Dubbelinterview over de nieuwe wereldorde

Analyse

Dubbelinterview over de nieuwe wereldorde

Opkomende machten zoals China, India en Brazilië zijn steeds prominenter aanwezig op het wereldtoneel. Ook de EU en Rusland laten hun stem uitdrukkelijker horen. Is het tijdperk van de VS als onbetwiste wereldmacht voorbij? MO* trok naar de Verenigde Naties in New York en sprak met een ambassadeur uit Noord en Zuid over de gewijzigde machtsverhoudingen in de wereld. Wie krijgt in 2012 de touwtjes in handen?

Vanuit de 41ste verdieping van de One Dag Hammarskjöld Plaza in New York heeft Johan Verbeke, Permanent Vertegenwoordiger van België bij de VN, een prachtig uitzicht over de wolkenkrabbers van Manhattan én de spiegelgebouwen van de Verenigde Naties. Hier overschouwt hij sinds 2004 het diplomatieke reilen en zeilen binnen het centrum van de mondiale macht. Een steenworp verderop huisvest Brazilië zijn diplomatieke VN-korps. Braziliaans ambassadeur Everton Vieira Vargas, vice-secretaris-generaal voor Politieke Zaken, en zijn collega’s hebben voor de komende jaren één uitgesproken prioriteit: een zitje behalen binnen de VN-Veiligheidsraad. Het lidmaatschap van België in die Veiligheidsraad gunt Verbeke een interessante blik in het hart van de geopolitiek. Verbeke: ‘De wereld wordt gestuurd door machtsverhoudingen. Soms horen we dat niet zo graag en houden we ons liever aan het boekje van het multilateralisme waarin naties netjes samenwerken. Maar ultiem gaat internationale politiek – en dus diplomatie – over macht. Daarom is het belangrijk om duidelijk te identificeren waar die machtspolen liggen en zullen liggen.’
Terug naar de vooravond van de 21ste eeuw. Met de val van de Berlijnse Muur en het IJzeren Gordijn stortte ook het bipolaire machtsevenwicht ineen. Na zowat een halve eeuw Koude Oorlog bleven de VS als enige supermacht over. Een decennium lang toonde Washington vrijwel ongehinderd zijn militaire, economische en politieke suprematie aan de wereld. Maar gaandeweg kwam het unipolaire systeem onder druk te staan. Onder Poetin krabbelde Rusland terug recht, de Europese Unie stoomde in geen tijd zijn eigen defensie klaar en een aantal ontwikkelingslanden kende de voorbije jaren een steile economische opgang. Bovendien werden de VS in Irak geconfronteerd met de grenzen van hun eigen macht. De aanpak van actuele dossiers zoals Iran, Darfoer en de klimaatverandering suggereert dat multilateralisme langzaam maar zeker opnieuw opgang maakt.
Hoe ziet u de komende vijf jaar de machtsverhoudingen in de wereld evolueren?
Verbeke: Vaak hoor je dat de 21ste eeuw de Chinese eeuw zal zijn. Ik denk dat dat een lichte overdrijving is. China is niet het enige land dat een enorme economische groei kent, waarop vervolgens de machtsuitbreiding kan stoelen. Je mag bijvoorbeeld India niet uit het oog verliezen. De Chinese opening is volop aan de gang, maar als je kijkt naar de manier waarop India van zich laat horen in multilaterale organisaties –en de VN is de koningin van multilaterale organisaties– dan zie je dat de vector van India soms verder reikt. Peking heeft een veel minder uitgesproken traditie van machtsontplooiing naar de buitenwereld toe. In zijn internationale diplomatie heeft China een defensieve agenda. Het komt maar tussen wanneer zijn belangen extern bedreigd worden.
Wat is de achilleshiel van India en China?
Vieira Vargas: India kent een enorme vraag naar energie en is erg kwetsbaar op het vlak van landbouw. In onderhandelingen over internationale handel plaatst dat India voor grote uitdagingen. De Chinese economische ontwikkeling produceert intern enorme sociale en regionale ongelijkheden. Dat zou een enorme politieke impact kunnen hebben. De vraag is hoe China die ongelijkheden gaat oplossen. Zal het politiek regime erin slagen om zo door te blijven gaan?
Wordt de geopolitieke impact van Japan onderschat?
Verbeke: In het internationale systeem is Japan altijd ondermaats erkend. Dat heeft voor een stuk te maken met de bevriezing waarin de internationale gemeenschap -en het land zichzelf- heeft gezet na de Tweede Wereldoorlog. Je voelt goed dat Japan  de voorbije jaren aan een emancipatieoefening bezig is, waarin het voor het eerst politieke en militaire instrumenten wereldwijd inzet. Die trend zal zich verder zetten. We zullen ook aan Japan  zijn natuurlijke plaats in de mondiale machtsvergelijking moeten toekennen.
Welke rol ziet Brazilië voor zichzelf weggelegd op wereldvlak?        
Vieira Vargas: Brazilië heeft op een aantal terreinen nuttige ervaring opgedaan, die we kunnen delen met de rest van de wereld. Het Braziliaanse aidsbestrijdingsprogramma wordt gezien als een van de meest succesvolle ter wereld. Ook onze ervaring met biobrandstoffen is belangrijk. Op het vlak van vrede en veiligheid zijn we ondermeer actief in de VN-Stabilisatiemissie in Haïti. We hebben ongeveer 1.200 troepen op het terrein. Tegelijkertijd volgen we van heel dichtbij de gebeurtenissen in Iran. Bovendien heeft Brazilië diplomatieke credibiliteit opgebouwd. We kunnen praten met verschillende groepen landen. Met betrekking tot Latijns-Amerika proberen we de relatie met Mercosur (de douane-unie tussen Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay en Venezuela, kc) te verbeteren en zijn we een Community of South-American Nations aan het opbouwen. Maar we vinden ook onze bilaterale relaties met Afrika heel belangrijk. Zoals je weet is Brazilië de tweede grootste Afrikaanse natie in de wereld – in termen van bevolking. We hebben een zwarte bevolking die enkel Nigeria laat voorgaan in termen van grootte. De IBSA ten slotte, het samenwerkingsverband tussen Brazilië, India en Zuid-Afrika, is meer en meer actief geworden. We hebben bijvoorbeeld een fonds opgericht om ontwikkelingslanden te helpen.
Rusland staat de voorbije jaren terug op de wereldkaart. Terecht?
Verbeke: President Vladimir Poetin voert een veel assertiever beleid dan zijn voorganger Boris Jeltsin. Na de val van de Berlijnse Muur hield Rusland zich aanvankelijk wat gedeisd op het wereldtoneel. Moskou volgde toen als het ware een westerse agenda, zonder eigen accenten of agendapunten toe te voegen. We moeten eerlijk zijn: dat is ons zeer goed uitgekomen. Wat je vandaag ziet gebeuren, lijkt mij veeleer een rechtzetting van een vroegere anomalie. Rusland wil opnieuw zijn natuurlijke plaats innemen in de committee of nations -een diplomatieke term uit de 19de eeuw die goed aangeeft dat je in elke verzameling van grote naties altijd natuurlijke evenwichten vindt.
Schuiven we op van een unipolaire –door de VS-gedomineerde- naar een multipolaire wereld?
Vieira Vargas: Het blijft nog altijd afwachten hoe de VS gaat evolueren. Iedereen gaat momenteel uit van een overwinning van de Democraten in de Amerikaanse verkiezingen volgend jaar. Stel dat ze winnen, laten we dan niet vergeten dat de VS in de laatste regering van Democraten Irak hebben gebombardeerd, omdat ze vonden dat Saddam zich niet aan zijn verplichtingen hield. Met andere woorden: ik verwacht in de komende jaren geen verandering. De VS zullen zich blijven focussen op hun eigen belang, net als de opkomende machten overigens, die proberen een plaats in de internationale orde te vinden.
Verbeke: Ik hou niet zo van de term “multipolaire wereld”. Ze geeft de indruk dat machten enkel in rivaliserende relaties optreden. Naast dat competitieve model heb je het model van coöperatieve relaties. Als een land vindt dat het zijn natuurlijke plaats heeft gevonden in de grote machtsvergelijking, dan zal het meer uit zijn op samenwerkingsverbanden dan op rivaliserende instrumenten. 
Groeien die samenwerkingsverbanden?
Verbeke: Ik zie toch voortekenen. De G8 bijvoorbeeld, zelf gegroeid vanuit de G7, komt nu regelmatig samen met andere grote landen. Tijdens de laatste top in Heiligendamm was dat nog het geval. Als je kijkt naar wie die anderen zijn, dan zie je recurrente figuren optreden. India en Brazilië komen voortdurend terug. Dat is een eerste teken aan de wand. Een tweede voorteken is het debat over de uitbreiding van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties -een centrum waar veel macht wordt geconcentreerd. Het hele debat gaat essentieel over de erkenning van de nieuwe grootmachten. Het is nu een kwestie van die landen in de G8 en de Veiligheidsraad op een of andere manier op te nemen, zodat zij partners kunnen worden die meespelen, veeleer dan rivalen die buitenstaan.
**
De hervorming van de Veiligheidsraad staat al een hele tijd op de internationale politieke agenda. In 1993 werd een speciale Werkgroep voor de Hervorming van de Veiligheidsraad met het thema belast, al is er na meer dan een decennium onderhandelingen nog geen consensus over het te volgen pad. In de Millenniumverklaring van 8 september 2000 beloofde de internationale gemeenschap de inspanningen op te drijven om een omvattende hervorming van de Veiligheidsraad door te voeren.
Is er intussen vooruitgang in het debat?
Vieira Vargas: Frankrijk heeft zijn steun uitgedrukt om de G4 – Duitsland, Japan, India en Brazilië – in de Veiligheidsraad op te nemen. De VS heeft laten verstaan Japan en andere landen te willen steunen. De toespraak van president Bush op de Algemene Vergadering van de VN eind september was een belangrijke stap. Het was de eerste keer dat de Amerikaanse president het thema op zo een open en concrete manier aansneed. Een ander belangrijk element is de resolutie die dezelfde maand is goedgekeurd op het einde van de 61ste Algemene Vergadering van de VN. Die riep op om onderhandelingen over de hervorming te starten.
Hoopt Brazilië op een permanente zetel?
Vieira Vargas: We willen dat de Veiligheidsraad wordt uitgebreid met permanente zetels voor Brazilië, Japan, India, Duitsland en Afrika. Daarnaast moeten er ook vijf niet-permanente zetels bijkomen. Het vetorecht is een belangrijk en gevoelig thema. Daar moeten we pragmatisch in zijn. We mogen niet de illusie hebben dat we nu aan het vetorecht kunnen raken. Daarom pleit Brazilië voor een herzieningsconferentie tien tot vijftien jaar na de hervorming. Dan kan het vetorecht wel ter sprake komen. Ik hoop dat we binnen 5 jaar of minder een hervormde Veiligheidsraad hebben. Je moet natuurlijk 120 stemmen hebben – tweederde van de Algemene Vergadering – om de hervorming goed te keuren. Niet iedereen is voorstander van een hervorming.
Verbeke: De landen die denken dat ze invloed gaan verliezen als de Veiligheidsraad hervormd wordt, vergissen zich in hun machtscalculatie. Ze zouden immers nog meer aan macht inboeten als de opkomende machten niet worden opgenomen, om de eenvoudige reden dat de Veiligheidsraad dan irrelevant zal worden. Daarop zullen zij ook wel voor een stuk anticiperen. Frankrijk, de VS en Groot-Brittannië zijn niet gekant tegen het principe van de uitbreiding van de Veiligheidsraad. Zij stellen enkel dat daar een aantal randvoorwaarden aan verbonden zijn, die naar mijn gevoel terecht zijn. Eén voorwaarde is dat de uitbreiding binnen numerieke grenzen moet blijven. De VS spreken in dat verband van een raad met 21 leden. Dat getal is niet in beton gegoten maar het is hun voorkeurscijfer. Ze zijn ook begaan met de efficiëntie van de Veiligheidsraad als onderhandelingsforum.
**Wat als het dossier opnieuw op de lange baan wordt geschoven?
V**ieira Vargas: De hervorming van de Veiligheidsraad is een imperatief. Kofi Annan, de vorige secretaris-generaal van de VN, zei in de laatste maanden van zijn mandaat dat een hervorming van de VN onmogelijk is zonder een hervorming van de Veiligheidsraad. Die reflecteert vandaag een realiteit die al lang achterhaald is. Toen de Veiligheidsraad is opgericht, telde de VN hooguit 50 lidstaten. Vandaag zijn we met meer dan 190. Je ziet het grote verschil. De uitbreiding met permanente en niet-permanente leden is een noodzaak.
Verbeke: Landen als India, Japan, Zuid-Afrika en Brazilië hebben een natuurlijke plaats in de Veiligheidsraad. Ofwel voer je een moderniseringsoperatie door om het instrument te laten aansluiten bij de machtsontwikkelingen in de wereld. Ofwel komen er geen hervormingen en eindig je met een Veiligheidsraad die zichzelf buitenspel zet. De legitimiteit van de Veiligheidsraad zal steeds meer in vraag worden gesteld omdat ze niet representatief is voor de machtsverhoudingen op deze planeet. Dan wordt ze wellicht een praatbarak, waarmee men tot nader order niet veel meer rekening zal houden.
** 
Op internationale fora treden de ontwikkelingslanden steeds vaker als blok naar voren. Het Zuiden bundelt de krachten in een hele reeks G’s (G5, G20, G24, G33, G77, G90), die ook binnen de VN soms apart vergaderen.
Hoe leeft anno 2007  de tegenstelling tussen Noord en Zuid binnen de VN?
Verbeke: Het Noorden maakt ernstig werk van zijn internationale engagementen, denk maar aan de Millennium Development Goals (MDG’s). Die worden soms ten onrechte gezien als een zero-som spel, een contract ten bate van het Zuiden en ten koste van het Noorden. Als het Noorden het contract niet zou uitvoeren, zal het uiteindelijk geconfronteerd worden met een wereld die veel moeilijker beheersbaar zal zijn dan wanneer het wel werk maakt van de MDG’s. Voor het Noorden is het belangrijk een stabiele wereld te hebben in de toekomst. Wij moeten het Zuiden over de armoededrempel heenbrengen. Tot zowat dertig jaar geleden stonden de meeste Aziatische landen op ongeveer het zelfde niveau van ontwikkeling als de Afrikaanse landen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Manilla, Kuala Lumpur, Bangkok, Viëtnam en Zuid-Korea. Daar is die emancipatie geslaagd, mede door een grote inzet van het Noorden. Ik denk dat we nu die inzet moeten blijven volhouden naar die landen toe waar de emancipatie niet is geslaagd. 
**Zal de wereld in 2012 een betere wereld zijn dan vandaag?
**Vieira Vargas: Voor een betere wereld hebben we meer samenwerking nodig, en meer politieke wil om gedrag te veranderen, voornamelijk met betrekking tot het respect voor internationaal recht. Het voorbije decennium heeft dat flink te lijden gehad, denk maar aan de VS-interventie in Irak en de NAVO-interventie in Kosovo. We moeten leren nationale belangen te verdedigen zonder te denken dat door die te verdedigen, we egoïstisch moeten zijn. In die zin is er nood aan meer gelijkheid in de wereld.
Verbeke: In de wereld van vandaag zijn gefragmenteerde natiestaten eigenlijk geen relevante referentiepunten meer. Grenzen zijn voor een stuk irrelevant aan het worden. De globale uitdagingen – migratie, pandemieën, terrorisme, klimaatverandering – kennen immers ook geen grenzen. Het zijn uitdagingen waar je als individuele natiestaat geen antwoord op kan formuleren.