De eeuw van het kalifaat?

Het uitroepen van de Islamitische Staat in delen van Syrië en Irak heeft het debat over jihad en westerse dominantie plots een heel andere wending gegeven. Toch komt dit idee niet uit de lucht vallen. De (fictieve) kleinzoon van Bin Laden zag het tien jaar geleden al aankomen.

Usman Ahmed (CC BY-NC-ND 2.0)

Stille wens van moslims of self-fulfilling prophecy van het Amerikaanse onderzoeksbureau, sinds eind juni jongstleden schudt de wereld op haar grondvesten door het kalifaat.

De wederopstanding van het kalifaat was een van de acht mogelijke toekomstbeelden voor 2020 die de Amerikaanse Nationale Inlichtingenraad (NIC) reeds in 2004 voor zijn ministerie van Defensie onderzocht.

De neerslag van dat onderzoek bestaat uit een brief, geschreven door de fictieve kleinzoon van Osama Bin Laden, waarin hij de prille jaren van het kalifaat beschrijft, met zijn verwezenlijkingen en grootste uitdagingen.

‘Achteraf bekeken vraag ik me af hoe we de opkomst van de jonge kalief over het hoofd gezien hebben. We waren allen, moslim en ongelovige, verbaasd. De jonge prediker had een wereldwijde aanhang. Nog voor hij uitgeroepen was tot kalief, opvolger van de Profeet (vzmh), werd hij vereerd door de gelovigen’, schrijft de fictieve Muhammad Bin Laden in dat scenario.

CC public domain

Zestien jaar eerder dan voorzien door de NIC is het kalifaat een feit. Dat is althans wat de Islamitische Staat en Aboe Bakr al-Bagdadi de moslimwereld willen laten geloven.

Waarom zouden moslims behoefte hebben aan de restauratie van zo’n achterhaalde ruïne van een staat?

Zestien jaar eerder dan voorzien door de NIC is het kalifaat een feit. Dat is althans wat de Islamitische Staat en Aboe Bakr al-Bagdadi de moslimwereld willen laten geloven.

Hoewel er enkele cruciale verschillen zijn tussen het verbeelde kalifaat van NIC en de huidige Islamitische Staat, valt het op dat het denkbeeld van een kalief reeds een decennium geleden ook door niet-moslims overwogen werd.

Stille wens van moslims of self-fulfilling prophecy van het Amerikaanse onderzoeksbureau, sinds eind juni jongstleden schudt de wereld op haar grondvesten door het kalifaat.

Nochtans is het begrip op zich vrijwel onbekend bij de meeste mensen, en zij die de benaming wel kennen, associëren de term vaak met een ver vervlogen tijdperk uit de geschiedenisboeken, hoofdstuk ‘De val van het Ottomaanse Rijk’.

Maar wat was dat kalifaat precies? Welke legitimiteit geniet het huidige kalifaat bij moslims van de diaspora en moslims in ‘Moslimistan’? Maar de belangrijkste vraag luidt wellicht: waarom zouden moslims behoefte hebben aan de restauratie van zo’n achterhaalde ruïne van een staat?

Van rechtschapen naar rivaliserend

Na de dood van de profeet omstreeks 633 had de prille staat die we vandaag identificeren als islamitisch een nieuwe leider nodig.

De eerste vier soennitische opvolgers van Mohammed, of kaliefen, maakten deel uit van de volgelingen van het eerste uur. Aboe Bakr, Oemar, Othman en Ali kregen later de ietwat romantische eretitel van ‘rechtschapen kaliefen’ vanwege hun rechtvaardig bestuur en hun integriteit.

Sjiieten wijzen elke andere opvolger dan Ali af. Het kalifaat, in zijn oude vorm of in de huidige situatie, betreft bijgevolg enkel de soennitische moslims.

De islamitische staat van de zevende eeuw groeit in nauwelijks een eeuw van het huidige Marokko tot de grenzen van Afghanistan en India, met het grootste deel van het Iberisch schiereiland erbij. Tot dan is het kalifaat een verenigde islamitische staat waarin de overgrote meerderheid van de moslims verblijft.

Ook nadien groeit het islamitische rijk langzaam maar zeker, in relatieve stabiliteit. Hoewel er in die veertien eeuwen verschillende oorlogen gewoed hebben, denk aan de kruistochten en de verovering door de Mongolen (in de dertiende eeuw), is er steeds een continuïteit geweest, zij het dat er rivaliserende en/of parallelle kaliefen waren.

CC public domain

Ten tijde van de laatste kalief, Abdülmecid II, is het kalifaat volledig zelfvoorzienend en biedt het onderdak aan de helft van de “vrije moslims” (lees: moslims uit niet door Europese naties bezette gebieden).

Wanneer Mustafa Kemal in 1924 het kalifaat ontmantelt, omvat het Ottomaanse Rijk, het tot dusver langst regerende kalifaat, Turkije, Syrië, Libanon, Palestina, Jemen, Jordanië en delen van Saoedi Arabië. Ten tijde van de laatste kalief, Abdülmecid II, is het kalifaat volledig zelfvoorzienend en biedt het onderdak aan de helft van de “vrije moslims” (lees: moslims uit niet door Europese naties bezette gebieden).

De huidige Islamitische Staat gaat er prat op niet-moslims en andersdenkende moslims letterlijk een kopje kleiner te maken en beroept zich daarvoor op de koran.

In de vorige kalifaten waren bekeringen niet verplicht op straffe van de dood. Wel moesten niet-moslims, dat wil zeggen: de andere ‘Volkeren van het Boek’, christenen en joden dus, bijzondere belastingen betalen en waren ze bij de wet tweederangsburgers.

Tegelijk bekleedden zowel sjiieten als joden en christenen vaak hoge politieke functies. Over het algemeen ging het religieuze minderheden goed, op enkele bijzonder wrede uitzonderingen na. Zo werden de Arabische christenen tijdens de kruistochten tot buiten de stadswallen verdreven, uit angst dat ze hun geloofsbroeders zouden bijstaan.

Succes van de Islamitische Staat

Een van de meest doorslaggevende factoren is zonder twijfel het sektarische gedachtegoed van de puriteinse en steil orthodoxe wahabieten in Saoedi-Arabië.

Volgens islamoloog Rachid Benzine is het succes van IS te danken aan een opeenvolging van gebeurtenissen, omstandigheden en politieke beslissingen, zoals de opdeling van het Midden-Oosten naar aanleiding van het Brits-Franse Sykes-Picotverdrag (1916).

‘In het collectieve geheugen van de IS-aanhangers is zelfs de herinnering aan de kruistochten, de eeuwenlange confrontaties tussen de islamitische en de westerse wereld, nog steeds levendig.

Ook de herinnering aan de koloniale ondernemingen van Napoleon in Egypte, tot de oprichting van Israël in 1948. IS teert op een diep gevoel van vernedering van de Arabische volkeren door het Westen.’

Niet alleen externe factoren, zoals de voortdurende inmenging van westerse grootmachten, brengen deze crisis in de moslimlanden teweeg, ook interne spelers beïnvloeden de huidige situatie.

Een van de meest doorslaggevende factoren is zonder twijfel het sektarische gedachtegoed van de puriteinse en steil orthodoxe wahabieten in Saoedi-Arabië, dat de breuklijn tussen sjiieten en soennieten zowel binnen de Saoedische grenzen als daarbuiten cultiveert.

De islamitische diaspora in het Westen, geconcentreerd in de steden, zorgt al decennia voor spanning in de Europese samenlevingen. Daarbij krijgt het zogenaamde migrantenvraagstuk en in het bijzonder het “moslimdebat” de proporties van het voormalige rode en gele gevaar. Sinds de aanslagen van 9/11 is de spanning niet alleen verscherpt, de vijandigheid tegen moslims wordt nauwelijks nog verhuld.

Meer dan eens vragen publieke personen en zelfs politici moslims in het Westen om verantwoording voor feiten gepleegd door mensen met wie ze, behalve hun geloof, niets gemeen hebben. De zogenaamde “Oorlog tegen de terreur” is in de hoofden van velen en in de ervaring van anderen een ‘Oorlog tegen de islam’.

© Reuters

De zogenaamde “Oorlog tegen de terreur” is in de hoofden van velen en in de ervaring van anderen een ‘Oorlog tegen de islam’.

Kalifaat als toekomstscenario

 In de huidige context zijn moslims in vrijwel elk internationaal conflict een partij.

Aan beide kanten van de geloofsgrens leeft het idee dat de islam de alle andere overtreffende identiteit zou moeten zijn van iedere moslim. Ondanks deze sterke identiteitsfactor die moslims aller landen zou moeten verenigen ontbreekt echter een zogenaamd islamitisch vaderland, waardoor deze omvangrijke bevolkingsgroep steeds meer vervreemdt van de wereldorde.

De oprichting van een islamitische staat of kalifaat zou het zelfbewustzijn van de moslimbevolking vergroten, doordat het burgerschap van deze staat moslims wereldwijd zou verbinden en internationaal tot een serieus te nemen speler zou maken.

Tijdens de kolonisering van verschillende landen met een moslimbevolking na de ontbinding van het Ottomaanse Rijk in 1924, is de postume waardering voor het laatste kalifaat gestegen. De erkenning en romantisering van het laatste kalifaat wordt versterkt door het ontbreken van een overkoepelende politieke structuur die moslims op wereldniveau vertegenwoordigt.

In de huidige context zijn moslims in vrijwel elk internationaal conflict een partij, hetzij als onderdrukker in Syrië, of als onderdrukte in Palestina, om maar twee voorbeelden te nemen. En het vaakst strijden ze tegen elkaar.

In die context stijgt de aantrekkelijkheid van een jonge charismatische figuur die sereen de opdracht aanvaardt moslims van overal ter wereld het lichtende pad te tonen. De harde werkelijkheid van het kalifaat dat IS in werkelijkheid realiseert, is van een heel andere aard.

In tegenstelling tot de projectie van het Amerikaanse onderzoeksbureau is de kalief niet uitverkoren door de moslims en is hij allerminst geliefd door fans binnen en buiten de moslimgemeenschap.

De gewelddadige maar succesvolle militie die eind juni het nieuwe kalifaat afkondigde, is in een notendop wat Salman Sayyid, auteur van Recalling the Caliphate, beschrijft als een xenofobe autoritaire entiteit, een soort Saoedi-Arabië op steroïden.

De aanhang van IS lijkt vooralsnog beperkt tot gemarginaliseerde jongeren die zich niet altijd bewust lijken te zijn van de toedracht van de strijd. De zogeheten Syriëstrijders zijn er vooral op uit “iemand” te worden, of ze denken zo een einde te maken aan de ondergang van de moslimwereld en de tirannieke onderdrukking door de Arabische leiders – die daarin gesteund worden door westerse grootmachten.

Het kalifaat slaat terug

De huidige situatie van ongelijkheid, waarin het Westen bepaalt en het Midden-Oosten uitvoert, is onhoudbaar en zal onvermijdelijk leiden tot een explosieve reactie.

In de brief die de Amerikaanse Nationale Inlichtingenraad presenteert als zijnde van de hand van de kleinzoon van Bin Laden, lees je al dat het geweld dat zijn grootvader gebruikte en vooral het vergieten van onschuldig bloed de gelovigen afschrikte, waardoor de heroprichting van een kalifaat niet mogelijk was.

In tegenstelling daarmee verwachtten de onderzoekers de opkomst van een jonge charismatische prediker die nooit gelieerd was aan al-Qaeda, noch ooit een politieke beweging geleid had.

Zijn volgelingen wereldwijd zouden hem uitroepen tot kalief, waardoor hij niet besmet werd met het ‘onvermijdelijke vergieten van onschuldig bloed’, in tegenstelling tot grootvader Osama. Het heeft niet mogen zijn.

De grootste voldoening put de fictieve kleinzoon van Bin Laden uit het ontrafelen van de structuren die het Westen ‘de moslimstaten door de strot geramd heeft: de democratie, natiestaten en een internationaal systeem waarin het Westen unilateraal de spelregels bepaalt’.

Zowel Benzine en Sayyid als de experts ten dienste van het Amerikaanse ministerie van Defensie zijn het erover eens dat de huidige situatie van ongelijkheid, waarin het Westen bepaalt en het Midden-Oosten uitvoert, onhoudbaar is en onvermijdelijk zal leiden tot een explosieve reactie.

Het NIC gaf in zijn dossier van 2004 ook drie aandachtspunten voor de hachelijke situatie in het Midden-Oosten, maar die werden in de wind geslagen. De studie wijst ten eerste op de dominante rol van de sociale media en de digitalecommunicatierevolutie, waardoor de botsing tussen de westerse en de moslimwereld zou kunnen verergeren.

Ten tweede, zo stelt het NIC, zou de afkondiging van het kalifaat de terreurdreiging niet doen afnemen, integendeel. Het cultiveren van conflicten zou een nieuwe generatie terroristen voortbrengen die zowel binnen als buiten de grenzen van het Islamitische Rijk kunnen opereren.

Ten slotte moeten westerse staten in een aanpak op maat voorzien om de aantrekkingskracht van het kalifaat tegen te gaan. Ze zouden ook gebruik moeten maken van het dilemma waar Europese moslims voor staan: de aantrekkingskracht van het idee van een spiritueel kalifaat enerzijds en het materieel comfort dat de mondialisering hen in het Westen belooft anderzijds.

De ontwikkelingen in Syrië en Irak zijn uiteraard niet exact wat het NIC “voorspelde”. Salman Sayyid, die het “reëel-uitgeroepen-kalifaat” nauwelijks vermeldt, waarschuwt in elk geval dat het idee van een kalifaat, ten goede of ten kwade, als een steen in de vijver van het mondiale debat gegooid is.

Ook volgens de Franse islamoloog Benzine is het einde van het kalifaat niet in zicht. ‘Zelfs als de militaire coalitie erin zou slagen Baghdadi uit te schakelen, zou er meteen een opvolger of kalief opstaan. De mogelijkheid van het kalifaat heeft zich immers opnieuw in de hoofden van moslims genesteld.

Dit artikel verscheen eerder in het winternummer van MO*magazine. Een abonnement kan je bestellen voor slechts €20.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2793   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2793  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.