Congo extra 2: Country Assistance Framework

Analyse

Congo extra 2: Country Assistance Framework

De prioriteiten van de internationale gemeenschap voor de toekomst van Congo op een rijtje.

Dat landen en instellingen beslissen een noodlijdend land of regio op te krikken, is niet nieuw. Wel van relatief recente datum is de formule van de Compact - letterlijk: contract - of het Assistance Framework.
De Verenigde Staten hebben er bij hun ministerie van Buitenlandse Zaken een heuse overheidsdienst voor opgericht, de Millennium Challenge Corporation (MCC). De dienst heeft tot dusver tien akkoorden met uiteenlopende landen afgesloten. Het jongste en meest omvangrijke contract dateert van november 2006 en stelt het West-Afrikaanse land Mali 461 miljoen dollar VS-bijstand in het verschiet.
In Congo’s geval is er sprake van een breed, multilateraal initiatief waarmee donoren en instellingen hun inspanningen maar ook hun objectieven voor Congo bundelen en coördineren.

Aan de basis liggen het UN Development Assistance Framework van het VN-bureau in Kinshasa èn de Country Assistance Strategy van de Wereldbank-delegatie in Congo. Ze hebben hun teksten gebundeld tot het Country Assistance Framework. Dat kader is vervolgens in werkgroepen gedetailleerd en toegespitst, met steun van technici van de deelnemende landen en instellingen en van consultants.

Het bestaat uit vijf pijlers: Goed bestuur, ‘Pro poor’ groei, Sociale sectoren, Hiv/aids en Gemeenschapsheropbouw. Pijler drie, Sociale sectoren, is in vier thema’s verdeeld: onderwijs, gezondheid, water en sanitatie en sociale bescherming. België heeft zich precies de uitwerking van deze pijler aangetrokken en daarin bijzonder het onderdeel Gezondheid.
De initiatiefnemers benadrukken het belang van het Congolese eigenaarsschap van het proces: ze zeggen zich te inspireren op documenten die door de Congolese autoriteiten zijn opgesteld, in overleg met de Congolese civiele maatschappij. Voor gezondheid, bijvoorbeeld, heeft de Stratégie Nationale de Renforcement du Système de Santé uit 2005 van het Congolese ministerie van Gezondheid als model gediend.
Het strategische objectief van de Pro Poor-pijler is om hoge en kwaliteitsvolle economische groei te realiseren. Dat strookt met de in de EU (en België) gangbare opvatting dat groei tot welvaart en dus een vermindering van de armoede zal leiden. De pijler telt geen specifieke doelstelling in verband met inkomen, maar wel voor het herstellen van de dynamiek van het transport, het bedrijfsklimaat, de landbouw, de mijnsector en industrie en diensten.
De pijler Gemeenschapsheropbouw wil met zes paketten van acties vooral ‘zeer volatiele gemeenschappen’ stabiliseren. Voor hard getroffen landelijke gemeenschappen worden speciale programma’s voorzien. De pijler Sociale Sectoren, met zijn vier sub-thema’s, wil de ‘sociale indicatoren verbeteren’. Op termijn moet het basisonderwijs overal toegankelijk en gratis zijn. Ook de toegang tot gezondheidszorg moet worden verbeterd, er moet meer personeel voorhanden zijn en een regelmatige bevoorrading met geneesmiddelen moet gegarandeerd worden.
Ook de watervoorziening en de stedelijke afwatering moet aangepakt. Voor zeer kwetsbare bevolkingsgroepen zou er een ‘minimum veiligheidsnet’ moeten komen. Het hoofdobjectief van de pijler hiv-aids tenslotte is de verspreiding van aids te stoppen en voor de mensen met hiv/aids de levensomstandigheden te verbeteren.