China en Europa in Afrika
Volgens de Europese Commissie is het hoog tijd dat Europa en China gaan samenzitten over Afrika. Ze roept Beijing op tot een gesprek over vrede en veiligheid, infrastructuur, milieu en bodemrijkdommen, landbouw en voedsel op het zwarte continent. Sceptici werpen op dat Europa haar commerciële belangen wil beschermen en China in het gelid wil laten lopen.
Vooralsnog werken Chinezen en Europeanen amper samen in Afrika. De Chinese Volksrepubliek voert er een politiek van niet-inmenging en heeft bijvoorbeeld relaties aangeknoopt met het gewraakte regime van Soedan, waar het overigens aardolie ontgint. Behalve mensenrechten geven ook commerciële belangen vaak aanleiding tot wrevel tussen Europa en China.
De Chinezen kapen olievergunningen en openbare aanbestedingen weg voor de neus van Europese en Amerikaanse bedrijven omdat ze zich beroepen op geïmporteerde Chinese arbeiders, die de klus sneller klaren, efficiënter en aan een lagere kostprijs. Daartegenover staat een weifelende Unie. Zo wachten ontwikkelingslanden nog altijd op de beloofde één miljard euro, ter verlichting van de voedselcrisis. Het geld komt er misschien nooit, want de lidstaten beslissen zelf of ze dat fonds al dan niet vullen.
De kaarten herschud
Ofschoon China’s aandeel in de handelsbetrekkingen met Afrika driemaal kleiner is in vergelijking met de handelsrelaties met de EU, heeft de komst van China op het zwarte continent de kaarten herschud. Angola zou zich dankzij een Chinese lening bijvoorbeeld kunnen bevrijden van leningen bij het Internationaal Muntfonds én de daaraan gelinkte voorwaarden. China stelt weliswaar ook voorwaarden, maar bekommert zich minder om aandachtspunten als duurzaamheid of om het risico dat Afrika zich in een nieuwe schuldspiraal stort.
‘Of de Chinezen zich achter de Europese oproep tot behoorlijk bestuur en democratie in Afrika zullen scharen, valt te betwijfelen’, zegt Romain Philippe van de ngo ActionAid. ‘Daarom zie ik de tekst waarin de Europese Commissie China oproept tot een dialoog over Afrika louter als een voorwendsel om aan tafel te gaan zitten met de Chinezen en de Afrikaanse koek te verdelen.’
Minder sceptisch is Europarlementslid Dirk Sterckx (Open Vld), tevens voorzitter van de China-delegatie van het Europees parlement. ‘Chinezen worden vaak afgeschilderd als plunderaars van Afrika’s bodemrijkdommen, maar wie zijn wij om hen de les te spellen? Bovendien kijkt China echt wel op de lange termijn. Als zij ergens koper ontginnen, bouwen zij daar een hele economie op. Zij willen dus langer ontginnen dan vijf of tien jaar en zijn ook gebaat bij transparantie, minder corrupte regimes en veiligheid.’
Pragmatisch
De Commissietekst die nu op tafel ligt, beoogt inderdaad meer ‘veiligheid en vrede, een voorwaarde voor ontwikkeling’. Milieu en voedselveiligheid komen aan bod, net als de broodnodige uitbouw van de Afrikaanse infrastructuur, waarin de Chinezen zo sterk staan. Toch is de tekst opzettelijk vaag, of liever ‘pragmatisch’ –in de bewoordingen van een insider die de pen vasthield bij de redactie.
‘We geven onze waarden niet op, maar we wilden er ook geen litanie van maken. Achter gesloten deuren discussiëren of alle verwijten zwart op wit neerpennen in een Europees document, zijn twee heel andere zaken.’ Net als de Amerikaanse trialoog met China en Afrika, bevat de tekst weinig controversiële thema’s.
‘We bouwen voort op enkele bestaande initiatieven, zoals een overleg met de Chinezen rond duurzaam FSC-hout. Een aantal lidstaten had graag dat we bepaalde principes als mensenrechten meer in de verf zouden zetten, maar dat zou de dialoog alleen maar bemoeilijken.’
Zelfs wanneer de tekst het heeft over veiligheid en vrede, doet hij niet veel meer dan de EU en China aansporen om samen met de VN en de Afrikaanse Unie vredesmissies te organiseren. China is van alle permanente leden in de VN-Veiligheidsraad nu reeds een van de meest gulle leveranciers van peacekeepers voor Afrika, dus die passage zal in Beijing wellicht geen potten breken.
Van alle permanente leden in de VN-Veiligheidsraad is China een van de meest gulle leveranciers van peacekeepers voor Afrika.
Afrika is afwezig
Wat volgens diezelfde insider wel moeilijk ligt, is het statuut van deze zogenaamde communication. ‘De mededeling is een high policy document waarin de Europese Commissie haar intenties te kennen geeft. In de ogen van de Chinezen heeft het een grote symbolische waarde. Als zij zich hier openlijk achter scharen, zonder de instemming van de Afrikaanse landen, zou dat wel ’s kwaad bloed kunnen zetten, vrezen ze. Want dan lijkt het alsof er over de hoofden heen wordt onderhandeld over het lot van Afrika.’
De grote afwezige in de uitnodiging Towards Trilateral Dialogue And Cooperation is inderdaad Afrika. De Commissie roept weliswaar op om meer steun te geven aan zuiver Afrikaanse initiatieven zoals het African Peer Review Mechanism (APRM), waarbij Afrikaanse staten elkaar punten geven voor behoorlijk bestuur, maar het is onduidelijk wie in de toekomst als derde partner van deze trialoog aan tafel zal schuiven.
De Afrikaanse Unie? Vleugellam en weinig slagkrachtig. Alle 54 Afrikaanse landen? Onhaalbaar. Bovendien heeft Europa zelf meermaals de landen uit elkaar gespeeld, bijvoorbeeld bij het afsluiten van verschillende Economische PartnerschapsAkkoorden (EPA’s) voor verschillende regio’s in Afrika.
Afrika als testcase
Chinakenners zijn om een andere reden pessimistisch. Professor Xuewu Gu van het Institute of East Asian Politics in het Duitse Bochum ziet fundamenteel verschillende visies botsen. ‘Voor Europa is Afrika een kwestie van ontwikkelingssamenwerking. Voor China is Afrika van zuiver economisch belang.
Chinese bedrijven zien het als een testcase voor hun slaagskansen op de wereldmarkt. Volgens China heeft Europa in Afrika trouwens zijn beste tijd gehad. Daarom zal China zich nooit willen schikken naar de Europese standaarden.’ Misschien onderschrijft Beijing wel een aantal eisen van de Unie – ‘om de kritiek te sussen en uit zorg voor zijn imago op wereldschaal’– maar meer dan lippendienst is dat niet. ‘Vergeet niet dat China geen democratie is en dus niet elders in de wereld de mensenrechten wil gaan verdedigen’.
Ongeloofwaardig
Volgens Helmut Reisen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) is de oproep tot trialoog misschien een gelegenheid om onszelf op de borst te kloppen. Zijn onze westerse standaarden, labels en keurmerken wel zo deugdelijk? ‘Moeten we echt vragen aan de Chinezen om het Extractive Industries Transparency Initiative voor de mijnbouwsector te ondersteunen?
Een instrument dat inefficiënt én ongeloofwaardig is. En wat met onze officiële ontwikkelingssamenwerking? Zelfs mijn loon valt daar onder. Ik heb ernstige vragen bij de valse boekhouding inzake ontwikkelingssamenwerking. Willen we echt met de Chinezen rond tafel, dan moeten we van nul herbeginnen en samen nieuwe maatstaven ontwikkelen.’