Ivoorkust barst
Saartje Boutsen
26 mei 2004
De etnische en religieuze spanningen tussen het noorden en het zuiden van Ivoorkust -tussen de rebellen en het nationale leger- zijn weer springlevend. Bij een protestmars tegen de regering van president Laurent Gbagbo eind maart vielen opnieuw doden nadat politie en troepen het vuur op de demonstranten hadden geopend: 27 slachtoffers volgens de regering, meer dan 500 volgens de oppositie. Op deze "zwarte zaterdag" stapten de rebellen en de voornaamste oppositiepartij uit de regering van nationale eenheid en viel het vredesproces stil.
Kruitvat: Ivoorkust
Spanningen sinds: 1999
Betrokken partijen: rebellen van de Forces Nouvelles en de oppositiepartijen tegenover president Gbagbo en het nationale leger
Inzet: de eenheid van het land
De etnische en religieuze spanningen tussen het noorden en het zuiden van Ivoorkust -tussen de rebellen en het nationale leger- zijn weer springlevend. Bij een protestmars tegen de regering van president Laurent Gbagbo eind maart vielen opnieuw doden nadat politie en troepen het vuur op de demonstranten hadden geopend: 27 slachtoffers volgens de regering, meer dan 500 volgens de oppositie. Op deze “zwarte zaterdag” stapten de rebellen en de voornaamste oppositiepartij uit de regering van nationale eenheid en viel het vredesproces stil.
In 1999 was Ivoorkust, een strategisch land in West-Afrika, een voorbeeld van stabiliteit in de regio. Het land is de grootste producent van cacao en trok de voorbije decennia zoveel migranten aan uit buurlanden als Burkina Faso en Mali, dat ze nu tot een derde van de bevolking uitmaken. Toen het economisch bergaf begon te gaan, groeide het ongenoegen over die grote buitenlandse aanwezigheid. In oktober 2000 werd oppositieleider Alassane Ouattara uitgesloten als presidentskandidaat op basis van een wet die het concept “Ivoriaan” centraal stelde. Ouattara had immers geen puur Ivoriaanse afkomst. De groeiende xenofobie leidde zelfs tot geweld. Onder president Gbagbo brak in september 2002 de totale rebellie uit en duizenden Ivorianen sneuvelden in het conflict. Het land viel uiteen in het door rebellen veroverde noorden en het door de regering gecontroleerde zuiden.
De bemiddeling van de voormalige kolonie Frankrijk kwam een jaar geleden een einde aan de burgeroorlog. De regering, de oppositie en de rebellen sloten een akkoord over de verdeling van de macht in een eenheidsregering. Het akkoord voorzag onder meer in ontwapening, de organisatie van verkiezingen, de bepaling van wie zich een Ivoriaanse burger mag noemen en wie niet. Maar de oppositie en de rebellen -bekend als de M7, de zeven partijen die achter het vredesakkoord van Marcoussis staan- verwijten Gbagbo het vredesproces te belemmeren, omdat een nauwkeurige uitvoering van het akkoord tot een verkiezingsnederlaag in 2005 kan leiden. Na de bloedige repressie van eind maart, verliet de M7 dan ook de eenheidsregering.
Gbagbo kondigde aan dat hij bereid was nieuwe gesprekken aan te knopen, maar de oppositie eist dat Gbagbo eerst aan vijf voorwaarden tegemoet komt. De president stemde al stilzwijgend in met de komst van een team mensenrechtenexperts die het oproer van eind maart zullen onderzoeken. Ook een herdenkingsceremonie voor de slachtoffers werd toegelaten. Maar de M7 wil verder dat de regering de veiligheid van de oppositieaanhangers waarborgt, het recht op betogingen respecteert en niet aan mediacensuur doet. De president en zijn achterban vragen op hun beurt de onmiddellijke ontwapening van de Forces Nouvelles, de rebellen in het noorden. Die willen echter niet ontwapenen vooraleer er eerlijke en vrije verkiezingen komen in 2005. Het einde van de politieke impasse lijkt niet meteen in zicht.
VN-secretaris-generaal Kofi Annan liet in april de vredesmacht in Ivoorkust uitbreiden tot 6240 blauwhelmen. Zij moeten de 4000 Franse en 1400 West-Afrikaanse soldaten die er nu al gestationeerd zijn, helpen om de veiligheid in de bufferzone tussen noord en zuid te garanderen. ‘De demarche van Annan leek een doorbraak, maar de groeperingen rond de president beginnen de aanwezigheid van blauwhelmen in vraag te stellen. De situatie blijft heel gepolariseerd’, zegt Karel Arnaut van het departement Afrikanistiek aan de UGent. Rebellenleider Guillaume Soro pleit ondertussen voor een eigen politie- en douanedienst in het noorden om de rust te herstellen. Binnen de oppositie lijken er steeds meer stemmen op te gaan voor een onafhankelijk noorden.