijk niveau over het hoofd worden gezien’.

Kan een concentratie op Vlaams niveau niet ook positieve gevolgen hebben voor ontwikkelingssamenwerking, zoals minder beheerskosten en meer coherentie. 11.11.11: ‘Wij staan open voor verandering, maar enkel als die ertoe leidt dat elk beleidsniveau die taken opneemt waarvoor het best geplaatst is. Een institutionele verandering louter gericht op besparing, lijkt ons niet de goede weg’. De huidige verschuiving vertrekt inderdaad niet vanuit een strategisch plan voor ontwikkelingssamenwerking, waarin verschillende beleidsniveaus specifieke taken krijgen, maar is vooral gericht op besparen.