Irene Fernandez: Persona non grata

Analyse

Irene Fernandez: Persona non grata

Sara Frederix

15 december 2003

Het verhaal begint toen de dieren nog spraken en de beurzen nog stegen. Augustus 1995. Mensenrechtenactiviste Irene Fernandez legt de laatste hand aan een lijvig rapport dat de brutale wantoestanden van de miljoenen migratiewerkers in Maleisië aanklaagt.

Naam: Irene Fernandez (52 jaar)
Nationaliteit: Maleisië
Beroep: komt al 30 jaar fulltime op voor mensenrechten (met bijzondere aandacht voor vrouwen)
Non Grata verklaard door: de Maleisische premier
Strafblad: de “moderne slavernij” van migratiewerkers aanklagen
Record: langst lopend proces in Maleisië
Quote: ‘Geen compromissen over liefde, rechtvaardigheid en waarheid.’

Irene en haar mensenrechtenorganisatie Tenaganita spreken van moderne slavernij. Van de drie miljoen migratiewerkers komen er ongeveer een half miljoen legaal het land in. Maar ook veel van die legaal aangekomen werkkrachten raken al snel in de illegaliteit. Malafide werkgevers maken er een gewoonte van hun reisdocumenten en paspoorten af te nemen. Wanneer de politie de arbeiders controleert, vliegen de sans papiers onverbiddelijk naar een gesloten gevangenis. De Maleisische publieke opinie is gechoqueerd, de Maleisische overheid steigert. Eerste minister Mahatir bin Mohamed is furieus op Irene en op de internationale mensenrechtenorganisaties: ‘Dit zijn interne aangelegenheden. Bovendien zijn de internationale mensenrechten gebaseerd op westerse standaarden, niet op Aziatische.’
‘s “misdrijf” dateert uit de tijd dat de Aziatische tijger Maleisië nog goed boerde, en dat migranten uit Indonesië, Filipijnen, Thailand, Birma en Bangladesh meer dan welkom waren om het tekort aan (goedkope en tijdelijke) werkkrachten aan te vullen. Toen de economie in 1998 in elkaar klapte, wou Maleisië zijn gastarbeiders liever kwijt. Zo snel en efficiënt mogelijk: in afwachting van hun vertrek werden ze met tienduizenden in gesloten kampen samengedreven als vee. In mensonterende levensomstandigheden: een rantsoen van twee sneetjes brood, een handvol rijst en twee glazen water per dag. Velen hadden hoge koorts, diarree, tyfus. Alleen de doden  en dat waren er volgens de autoriteiten tweeënveertig  kregen een ziekenhuis van binnen te zien. Wie kloeg, werd ineengeslagen of gemarteld. De vrouwen betast of verkracht.
Een overlever, Ajinder Kaur, vertelt: ‘De politie sloeg ons zonder reden op onze hoofden, handen en benen als we bijvoorbeeld aan het praten waren of niet snel genoeg insliepen. Soms tot we bewusteloos waren. Het was een dagelijkse routine voor de bewakers om hun verveling te verdrijven.’ Hij vertelt de rechter hoe 120 Birmese medegevangenen gedwongen werden elkaar oraal te bevredigen. ‘Sommigen liepen achteraf weg om over te geven. Anderen bleven in het veld staan, doodsbleek, en begonnen te wenen uit schaamte.’ Het rapport van Irene Fernandez bleek op dat moment niet alleen juist, maar zelfs griezelig voorspellend.
1996, een half jaar nadat het rapport verschijnt, wordt Irene Fernandez gearresteerd en begint haar proces - dat ondertussen de prijs wint van het langst lopende proces in Maleisië. Na 150 bezoekjes aan de rechtbank is ze nu eindelijk op borgtocht vrij, zodat ze haar activiteiten in het kader van Tenaganita kan hervatten. Beperkt weliswaar, want haar paspoort ligt nog op de dienst Staatsveiligheid. Daar zal ze allicht de rest van haar leven een belangrijk dossiernummer blijven. Het schrijven van een ophefmakend rapport koste Irene Fernandez nu al ruim zeven jaar die volledig in beslag genomen werden door het proces dat gerust nog een paar jaartjes kan doorgaan en dan wacht haar nog de eigenlijke straf: drie jaar gevangenis en/of een boete van 8000 dollar.
http://caramasia.gn.apc.org/tn_page0.html
http://www.hrw.org/campaigns/malaysia/2000/cases-irene.htm