Drie vragen aan Rajendra Pachauri

Analyse

Drie vragen aan Rajendra Pachauri

Rajendra Pachauri, voorzitter van het VN-Klimaatpanel (IPCC), kreeg in 2007 de Nobelprijs. Eind vorig jaar kwam hij echter in opspraak omdat er fouten waren ontdekt in het IPCC-rapport van 2007. Pachauri werd ook in verdenking gesteld van financiële fraude maar werd volledig vrijgesproken. Eind augustus was Pachauri in Luik voor de bijeenkomst van de IPCC-werkgroep die het volgende algemene rapport over de klimaatverandering opstelt.

De voorbije zomer werd gekenmerkt door extreme weersfenomenen. Is daardoor het besef gegroeid dat het klimaatprobleem dringend moet aangepakt worden?
Pachauri: Op wetenschappelijke basis kan je niet zeggen dat die fenomenen het gevolg zijn van de klimaatverandering. Het klimaatpanel voorspelt ook geen weer. We kijken wel naar weersveranderingen, maar over periodes van dertig jaar. Het wetenschappelijk onderzoek leert dat de klimaatverandering gepaard gaat met extreme weersfenomenen. In de publieke perceptie wordt een en ander dan ook makkelijk met elkaar in verband gebracht. Begin 2011 zal het VN-Klimaatpanel twee nieuwe rapporten uitbrengen: een over extreme weersomstandigheden en een over hernieuwbare energie.
**Er was heel wat kritiek op de fouten in jullie rapport van 2007, onder meer over de Himalayagletsjers. Zijn daar lessen uit getrokken?
**
Pachauri: Voor ons nieuwe rapport zijn er 831 reviewers, wetenschappers die nalezen en screenen. Dat is veel meer dan de vorige keer. Zes op tien zijn bovendien nieuwe mensen die niet betrokken waren bij de vorige reviews. Die uitbreiding heeft te maken met de omvang van het rapport, maar ook het wetenschappelijk onderzoek zelf is gegroeid. De mensen die aan het syntheserapport zullen werken, worden nu ook vroeger bij het proces betrokken.
Wat verwacht u van de klimaattop in Cancún?
Pachauri: Ik vrees dat we niet al te veel vooruitgang mogen verwachten. De onderhandelingen vorderen stap voor stap. Elke stap is van belang en elk uitstel wordt duur betaald. Als VN-klimaatpanel kunnen wij niet veel meer doen dan ervoor te zorgen dat we goede en telkens betere wetenschappelijke inzichten aanreiken, en dat die ook telkens beter en breder gecommuniceerd en verspreid worden. Wij kunnen politici geen voorschriften geven of onder druk zetten, alleen aanbevelingen doen. Ik hoop dat de EU haar leidinggevende positie in de onderhandelingen behoudt en dat België, dat het EU-voorzitterschap waarneemt, zich daarvoor inzet. Anderzijds moeten we niet wachten op een mondiaal akkoord om actie te ondernemen. Elk globaal akkoord moet aangedreven en gedragen worden door lokale initiatieven. Voor mij is het meest hoopvolle dat het besef van de ernst groeit en het bewustzijn stijgt bij een steeds grotere groep mensen.