De Schreeuw

Analyse

De Schreeuw

De jaren tien van deze eeuw zullen niet zozeer een decennium zijn van strijd tegen de mondialisering, maar van sociale strijd binnen een mondialiserende wereld.

Guido werkte dertien jaar in een fabriek. Toen die failliet ging, heeft hij een jaar een interimjob kunnen doen, nu is hij werkloos. Heidi heeft acht jaar in een naaiatelier gewerkt en vervolgens vijf jaar in de schoonmaaksector. Toen ze serieuze problemen met haar enkel kreeg, nam ze ontslag om medische redenen. Het inkomen van het nieuw samengestelde gezin is ontoereikend en ‘daar staan we mee op en gaan we mee slapen’, zegt Guido. De reportage over kinderen in armoede in dit nummer legt de vinger op een etterende wonde. In Vlaanderen wordt 8 procent van de kinderen geboren in een gezin met armoederisico. In België geldt dat voor één op de vijf kinderen, een cijfer vergelijkbaar met dat van de VS. De armoede zelf is niet helemaal op het conto van de crisis van 2008 te schrijven, de toename van het aantal mensen dat uit de boot valt wel.

42,2 miljoen Amerikanen leven op dit moment onder de armoedegrens –1351 euro per maand voor een gezin met vier personen. Sinds de Grote Depressie van de jaren dertig zijn nog nooit zo veel Amerikanen arm geweest. Het mediane gezinsinkomen in de VS is momenteel zeven procent lager dan in 1999. Jonge, werkende Amerikanen verdienen vandaag gemiddeld negen procent minder dan tien jaar geleden. Die cijfers komen niet van regisseur Michael Moore maar van het Amerikaanse Bureau voor Volkstelling. De enorme werkloosheid van de voorbije jaren geldt als de hoofdoorzaak van die brede verarming.

‘De Verenigde Staten tellen vandaag zeven miljoen banen minder dan in december 2007’, zegt de gerenommeerde econoom Pankaj Ghemawat. Hij vindt dat de overheden in het Westen dringend wat moeten doen aan die werkloosheid, al is hij minder duidelijk over de arbeidsvoorwaarden en lonen voor werkenden. Toch citeert Ghemawat een Duits onderzoek uit 2010 waaruit blijkt dat elk procent achteruitgang in economische groei correspondeert met ongeveer een procent bijkomende steun voor extreemrechtse of nationalistische partijen. In elk geval ziet hij op heel wat plaatsen verzet ontstaan tegen de mondialisering met haar neiging om de ongelijkheid te vergroten en de reële democratie te verkleinen.

Het Franse weekblad Courrier International pakte op de cover van het nummer van 15-22 september uit met de kop: ‘2011: Année révoltée’. Het nummer documenteerde een lange lijst opstanden tegen sociale afbraak en voor politieke participatie van uitgesloten of zonder meer verdrukte groepen burgers. Egypte en Tunesië, Chili en Londen, Griekenland en Spanje passeerden uiteraard de revue. Maar ook in Brazilië en China, India en de Verenigde Staten, Israël en Marokko hebben burgers de weg naar de straat teruggevonden. Soms klinkt de schreeuw van verzet creatief en verfrissend, vaak is het een schril en verkillend geluid. Partijen, overheden en internationale organisaties krijgen door de protesten in elk geval een tweede –laatste?– kans om de crisis van 2008 toch nog ten goede te keren. Dat betekent: de crisis te gebruiken als hefboom om de economie opnieuw ten dienste van de burgers en de toekomst te organiseren en niet langer alleen ten gunste van de aandeelhouders en de kwartaalcijfers.

De jaren tien van deze eeuw zullen niet zozeer een decennium zijn van strijd tegen de mondialisering, maar van sociale strijd binnen een mondialiserende wereld. Luc Cortebeeck, straks de belangrijkste werknemersvertegenwoordiger binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), zegt dat er stilaan een internationale consensus groeit over de noodzaak om overal ter wereld een minimum aan sociale zekerheid uit te bouwen. Dat zou de kansen vergroten om in goed georganiseerde welvaartstaten te weerstaan aan de neerwaartse sociale druk van de mondialisering.

In België wordt die discussie intussen verdrongen door een matig gevoel van optimisme, nadat negen partijen op dag 459 van de moeizaamste politieke onderhandelingen ooit een voorlopig akkoord bereikten over een klein maar symbolisch belangrijk dossier. De enige volksopstand die ter hoogte van dit langzaam rottende koninkrijk op te tekenen valt, heeft te maken met de Muur van Geraardsbergen. Een uitgesproken linkse Facebookvriend schrijft over het nieuwe traject van de Ronde van Vlaanderen: ‘De koers is van het volk en niet van die rijke vetzakskes! De coureurs zijn een soort keurvee geworden voor kapitalisten die zich hieraan willen vergapen.’ Elke vogel schreeuwt zoals hij gebekt is, maar als de radicale marxisten één front gaan vormen met fiscale vluchtelingen zoals Tom Boonen, dan zal het volk nog even moeten wachten op een nieuwe dageraad.