Dossier: 

Mexico's moment

Mexico is een van de opkomende economieën die tegen 2050 bij de tien grootste van de wereld kan horen. Jim O’Neill, gewezen hoofdeconoom van Goldman Sachs, ziet een beloftevolle toekomst voor Mexico: een bevolking van 110 miljoen inwoners met een gunstige demografische evolutie voor de komende twintig jaar én economische perspectieven die het land groeicijfers boven de tien procent kunnen opleveren. Maar de realiteit is een flink pak genuanceerder.

Bovenop Mexico’s demografische troeven komt de gunstige geografische ligging voor de wereldhandel: de hele noordelijke grens deelt Mexico met de grootste economie van de wereld, de VS, terwijl het tegelijk deel is van de andere groeimarkt –Latijns-Amerika.

Die strategische ligging en de neoliberale oriëntatie van het land verklaren waarom Mexico tien vrijhandelsverdragen getekend heeft met 45 landen, waaronder het verdrag met de VS en Canada, met Japan, met Centraal-Amerika, met Europa, en via de Alliantie van de Pacific ook met Peru, Colombia en Chili.

Leiderschap

De Mexicaanse economie is de tweede grootste van Latijns-America, na Brazilië. De belangrijkste bron van inkomsten zijn de petroleum, de remittances van de Mexicanen die naar de VS migreerden en het toerisme. Daarnaast zijn er de andere belangrijke economische sectoren: de auto-industrie, de agro-industrie, de ruimtevaart, de informatietechnologie en de elektronica.

Mexico beschouwt zichzelf als een speler van belang in de geglobaliseerde wereld en betwist met Brazilië het leiderschap voor de regio. Sinds 1994 maakt Mexico deel uit van de OESO, het behoort tot de G20, is een actief lid van de VN en sinds vier jaar een “strategische partner” van de Europese Unie.

© Dennis Jarvis CC BY SA 2.0

Palenque in Chiapas. Toerisme is een van Mexico’s belangrijkste inkomstenbronnen.

 

Sinds het einde van de Koude Oorlog heeft Mexico echter ingeboet aan diplomatieke invloed. Volgens het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen is Mexico een “diplomatieke dwerg” die zelfs in eigen regio geen beslissende rol speelt.

Op de rand van een recessie

Het optimisme waarmee men naar de Mexicaanse economie kijkt, staat in schril contrast met de realiteit van het land, dat met de huidige regering alweer een ontgoocheling rijker is.

De financiële berichten cultiveerden de idee dat het aantreden van Enrique Peña Nieto als nieuwe president (op 1 december 2012, na een comfortabele overwinning) en een combinatie van gunstige mondiale economische factoren de grote vlucht vooruit van de Latijns-Amerikaanse reus zou inzetten.

De term ‘Mexico’s Moment’ geraakte in zwang in investeringskringen. De gespecialiseerde internationale pers sloofde zich uit in lofbetuigingen voor het team economische medewerkers van de president, met aan het hoofd de secretaris voor Financiën Luis Videgaray Caso –een jonge technocraat van 45, opgeleid in de VS.

De zo verwachte take off bleef een verre fantasie, want de Mexicaanse economie kende in 2013 een sterke vertraging van de groei.

De tweede dag van de nieuwe regering werd er door de drie belangrijkste partijen een erg omstreden pact ‘voor de economische en politieke democratisering van Mexico’ gesloten. Diepgaande hervormingen, op fiscaal vlak, hervormingen in telecommunicatie en in de energiesector, wakkerden de euforie aan van hen die in het Mexicaanse Moment geloofden.

Maar de zo verwachte take off bleef een verre fantasie, want de Mexicaanse economie kende in 2013 een sterke vertraging van de groei, waardoor het land op de rand van een recessie balanceert.

Vicieuze cirkel van armoede

Toen het NAFTA-verdrag op 1 januari 1994 van kracht werd (North American Free Trade Association, het Associatieverdrag tussen Mexico, Canada en de VS) is er iets gelijkaardigs gebeurd. Een andere “hervormingsgezinde” president, Carlos Salinas de Gortari, beloofde toen aan de Mexicanen met NAFTA een historische impuls te geven aan de mogelijkheden van het land, en de overgang van Mexico naar de Eerste Wereld te verzekeren. De internationale pers liet die boodschap euforisch weergalmen in de hele wereld.

Intussen zijn we 20 jaar verder. Het bnp per capita groeide in die periode in Mexico half zo snel als in de rest van Latijns-Amerika. 52 procent van de bevolking leeft nog steeds in armoede, de lonen stegen nauwelijks 2,3 procent en vijf miljoen boeren werden van hun grond verdreven, volgens een studie die het Center for Economic and Policy Research in Washington in februari publiceerde.

Ook de vermeende voordelen van de geografische ligging en de demografische bonus van Mexico zijn relatief. Niettegenstaande zijn uitgebreid netwerk van handelsakkoorden, hangt het land commercieel voor tachtig procent af van de VS.

Alleen al tussen 2010 en 2012 zijn 700.000 Mexicanen van de actieve bevolking in de armoede beland, om daar de 28,2 miljoen te vervoegen die al in armoede leefden.

54 procent van de jongeren onder de 18 – meer dan 21 miljoen – zijn arm. ‘Als die vicieuze cirkel niet doorbroken wordt, zullen we over twintig of dertig jaar een land hebben van ouderen in armoede’, stelt Alejandro González, directeur van de Vereniging Gestión y Acción Social.

Kruistocht tegen Honger

Volgens de meest recente Human Development Index (2012) van het VN-Ontwikkelingsprogramma staat Mexico op de 56ste plaats op de ranglijst met 187 landen. Sinds 2000 laat Mexico in de index onafgebroken een ‘positieve evolutie’ optekenen.

Mexico is echter het tweede “meest ongelijke” land van Latijns-Amerika, na Chili. Dat blijkt uit een rapport dat de OESO in maart publiceerde en waarin verder nog een aantal vernietigende cijfers staan: van de 34 OESO-landen is Mexico hetgene met de laagste overheidsuitgaven in sociale bescherming (7,4 procent van het bnp, tegenover 21,9 procent voor het totale gemiddelde), het laagste inkomen per capita (8000 euro), en meer dan zestig procent van zijn economische activiteit is afkomstig van de informele sector, die geen belastingen betaalt maar evenmin toegang heeft tot sociale zekerheid.

© Franz Jachim CC BY NC ND 2.0

Mexico Stad. Bijna nergens in Latijns-Amerika is de ongelijkheid zo groot als in Mexico.

 

Een memorandum dat de Europese Commissie in september 2012 aan het Europese Parlement bezorgde, stelt dat de sociale uitgaven in Mexico ‘onvoldoende zijn geweest om de armoede aanzienlijk te verminderen’, omwille van ‘het grote aantal programma’s en het gebrek aan coördinatie ervan.’

De Europese Commissie benadrukt dat Mexico een van de landen is met de meest uitgesproken sociale ongelijkheid in de wereld. Opgelijst volgens GINI-coëfficiënt staat Mexico op de 120ste plaats (van de 160 landen in de lijst).

Het programma waar de regering-Peña Nieto mee wil uitpakken om de armoede, de ondervoeding van kinderen en de sociale marginalisering uit te bannen, is de Nationale Kruistocht tegen de Honger. Die werd in januari 2013 in Chiapas gelanceerd. 400 van de 2457 gemeenten van het land zullen hiervan de vruchten kunnen plukken.

Volgens de oppositie vormt het programma echter een onderdeel van de verkiezingsstrategie van de regeringspartij PRI (Partido Revolucionario Institutional), omdat er gemeenten uitgesloten worden die een hogere graad van armoede kennen maar die electoraal minder belangrijk zijn.

Corruptie

Het politieke systeem in Mexico, dat de PRI sinds 1929 in het leven heeft geroepen, is gebaseerd op corruptie, autoritarisme, een nationalistische drang en een cliëntelisme waarbij politici en ambtenaren gunsten verlenen in ruil voor electorale steun.

De Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa beschreef dat in 1990 als een “perfecte dictatuur”. En de rechtse PAN (Partido Acción Nacional), die tussen 2000 en 2012 aan de macht was, gebruikte het politieke systeem in haar eigen voordeel in plaats van het te ontmantelen.

In zijn Corruptie Index 2014 plaatst Transparency International Mexico op plaats 106 van de 175 onderzochte landen. Dat is de slechtste positie van de voorbije negentien jaar.

Ernst & Young karakteriseerde Mexico in december vorig jaar als het meest corrupte land van Latijns-Amerika op businessvlak.

Ernst & Young karakteriseerde Mexico in december vorig jaar als het meest corrupte land van Latijns-Amerika op businessvlak, volgens de resultaten van hun Globaal Fraude-onderzoek.

Geconfronteerd met een civiele samenleving die meer en meer actief is en onafhankelijk van de politieke partijen – zoals de anti-Peña beweging van universiteitsstudenten YoSoy132, anarchistische groeperingen en ngo’s ter bescherming van journalisten, mensenrechtenactivisten, slachtoffers van geweld en consumenten die hun belangen geschaad zien – heeft de PRI-regering praktijken en wetten ontwikkeld met een sterke autoritaire inslag. Sociale protesten worden de kop ingedrukt en gecriminaliseerd. Recente nog volgde de aankondiging dat de inhoud van het internet zal gecontroleerd en gecensureerd worden.

23.640 maffiamoorden

Waar de financiële wereld echt wakker van ligt, is het geweld en de drugshandel in Mexico. Sinds de regering van Felipe Calderón in 2006 de oorlog tegen de drugshandel afkondigde, heeft de onveiligheid ervoor gezorgd – en dat blijkt uit officiële cijfers – dat 400.000 kleine en middelgrote bedrijven de deuren moesten sluiten. Volgens een rapport van de Stichting Vortex is ‘bijna de helft van het territorium van het land onder invloed van de georganiseerde misdaad’.

Meer dan 100.000 personen zijn gedood, 20.000 zijn vermist, en ook met deze president blijft het geweld voortwoeden. Volgens cijfers die het weekblad Zeta in maart publiceerde, werden er in de eerste 14 maanden van de regering Enrique Peña Nieto 23.640 moorden gepleegd, toe te wijzen aan de georganiseerde misdaad.

Imago oppoetsen

President Calderón maakte van de internationale belangstelling voor de opwarming van de aarde gebruik om het imago van Mexico – zwaar aangetast door het geweld en de mensenrechtencrisis – op te poetsen.

Tijdens Calderóns regeerperiode (2006-2012) spande de Mexicaanse diplomatie zich in om het land te branden als een wereldleider tegen de klimaatopwarming. Calderón stimuleerde de investeringen in windenergie, engageerde het land voor een vrijwillige reductie van de CO2-emissies tot vijftig procent tegen 2050 en kwam met het voorstel van het zogenaamde Groene Klimaatfonds, dat in december 2010 tijdens de VN-Klimaattop in Cancún ook goedgekeurd werd.

Nochtans blijkt uit een rapport dat zijn Secretariaat voor Energie in 2008 publiceerde, dat de komende tien jaar het gebruik van fossiele brandstoffen zal blijven stijgen en dat de windenergie, die net als de zonne-energie maar instaat voor een klein deel van de totale elektriciteit, in 2012 geen vier procent zou halen. Nochtans had Calderón dat laten uitschijnen. Het Secretariaat voor Energie becijferde zelfs dat zonne-energie in 2017 slechts 0,97 procent van de energie-mix zou uitmaken.

Een rapport dat de Europese Commissie rond de VN-klimaattop in Cancún lanceerde, stelt dat Mexico onvoldoende hoogopgeleid personeel heeft en onvoldoende kennis van zaken voor industriële energie-efficiëntie, waardoor het erg twijfelachtig is dat het land zijn beloftes op vlak van klimaatbeleid kan waarmaken.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.