Het blauwe goud

Nu het land vol is, komt ook de zee in beeld als wingewest voor voedsel, energie, medicijnen en zoveel meer. Met de visvangst is het faliekant fout gegaan en hopelijk loopt dit tijdperk van jagen en verzamelen op zee snel op zijn einde. Willen we de rijkdom van de zee ten volle benutten, dan moet dat duurzaam. Een aantal Vlaamse spelers verkent alvast de markt.

Landbouw en visserij zijn pijlers van de Europese economie. In het project ‘Europa 2020’ wordt de oceaan dan ook mee in het vizier genomen als nieuwe economische pool. Europa’s “blauwe groei”-strategie opent de sluizen naar een wereld van aquacultuur en mariene biotechnologie, met uitzicht op banen, bnp-groei en tal van ongekende mogelijkheden.

Een laatste reddingsboei, zeg maar. Als er althans de nodige lessen worden getrokken uit wat er met de visserij is gebeurd. Want ondanks een overvloed aan data, monitoring en adviezen is de winsthonger in de sector moeilijk aan banden te leggen.

Richard Dorrell (cc-by-sa-2.0)

Zalmkwekerij van Marine Harvest in Loch Ainort, Isle of Skye. De productie van kweekvis is goed voor 50 tot 60 miljoen ton per jaar.

Wereldwijd is de consumptie van vis gestegen van gemiddeld 9,9 kg per jaar per persoon naar 19,2 kg, volgens de VN-Landbouw- en Voedselorganisatie FAO, en men gaat ervan uit dat de vraag in de toekomst nog zal verdubbelen. De gevolgen van deze stijgende visconsumptie voor de visvoorraden zijn dramatisch. 85 procent van de wildevisvoorraden is overbevist of uitgeput, voor Europa is dat zelfs 88 procent. Overbevissing, overcapaciteit van de vloot, lage prijzen voor de vis, waardoor vissers geneigd zijn nog méér te vangen, onverantwoorde visserijmethodes zoals het gebruik van de verwoestende boomkor, en vooral een subsidiepolitiek voor een niet-duurzame praktijk hebben een “tragedy of the commons” veroorzaakt, een tragedie van het gemeengoed dat de oceaan is.

‘Over enkele jaren zullen we beseffen wat een zwarte bladzijde dit is in de geschiedenis van de relatie van de mens met zijn omgeving.’

Jan Mees, directeur van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), noemt het zonder meer een catastrofe. ‘Als we over enkele jaren terugkijken naar de afgelopen vijftig, zestig jaar, dan zullen we beseffen wat een zwarte bladzijde dit is in de geschiedenis van de relatie van de mens met zijn omgeving.’

En het gaat nog steeds door. ‘Er is nog steeds overkapitalisatie van de vissersvloot, boten varen steeds maar verder uit en vissen steeds dieper. Al jaren probeert men de capaciteit van de Europese vissersvloot in te krimpen, maar het lukt niet echt. Zelfs in de Europese wateren blijven beleidsmakers de fout maken om door biologen aangeraden vangstbeperkingen jaar na jaar telkens weer af te zwakken.

Onze politici krijgen degelijk wetenschappelijk advies van het ILVO (Instituut voor Landbouw en Visserij) en van internationale organisaties zoals het International Council for the Exploration of the Sea (ICES). Zij hebben het mandaat om jaarlijks te adviseren hoeveel vis er van elke soort in welk gebied gevangen mag worden. Dan komen de ministers samen en vechten ze voor hun deel. Na afloop komen ze triomfantelijk naar buiten, “We zijn erin geslaagd een groter visquotum binnen te slepen dan oorspronkelijk aangeraden was”. En opnieuw wordt er een jaar overbevist.’

Aquacultuur

Gelet op de lamentabele toestand van de visvoorraden is aquacultuur mogelijk een alternatief. Jaarlijks halen we nog steeds 110 tot 120 miljoen ton wilde vis uit de zee, maar kweekvis is intussen al goed voor 50 tot 60 miljoen ton en dat aandeel stijgt. De sector groeit zo’n 7 procent per jaar. In Europa is een vierde van de visconsumptie afkomstig van aquacultuur.

Wereldspeler in deze industrietak is het Noorse Marine Harvest, met kweekinstallaties in Noorwegen, Schotland, Canada, Chili, Ierland en de Faeröer. Zijn ambitie: “Leading the Blue Revolution”, zo meldt de visietekst van het bedrijf. In 2013 bedroeg zijn totale zalmoogst 343.772 ton.

Jack Parkinson (cc-by-2.0)

Drijvende viskwekerij in Luo Yuan Fujian, China.

Maar koploper in de aquacultuur is Azië. 70 procent van de aquacultuurproductie komt van China, maar ook in Vietnam, Thailand en Indonesië bloeit de sector. Hier worden vooral karperachtigen gekweekt, maar ook tilapia en pangasius. Peter Bossier, hoogleraar Aquacultuur aan de Universiteit van Gent:

‘Pangasius is een wonderproduct. Deze soort kan in heel dichte concentraties leven en overleven en groeien in water met lage zuurstofconcentraties, omdat hij naar lucht kan happen.’ De kweek levert een indrukwekkende 300 ton per hectare op (een hectare tarwe is goed voor tien ton graan) en dit twee keer per jaar. Pangasius is in de loop van vijftien jaar een industrie geworden van 1,2 miljoen ton per jaar. De vis ligt goed in de markt omdat hij makkelijk en goedkoop is: 6 euro per kg, gefileerd en al, tegenover 30 euro voor tong.

Het project leeft om in Zeebrugge een overslagcentrum te maken waar de pangasius vanuit Vietnam binnenkomt en over heel Europa gedistribueerd wordt. De vzw Climaxi is daartegen in het geweer gekomen, vooral vanuit een ecologische bezorgdheid en het volgens Climaxi niet-duurzame karakter van de kweek. Ook de Vlaamse vissers zien liever hun eigen vis voor een eerlijke prijs gepromoot.

‘Een viskweker kweekt geen vis, die kweekt geld.’

Viskweek mag dan een alternatief zijn voor het leegvissen van de zeeën, de duurzaamheid ervan hangt sterk af van de soort en de bedrijfsvoering. Bossier: ‘Een viskweker kweekt geen vis, die kweekt geld. Intensieve viskweek genereert afval. De industriële aquacultuur zoals die zich in de laatste decennia ontwikkeld heeft, heeft zich geconcentreerd op hoogwaardige carnivore soorten met meestal hoge voedereisen. Beide problemen zijn nog onvoldoende aangepakt door de industrie.’

Dit was de eerste fase in de aquacultuur, stelt Bossier. ‘Vandaag wordt er volop gezocht naar duurzame alternatieven. Het antibioticagebruik is sterk gedaald; elke vis wordt vandaag individueel gevaccineerd. Ook het voeder wordt aangepast: vroeger bestond dat bij zalm voor 30 tot 40 procent uit vismeel, vandaag is dat niet meer dan 10 procent. Meer en meer worden er plantaardige producten gebruikt, zoals soja.’

Geïntegreerde teelt

Stef Maruch (cc-by-sa-2.0)

Uiteindelijk moeten monoculturen het veld ruimen voor geïntegreerde teelten.

Maar uiteindelijk moeten die monoculturen het veld ruimen voor geïntegreerde teelten, stelt Bossier. In het water heet dat dan “Geïntegreerde multitrofe aquacultuur, waarbij je een waterbekken hebt met de vissen, mosselachtigen en algen die rond de kooien groeien en zeekomkommers, die op de bodem – 30 tot 40 meter diep – de uitwerpselen van de vissen benutten als substraat om te groeien. Bossier: ‘In Europa is dit nog experimenteel, maar in China heb je baaien van honderden kilometers van algen, mosselachtigen en vissen die op deze manier gekweekt worden in heel helder water.’

Zulke geïntegreerde teelten zouden bijvoorbeeld gestimuleerd kunnen worden door milieuheffingen op monoculturen, merkt Bossier op. Zo’n gesloten, circulair systeem betekent ook makkelijkere controle op ziektes en recente onderzoeksresultaten tonen aan dat de verschillende soorten  een sterkere ziekteresistentie vertonen. Geïntegreerde teelten veronderstellen wel meer technologie en daardoor meer opleiding voor alle betrokken actoren. In Vlaanderen loopt er sinds vorig jaar een studieproject voor aquacultuur op zee, in de zone van de windmolens. Aquavalue is een project van een tiental Vlaamse bedrijven die het potentieel in die zone willen uittesten, wellicht met mosselkweek als een onderdeel, een cultuur die eigen is aan de Noordzee. In 2012 is het Aquacultuurplatform Vlaanderen (www.aquacultuurvlaanderen.be) opgericht als onderdeel van Vlaanderen in Actie. Ook INVE is een Belgische speler die zich toelegt op larvicultuur, de babyvisjes van garnalen in de eerste levensmaanden.

Aqua-Spark is een Nederlands investeringsfonds dat zich uitsluitend richt op duurzame aquacultuur. Het fonds is opgericht in 2013 en tikte eind vorig jaar af op 10 miljard dollar. Streefdoel is 400 miljoen tegen 2025. Aqua-Spark wil investeren in de hele waardeketen, van visvoer tot visproductie, marketing en distributie. Een eerste investering is inmiddels gedaan in Calysta, in San Francisco, een bedrijf voor biotechnologie dat een alternatief voor vismeel produceert. Een tweede investering ging naar Chicoa, een tilapiakwekerij in Mozambique.

Algen, het groene goud

Algenkweek, een mogelijk bijproduct van aquacultuur, geldt trouwens als dé biogrondstof van de toekomst, ideaal voor voedsel, veevoer, meststoffen en als bron van chemicaliën voor de groene chemie. Algengroei verlaagt bovendien het CO2-gehalte van de atmosfeer. Zeewier is ook een bron van hoogwaardige vetten en eiwitten, antioxidanten, vitaminen en essentiële mineralen.

In Nederland zette eind vorig jaar de Noordzeeboerderij (www.noordzeeboerderij.nl) een experiment op met algenkweek voor voedsel, dierenvoer en groene chemie.

Ook Vlaanderen heeft zijn Algenplatform, met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) als trekker. Proviron is een Vlaamse pionier in de industriële productie van microalgen, met kweekinstallaties op de Hooge Maey in de haven van Antwerpen. In eerste instantie is die productie bestemd voor vissen en schaaldieren in aquacultuur, maar het bedrijf hoopt later ook grondstoffen aan te leveren voor voeding en cosmetica.

Vorig jaar kwam een consortium van ondernemingen en onderzoekscentra uit België, Ierland, Marokko, Nederland, Noorwegen, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk met innovatieve textielweefsels die de teelt van zeewier op grote schaal, op een soort van tapijten, mogelijk moeten maken. Het initiatief past in het Europese onderzoeksproject AT~SEA (www.atsea-project.eu). De microalgenkweek voor de zogenaamde derde generatie biobrandstoffen (na de eerste generatie uit voedselgewassen en de tweede uit bijvoorbeeld grassen of bomen) is volgens Peter Bossier op de terugweg. ‘Microalgen voor biomassa is niet echt een goed idee. Ze kunnen beter gebruikt worden voor hoogwaardigere producten.’

 Jean-Marie Hullot (cc-by-sa-2.0)

Voor de farmaceutische wereld is de mariene biodiversiteit een schatkamer. Het gif van een zeeanemoon bijvoorbeeld is een insecticide dat sterker is dan DDT én milieuvriendelijk. Wellicht biedt het ook uitzicht op een nieuwe generatie pijnstillers. Prialt is een pijnstiller die wordt toegediend waar morfine niet meer werkt. De basis voor dit medicijn is afkomstig van een kegelslak uit de zee die een gif ontwikkelt dat kan bewerkt worden tot extreme pijnstiller.

Extreem, dat is misschien de meest gezochte eigenschap van het leven in de diepten van de oceaan. De genetische rijkdommen op de bodem van de zee zijn levensvormen die zich in de extreemste omstandigheden hebben ontwikkeld: in een donkere en koude omgeving en onder extreme druk. Die eigenschappen kunnen een grote medische én economische return opleveren. Vorig jaar zijn er nog 150 nieuwe sponssoorten ontdekt, die mogelijk belangrijk kunnen zijn voor het ontwikkelen van geneesmiddelen in de strijd tegen kanker.

Verantwoord ondernemen

Oceanen en zeeën als nieuw wingewest. Zullen wij wel in staat zijn om daar verantwoordelijk mee om te gaan, wanneer eenmaal blijkt dat daar het blauwe goud ligt? Is het niet beter het voorzorgsprincipe in te bouwen en van de oceaan een verboden zone te maken? De International Union for Conservation of Nature (IUCN) meent van niet. François Simard, expert in mariene ecologie bij IUCN in Genève, Zwitserland:

‘We kunnen de bedrijfswereld er niet alleen op uit laten trekken. We zijn allemaal betrokken partij. Zonder de oceaan geen zuurstof.’

‘Gelet op de groeiende wereldbevolking moeten we wel uitwijken naar onontgonnen gebieden. We kunnen de rijkdommen van de zee benutten, maar zonder het functioneren van de oceaan in gevaar te brengen. Het voorzorgsprincipe hanteren betekent hier een samenwerking opzetten van heel de samenleving: wetenschappers, ngo’s en civiele samenleving, economen en de bedrijfswereld, om samen te beslissen wat we doen en waar. We kunnen de bedrijfswereld er niet alleen op uit laten trekken. We zijn allemaal betrokken partij, want de oceaan gaat over ons leven, over de levensomstandigheden op deze wereld. Zonder de oceaan geen zuurstof.’

Al jaren wordt er, onder impuls van Europa, gepleit voor een wettelijk afdwingbaar instrument voor het beschermen van mariene biodiversiteit in de hoge zee.

Eind januari hebben de pleitbezorgers de kogel door de kerk gekregen. Tegen 2018 moet een ontwerp klaar liggen. Kristina Gjerde van IUCN in Cambridge, VS: ‘Zo’n instrument is dringend nodig. De oceaan ondervindt momenteel stress van het dodelijke trio overbevissing, vervuiling en klimaatverandering. En daar komt nu die economische interesse bovenop. Het gevaar bestaat dat de ecosystemen vernield worden. Daar wegblijven is geen haalbare optie, maar we moeten wel opletten dat we niet alles vernietigen voor we de waarde ervan hebben leren kennen.’

Dit artikel verscheen in het lentenummer van MO*magazine. Voor slechts €20 kan u hier een jaarabonnement nemen!

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Latijns-Amerika & ecologie
    Alma De Walsche schrijft over ecologische thema’s, van klimaat- en energiebeleid, over landbouw- en voedsel tot transitie-initiatieven en baanbrekers. Ze volgt al enkele decennia Latijns-Amerika, met een speciale focus op de Andeslanden.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.