Europese standaarden op het gebied van voedselveiligheid zijn niet onderhandelbaar. De Europese Commissie benadrukt het keer op keer. De Amerikanen hebben daar echter andere ideeën over. Vincent Harmsen volgt de onderhandelingen rond TTIP, een mogelijk vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS. 'Met TTIP, het vrijhandelsverdrag waarover de EU en de VS onderhandelen, zien de Amerikanen een opening om onderwerpen als hormoonvlees, de chloorkip en ggo's weer op tafel te leggen.'
Keuzevrijheid. Het was één van de talking points die Amerikaanse diplomaten in hun koffer hadden meegenomen naar Brussel, waar twee weken gelden de achtste onderhandelingsronde van TTIP, een mogelijk vrijhandelsverdrag tussen EU en VS, plaatsvond.
‘Niemand probeert iemand onveilig voedsel aan te smeren’, zei James Higgiston van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) tijdens een grote (door Pfizer gesponsorde) TTIP-conferentie in de stad. ‘Maar ons voedselsysteem is veilig. We willen de consument de keuze bieden.’ Eerder die dag had de Amerikaanse ambassadeur tijdens de openingsspeech van de conferentie al een duit in hetzelfde zakje gedaan, toen hij stelde dat Amerikaans vlees mogelijk gelabeld op de Europese markt zou verschijnen. ‘Consumenten moeten de keuze hebben.’
‘Onwetenschappelijk’
‘De kern van de zaak is dat wij in Europa bepaalde producten weren zonder dat er een wetenschappelijke basis voor bestaat. Het is een emotionele keuze.’
Maar keuze waarvoor precies? Eckart Guth, tot 2009 EU-ambassadeur voor de Wereldhandelsorganisatie (WTO), weet goed waar de Amerikanen op doelen. Hij onderhandelde jaren met de VS over voedselstandaarden. ‘De kern van de zaak is dat wij in Europa bepaalde producten weren zonder dat er een wetenschappelijke basis voor bestaat. Het is een emotionele keuze. We hebben het dan over rundvlees waarbij groeihormonen zijn gebruikt, chloorkip en ggo’s. Het hele systeem van de Codex Alimentarius (commissie van de Verenigde Naties en Wereldgezondheidsorganisatie die gaat over internationale voedselstandaarden) is gebaseerd op wetenschappelijk bewijs. Als je niet kan bewijzen dat iets gevaarlijk is voor de volksgezondheid dan moet het worden toegelaten. Het is de reden dat de EU door de WTO herhaaldelijk in het ongelijk is gesteld.’
Guth refereert naar de handelsconflicten die de EU en de VS uitvochten binnen de WTO. Zo liep er in 1996 een zaak over het Europese verbod op hormoonvlees. De WTO gaf de VS gelijk, en oordeelde dat hormonen in vlees geen bedreiging vormen voor de volksgezondheid. De EU – zich beroepend op het voorzorgsprincipe – hield het verbod in stand, wat leidde tot Amerikaanse importheffingen op Europese producten. Ook over ggo’s bestaat al lang conflict. In 2006 oordeelde de WTO, in lijn met een klacht van de VS, dat de Europese toelatingsprocedure te traag was. Ondanks die uitspraak heeft de EU tot op heden geen nieuwe ggo-gewassen goedgekeurd.
Maar met TTIP, het vrijhandelsverdrag waarover de EU en de VS onderhandelen, zien de Amerikanen een opening om onderwerpen als hormoonvlees, de chloorkip en ggo’s weer op tafel te leggen. Daarbij speelt druk vanuit het Amerikaanse Congres, dat een uiteindelijk verdrag moet goedkeuren, ook een belangrijke rol. ‘Het gaat heel moeilijk worden denk ik om TTIP erdoor te krijgen’, zei de Republikeinse senator John Tune op 27 januari jongstlede in de Senate Finance Committee, ‘tenzij Amerikaanse boeren meer zekerheid krijgen over de goedkeuring van biotechnologie-producten.’
Een ander landbouwdossier waar de Amerikanen graag beweging zien, zijn pesticiden. Sinds 2012 hanteert Europa de hazard-based approach. Het betekent dat chemicaliën waarvoor sterke wetenschappelijke aanwijzingen bestaan dat ze een onaanvaardbaar risico vormen voor de volksgezondheid categorisch worden uitgesloten. Het verklaart deels waarom in de EU 82 pesticiden verboden zijn die in de Amerikaanse landbouw nog worden gebruikt.
‘De Verenigde Staten hebben herhaaldelijk bezwaren geuit tegen deze hazard-based approach’, zegt Baskut Tancuk, chemicus en jurist bij het Center for International Environmental Law, een NGO gevestigd in Washington DC. ‘Binnen de Wereldhandelsorganisatie maakt de VS met regelmaat haar oppositie duidelijk, en tevens duidt Amerika in rapporten de Europese regelgeving aan als een technische barrière voor handel.’
Wensenlijst van de industrie
‘De standpunten van de industrie overlappen goed met wat de VS willen.’
Volgens Tancuk ziet de pesticide-industrie – bedrijven als BASF, Bayer en Monsanto die zowel in Europa als Noord-Amerika opereren – TTIP als uitgelezen kans om in tandem met de VS het Europese pesticide-regime ter discussie te stellen. ‘
De standpunten van de industrie overlappen goed met wat de Verenigde Staten willen’, zegt hij. ‘Het is de kans om standaarden in Europa te resetten.’
ECPA en CropLife America, de industrielobbyclubs in respectievelijk de EU en VS, stuurden dan ook een lijvige wensenlijst inzake TTIP naar de Europese Commissie. De belangrijkste verzoeken? Schrap de Europese hazard-based approach, verhoog de toegestane residu-limieten op groenten en fruit, en schakel over op het Amerikaanse goedkeuringssysteem voor pesticiden.
Dat alles zou de facto een enorme verlaging van Europese standaarden betekenen, volgens Baskut Tancuk niet het minst omdat het Amerikaanse systeem pesticiden toelaat voordat ze adequaat zijn getest. Volgens Tancuk is 85% van alle pesticiden op de Amerikaanse markt niet goed onderzocht op gezondheidseffecten en veiligheid, iets dat samenhangt met uitzonderingen die de wet biedt om de risicoanalyse van het Environmental Protection Agency (EPA) te omzeilen.
Dit zijn de zaken die de VS en de agro-industrie willen bereiken met TTIP. We weten echter dat de Europese Commissie daar niet aan toe zal geven. Toch?
Eckart Guth blijkt op dat vlak sterke bedenkingen te hebben. ‘De EU exporteert voornamelijk geraffineerde producten naar de VS. Denk aan wijn, sterke drank, kaas, ham, etc. De VS exporteren met name bulkproducten. Het gaat dan om veevoer, graan, rundvlees, en bijvoorbeeld kip. Dat zijn de terreinen waar de VS zeer competitief is. We zien echter bij al die strategische producten dat de Europese regels een barrière vormen. Uiteindelijk zal daarom de EU moeten bewegen: op het terrein van ggo’s, kippenvlees, of als het gaat om rundvlees. Anders wordt een verdrag moeilijk.’
Voorzorgsprincipe vs. risicogebaseerde benadering
De Verenigde Staten en de Europese Unie gaan op een fundamenteel verschillende manier om met de bescherming van mens en milieu. De VS hanteert een ‘risicogebaseerde benadering’ terwijl de EU zich baseert op het ‘voorzorgsprincipe’. Kort samengevat verschillen de systemen in waar de bewijslast wordt gelegd. Een risicogebaseerde benadering gaat uit van de veiligheid van een product tenzij het tegendeel is bewezen. Het voorzorgsprincipe draait de bewijslast om: als er wetenschappelijk gezien geen zekerheid is of een product veilig is, dan wordt het product niet toegestaan. Naast de VS hanteert ook de Codex Alimentarius Commissie van de VN en Wereldgezondheidsorganisatie een risicogebasseerde benadering.
Handelen in de luwte
Maar hoe een draai te maken met onderhandelingen die in het centrum van de publieke belangstelling staan, en ngo’s die elke koerswijziging van de daken zullen schreeuwen? Volgens Eckart Guth door in de luwte te opereren.
‘Op het gebied van ggo’s zie ik al dat de EU, met het recente besluit om de lidstaten zelf de keuze te geven over het toelatingsbeleid, een opening maakt. Je weet niet zeker of het met TTIP te maken heeft, en dat is ook het beste: dergelijke zaken moeten gebeuren zonder dat het de indruk wekt dat het onder druk van een ander land wordt gedaan. Dat zou gevaarlijk zijn. Het moet daarom een beslissing zijn met een op zichzelf staande legitimiteit. Met eigen autonomie.’
De ontwikkelingen rondom het ggo-dossier doen Guth terugdenken aan de jaren ‘80 en ‘90 toen hij EU-onderhandelaar was gedurende de WTO Uruguay-ronde. ‘Het was een gelijkaardige situatie, alleen ging het toen om het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU. Om verder te komen in de onderhandelingen moesten we dat aanpassen. We deden om politieke redenen alsof het een beslissing was met een eigen ratio, maar het paste in wat er internationaal van ons werd verwacht. Iets soortgelijks kan nu ook met TTIP gebeuren. Dat is de mogelijke weg voorruit.’
De Commissie Juncker heeft toegezegd voor de zomer te willen komen met een nieuw voorstel voor de Europese autorisatieprocedure voor ggo’s. Ondertussen wordt er versneld in de TTIP-onderhandelingen.