Gedreven door pijn en woede


Lennart Hofman
28 maart 2013
Steeds meer Syrische vrouwen nemen de wapens op. Vaak hebben ze alles wat ze liefhebben verloren in de oorlog en zien ze geen andere uitweg dan de gewapende strijd.
Am Ar’oa (37) spreekt op fluistertoon wanneer ze de woede beschrijft die ze voelt. Haar donkere ogen dwalen schichtig door de kamer, haar hand steunt losjes op een oude kalasjnikov, die met een blauw lint om haar nek hangt. ‘Wat kan ik anders doen dan vechten?’, vraagt ze zacht. ‘Demonstreren terwijl het leger gas, tanks en vliegtuigen inzet? Dat heeft geen zin meer. Mijn man is gemarteld en mijn zonen zitten gevangen. Ik heb niets meer te verliezen.’
Om haar heen zitten acht gesluierde vrouwen op dunne matrasjes voor een witte muur. Am Ar’oa, een pseudoniem dat verwijst naar de naam van haar eerstgeboren zoon, zit in het midden. Haar rode jurk komt nog net onder haar zwarte gewaad vandaan. Sinds vier maanden is ze de commandant van een groep van dertig vrouwen die zich de Ahfad Aisha M’omninnoemen, wat zoiets als ‘de kleindochters van Aisha, moeder der gelovigen’ betekent.
Op dit moment zijn de vrouwen in training bij rebellen van het Vrije Syrische Leger om zich voor te bereiden op hun eerste gevechten. Daarnaast bewaken ze checkpoints in de regio en zetten ze zich in voor vrouwen in een nabijgelegen opvangkamp. Het is zover bekend de tweede groep strijders binnen het Vrije Syrische Leger die volledig uit vrouwen bestaat.
Binnen de gelederen van het Vrije Syrische Leger zouden ruim driehonderd vrouwen actief zijn, maar hun aantal neemt toe. Het taboe binnen de samenleving om vrouwen mee te laten vechten lijkt daarmee –noodgedwongen– onder druk te komen staan. Zo dook in januari een video op van de 37-jarige moeder Givara die als sluipschutter werkzaam was in Aleppo. Op YouTube verscheen een Russische strijdster die de Russische steun aan het Syrische regime fel bekritiseerde en de vrouwen in Syrië opriep de wapens op te pakken.
Ook de vrouwen van de Ahfad Aisha M’omnin ervaren tegenstand uit hun omgeving, maar vrezen vooral het Syrische leger. Om hun identiteit te verbergen, dragen ze zwarte gewaden en houden ze geheim in welke regio ze precies actief zijn. Sinds kort zouden zij ook vrouwen om hun identiteitspapieren vragen, en de strijdsters zeggen nog liever te sterven ze dan dat ze in handen vallen van hun aartsvijanden.
Lennart Hofman en Andreas Stahl zijn freelancejournalisten die het conflict in Syrië actief volgen voor onder andere De Volkskrant en andere media.