‘In Goma is de burger de motor van de civiele bescherming’

Analyse

Vulkaanuitbarsting in Oost-Congo legt zwaktes van overheidsinstellingen en sterktes van het middenveld bloot

‘In Goma is de burger de motor van de civiele bescherming’

De solidariteit was groot, na de uitbarsting van de vulkaan Nyiragongo in het Congolese Goma twee weken geleden. Lokale organisaties kregen heel wat hulp op de been. Is dat net een sterkte of eerder een nieuwe blamage van het vertrouwen in de nationale overheid?

Twee evacuaties heeft de Congolese stad Goma achter de rug sinds de vulkaan Nyiragongo twee weken geleden uitbarstte. Veel inwoners keren al terug naar huis, hoewel de situatie nog allesbehalve veilig is. ‘Het is tijd voor een echte civiele bescherming’, zei president Tshisekedi. Maar die is er in feite al. ‘In Goma is de burger de motor van de civiele bescherming.’

Ze willen niet langer wachten op hulp die schaars is of helemaal uitblijft, de inwoners van Goma die de stad ontvluchtten na de recente uitbarsting van de Nyiragongo. Dus keren steeds meer mensen terug naar huis. Ook al is het gevaar nog niet helemaal geweken. Ze willen thuis de draad weer oppikken.

Twee maanden vóór de uitbarsting stelde de provinciaal directeur van de civiele bescherming in Noord-Kivu zich nog grote vragen over een mogelijke evacuatie. ‘De tijd die nodig is om tot een evacuatie over te gaan, kan variëren tussen tien minuten en twee dagen. Maar zelfs als ik vandaag twee dagen tijd krijg, wordt dat al heel moeilijk’, stelde Joseph Makundi tijdens een online webinar in april. Hij had toen nog geen flauw idee dat hij de theorie zo snel in de praktijk zou moeten omzetten.

Vandaag kan hij de tweevoudige evacuatie van Goma nog niet evalueren, bekent hij telefonisch aan MO*. De crisis is nog lang niet voorbij. ‘Misschien kunnen we binnenkort van code rood naar oranje. Maar de volgende stap, naar code geel, kan nog wel drie maanden duren.’

Op 22 mei trad de lava buiten de oevers van het kratermeer van de Nyiragongo, en werd Goma in een dreigende rode gloed gehuld. Die avond was al duidelijk dat provinciaal directeur Makundi en de inwoners van Goma geen twee dagen zouden hebben om de stad te evacueren.

De eerste evacuatie werd niet meer dan een ongecoördineerde nachtelijke vlucht van tienduizenden inwoners. In paniek vluchtten ze allemaal naar dezelfde poorten van de stad. ‘De uitbarsting was niet te voorspellen.’ De plannen die Makundi de voorgaande jaren had uitgewerkt, samen met het lokale middenveld , dienden nergens toe.

In de chaos die door de zichtbaar spuwende vulkaan ontstond, verloren meer dan dertig mensen het leven. Bijna de helft daarvan werd slachtoffer van de paniek die uitbrak. Vier gevangenen die wilden vluchten, werden neergeschoten.

Bij een verkeersongeval kwamen minstens 9 mensen terecht onder een gekantelde vrachtwagen. ‘Mijn kleine broer verloor zijn zoontje en vrouw bij dat ongeval’, deelt Paulin Munyagala vanuit Goma. ‘Mijn schoonzus was in verwachting van een tweeling.’

Goma ligt pal aan de Congolees-Rwandese grens. Daar moesten duizenden vluchtende inwoners drie uur lang wachten tot die grens openging. Nochtans had Makundi al in 2018 een plan uitgewerkt met Rwandese collega’s van de aangrenzende Rwandese provincie, een plan dat ook door de gouverneurs was bekrachtigd. Maar een handtekening van nationale leiders, nodig om de grenzen te kunnen openen, bleef uit.

Organisaties in actie

Toen de lava aan de rand van de stad leek halt te houden, concludeerden velen opgelucht dat de uitbarsting niet dezelfde omvang had als een eerdere, in 2002. Toch ontwaakte Goma de volgende dag met een kater. Meer dan 4000 huizen en een belangrijke toegangsweg naar de stad bleken vernield. Meer dan honderd kinderen waren tijden de vlucht gescheiden geraakt van hun ouders.

Kerkgemeenschappen maakten plaats voor de ontheemden. Lokale jongeren, waaronder leden van de mensenrechtenbeweging LUCHA, hielpen bezorgde ouders zoeken naar de verloren kinderen. De Congolese bouwmaatschappij SOCOC ontruimde de geblokkeerde verkeersas tussen Goma en Rutshuru en kon hem vier dagen na de uitbarsting opnieuw openen.

Dat was net op tijd voor de tweede evacuatie, toen metingen van nieuwe bevingen na enkele dagen opnieuw tot ongerustheid leidden.

Jongerenbeweging LUCHA zette een actie op om ouders met verloren gelopen kinderen te herenigen

Meten is weten

Makundi had, als hoofd van de civiele bescherming, tijdens het webinar in april nog de conclusies gedeeld van een recente evacuatieoefening. Zijn dienst had die uitgevoerd samen met actoren uit het middenveld. Bij de oefening had het vier uur geduurd voor de gouverneur de politieke toestemming wilde geven om op te roepen tot evacuatie. Dat moest sneller, zei Makundi toen.

Het Vulkanologisch Observatorium van Goma (OVG) kwam toen ook met een algemene voorstelling van de risico’s van de vulkaan, maar had geen concrete metingen meegebracht, klaagde Makundi. Die indicatoren zijn nodig om politici te kunnen aanmanen om te evacueren.

Zo eenvoudig was het niet, reageerde OVG-directeur Adalbert Muhindo. De metingen van het OVG worden tweewekelijks gedeeld. ‘Maar in die scenario’s kunnen we ons voorlopig alleen baseren op twee eerdere uitbarstingen, die van 1977 en van 2002’, reageerde de directeur toen nog. ‘Het is helemaal niet zeker dat een volgende uitbarsting volgens een gelijkaardig scenario zal verlopen.’

In de maanden vóór de meest recente uitbarsting was de lava in het kratermeer gestegen tot een gevaarlijk hoog peil. Volgens wetenschappers was het vergelijkbaar met het peil in 2002, vlak voor de uitbarsting in dat jaar. Daarbij kwamen naar schatting 245 mensen om het leven en werd ook een groot deel van de stad weggevaagd.

In haar tweewekelijks rapport concludeerde het OVG onlangs dat, ondanks die erg actieve toestand, de woongebieden nog niet bedreigd waren. Code geel bleef dus van kracht: waakzaamheid was geboden, een evacuatie was nog niet nodig.

Na de uitbarsting op 22 mei werd daarom al snel met de beschuldigende vinger naar het observatorium gewezen. Ook de jongerenbeweging LUCHA klaagt al twee jaar het wanbeheer van de instelling aan. Om die reden had de Wereldbank de financiering van een project van OVG zelfs stopgezet.

De sirene luidde die nacht nog even, maar werd niet gehoord buiten een straal van 500 meter. Dat was al geweten na een evacuatieoefening.

Al snel na de uitbarsting gingen berichten de ronde doen. Het centrum zou maanden zonder internet hebben gezeten en het personeel was al een tijdlang niet betaald geweest.

Maar ondanks die interne problemen waren er wel degelijk metingen gebeurd. Internationale vulkanologen bevestigen dat ook zij, op basis van de gekende parameters, de uitbarsting niet hadden kunnen voorspellen.

Vandaag weet Makundi dat de evacuatieplannen en -routes die hij in april had voorgesteld, onbruikbaar zijn gebleken. De sirene luidde die nacht nog even, maar werd niet buiten een straal van 500 meter gehoord. Dat was al geweten na een evacuatieoefening. Maar de uitbarsting kleurde de lucht rood, en dat was voor veel bewoners van Goma genoeg als waarschuwing. De stad liep leeg.

Tweede test

Twee dagen na de uitbarsting zakte een delegatie ministers af naar het Observatorium van Goma. José Panda Kabangu, minister voor Wetenschappelijk Onderzoek, beloofde prompt meer middelen.

Die reactie was te voorspellen, en deed had het OVG ook gedaan. OVG-directeur Muhindo zei tijdens het webinar in april: ‘Kort na een ramp nemen de middelen die worden vrijgemaakt exponentieel toe, waarbij ze zelfs de noden overstijgen. Maar na een tijd zwakt de aandacht voor wetenschappelijke metingen af, en daarmee ook de middelen.’

Hij illustreerde dat met deze grafiek:

Adalbert Muhindo:’ De middelen die voorradig zijn, nemen kort na een ramp exponentieel toe en overstijgen zelfs de noden

Na de eerste uitbarsting nam het team van Muhindo meer dan 100 nieuwe bevingen per dag waar. Dat leidde tot nieuwe ongerustheid. De krater van de Nyiragongo was zichtbaar leeg, maar het magma had zich ondergronds verplaatst. Het bevond zich voor een deel onder Goma en onder het Kivumeer.

Die bevingen en ondergrondse verplaatsing van het magma konden wel eens voor gevaarlijke ontsnappingen van lava en gas zorgen. Het Kivumeer houdt enorme hoeveelheden CO2 en methaangas vast. De verstoring van de stabiliteit van het meer zou misschien gassen doen vrijkomen.

In 1986 vielen bij een gaseruptie in het Nyosmeer in Kameroen meer dan 1200 slachtoffers en werd al het leven rond het meer gedood.

Code rood

In 10 van de 18 wijken is code rood van kracht

Vijf dagen na de vulkaanuitbarsting moest een groot deel van de stad daarom opnieuw geëvacueerd worden. Makundi’s evacuatieplan werd zo aan een nieuwe test onderworpen. ‘Ons plan en de lessen die we leerden uit de evacuatieoefening kwamen nu wel van pas.’

Tien van de achttien wijken van de stad Goma werden verplicht ontruimd. Code rood werd er van kracht. ‘In 2002 was er geen evacuatieplan en bleven mensen gewoon in de stad zelf. Nu konden we hen officieel aanmanen om richting Sake, Rutshuru of Bukavu te trekken’, legt Makundi uit.

Op de weg richting Rutshuru, noordwaarts, was de lava net op tijd geruimd om de tweede exodus mogelijk te maken. De boten richting Bukavu, zuidwaarts, werden gevaarlijk overladen, en ook de weg naar Sake, ten westen van Goma, liep snel vol.

Terwijl Goma in 2002 naar schatting een half miljoen inwoners telde, is dat vandaag vermoedelijk het drievoud of meer. Niemand kan er een exact aantal op kleven, ook al deed het OVG pogingen om de bevolkingsdichtheid en de verplaatsingen van de inwoners per wijk te meten. Vermoed wordt dat op 27 en 28 mei meer dan 400.000 inwoners de stad verlieten.

In werkelijkheid bleken de inwoners van Goma vooral op zichzelf aangewezen.

Het evacuatieplan bevat stipjes die locaties aanduiden waar minder mobiele mensen kunnen worden verzameld. Die worden dan vervolgens door de politie en het Rode Kruis naar verzamelpunten worden overgebracht.

Maar in werkelijkheid bleken de inwoners van Goma vooral op zichzelf aangewezen. Ook leek het evacuatieplan vooral te zijn gebaseerd op een scenario van dreigende, oprukkende lava. Dat is een scenario waarbij inwoners na enkele dagen al kunnen terugkeren, niet dat van een dreiging waarbij mensen voor weken tot maanden hun huis moeten verlaten.

En wat na de evacuatie?

In zijn presentatie had Joseph Makundi niets verteld over wie de inwoners zou moeten opvangen eenmaal ze de stad hadden verlaten. Over hoe ze aan eten en water moeten raken, werd met geen woord gerept.

Dat die basisopvang er niet was, werd snel duidelijk. Het zorgde voor boze reacties bij de bevolking.

Makundi ontkent dat niet. ‘Dit plan is uitgewerkt samen met de lokale bevolking. Wat de opvang van de mensen op de verzamelpunten betreft, zagen we dat de mensen zelf met oplossingen kwamen. Acht uur na de start van de evacuatie had de lokale bevolking al actie ondernomen.’

‘Mensen zijn omliggende dorpen ontvlucht voor het geweld. Ze hebben ook nu geen zin om daar lang te blijven.’

Wat de bevolking aanvoelt als een falen en een gebrek aan opvang, is volgens Makundi een sterkte. ‘De bevolking bleek de motor van de civiele bescherming.’

‘We zijn in Sake met de LUCHA-jongeren op zoek gegaan naar sanitaire voorzieningen voor de vele ontheemden’, getuigt Depaul Bakulu, lid van LUCHA en inwoner van Goma. ‘En voor de allerjongsten kookten we. Maar het was veruit onvoldoende.’

Terug naar huis

Meer dan een vlucht leek ook deze evacuatie uiteindelijk niet. Al na twee dagen keerden mensen weer huiswaarts.

Twee weken na de uitbarsting nemen seismologen nog steeds bevingen waar. ‘Officieel is het nog steeds niet toegelaten om terug te keren’, zegt ook provinciaal directeur Makundi. ‘Maar ik begrijp de keuze van de mensen die het wel doen. Al nemen ze een risico.’

De provincie Noord-Kivu is behalve een vulkanisch gebied ook een conflictregio. Mensen wikken en wegen dagelijks hun opties om te overleven. De vulkaan is niet hun enige bezorgdheid.

‘Goma is sinds 2002 zo snel gegroeid door de onveiligheid in de omgeving. Mensen zijn omliggende dorpen ontvlucht voor het geweld. Ze hebben ook nu geen zin om daar lang te blijven’, reageerde Muhindo bij Radio Okapi begripvol. ‘De kans op een gaseruptie is kleiner geworden, maar we kunnen het nog steeds niet uitsluiten.’

‘Een lokale kerkgemeenschap zamelde hulpgoederen in voor de ontheemden. Maar ’s nachts kwamen gewapende mannen die stelen.’

‘In Sake zamelde een lokale kerkgemeenschap hulpgoederen in voor de ontheemden’, vertelt Depaul Bakulu uit Goma. ‘Maar ’s nachts zijn gewapende mannen die komen stelen.’

‘Mensen keren ook terug naar Goma omdat daar winkels leeggeroofd worden’, vult Paulin Munyagala aan.

Nergens ter wereld zal een evacuatie van een half miljoen mensen vlekkeloos gebeuren. Pas een week na de tweede evacuatie kon het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties beginnen met de verdeling van voedselpakketten. Dat gebeurde voor slechts 40.000 van de geschatte 400.000 ontheemden.

Tijd voor echte civiele bescherming

Het initiatief voor solidariteit en de hulp aan ontheemden kwam van het lokale middenveld, niet van de Congolese overheid. Wat Makundi een sterkte noemt, schaadt volgens activisten eens te meer het vertrouwen in de eigen instellingen. Het zou ook daardoor zijn dat de inwoners van Goma het advies van diezelfde overheid, om nog niet terug te keren, zo makkelijk naast zich neerleggen.

Dat het provinciale evacuatieplan van Goma uit 2018 na drie jaar nog steeds niet op nationaal niveau bekrachtigd werd, geeft weinig hoop dat de oplossing op het nationale niveau te vinden is.

Ook president Félix Tshisekedi maakte vanuit Kinshasa geen al te beste beurt na een eerste evaluatie van deze crisis. Tussen de twee evacuaties in kondigde hij aan ‘een echte dienst voor civiele bescherming en rampenpreventie’ te willen oprichten. Wat hij daarmee bedoelt, is onduidelijk, want op papier bestaat die al.

Ook Joseph Makundi weet niet waar de president op doelde. Hij hoopt dat de civiele bescherming, die nu verborgen zit in structuren van het ministerie van Binnenlandse Zaken, opgewardeerd kan worden. Tot een eigen departement-generaal, met meer macht en middelen. ‘Er zijn ook mogelijkheden om op het terrein meer mensen te hebben. Maar ik hoop ook dat er geleerd kan worden van de samenwerking met het middenveld in Goma.’

‘Een nieuwe nationale structuur voor de civiele bescherming is een opportuniteit’, stelt Depaul Bakulu. ‘Maar op voorwaarde dat die een oplossing biedt voor een probleem en zelf geen nieuwe probleem wordt. Ze mag niet dienen om mensen financieel te belonen of politiek te compenseren. Dat is een probleem waar we nu te vaak mee geconfronteerd worden.’