Drugs zonder Grenzen

Analyse

Drugs zonder Grenzen

An Pauwels

28 januari 2009

Zeven miljoen Noord-Amerikanen en drie miljoen Europeanen: ziedaar het aantal lijntjessnuivers dat een beroep doet op drugs uit Zuid-Amerika. De cijfers komen uit een nieuw rapport van het VN-Kantoor voor Drugs en Misdaad (Unodc).

Volgens Unodc is de Latijns-Amerikaanse aanbodzijde aan verschuivingen onderhevig. Colombia stond jarenlang stevig op kop in het lijstje van gevaarlijkste landen ter wereld, maar krijgt nu in het rapport schouderklopjes voor zijn drugsbeleid. Professor Brice De Ruyver van de Universiteit Gent nuanceert dat goede nieuws. ‘Eigenlijk blijven de Colombianen de drugshandel controleren, hoewel we een productieverschuiving zien naar Peru en Bolivia.’ Colombia, Peru en Bolivië zijn vandaag nog altijd goed voor de productie van ruim duizend ton cocaïne per jaar.
Een zuiver bilaterale aanpak, zoals het Amerikaanse Plan Colombia, blijkt ontoereikend om een grensoverschrijdende kwestie als de drugsproblematiek in bedwang te houden. Het project is bovendien weinig duurzaam op ecologisch én sociaal-economisch vlak. De verdelging van  ruim 150.000 hectaren cocavelden, cruciaal onderdeel van het plan, liet de Colombiaanse boeren achter zonder alternatief. Professor De Ruyver ziet dan ook meer in die structurele aanpak van de EU, waarin vervangingsteelten als koffie een bevoordeelde toegang tot de Europese afzetmarkt krijgen.
Myriam Gistelinck van Oxfam bevestigt dat Colombiaanse uitvoerders sinds 1991 minder invoertarieven moeten betalen voor een groot aantal producten. Tegelijk wijst ze erop dat het systeem in 2006 strijdig werd verklaard met de spelregels van de Wereldhandelsorganisatie, en dat de EU het sindsdien over een andere boeg moest gooien. De gesprekken over een volledig geliberaliseerde handel tussen EU en Peru, Ecuador, Bolivia en Colombia zijn echter volop aan de gang.
Het drugsrapport onderstreept verder het niet te onderschatten belang van een sterke rechtsstaat. Want drugs tasten een volledige maatschappij aan, of het nu om productie-, transit-, of consumptielanden gaat. Criminaliteit, misdaad én sociaal-economische instabiliteit zijn niet alleen uitlopers van drugshandel, maar zijn ook elkaar voortdurend versterkende factoren.