Militaire samenwerking groeilanden blijft toekomstmuziek
Len Buggenhout
04 september 2014
Binnen internationale organisaties bundelen de groeilanden steeds vaker de krachten. Staan ze ook op militair vlak schouder aan schouder?
Hun rol op het wereldtoneel is niet zo groot als de BRICS- en MINT-landen zelf zouden willen. Al jaren proberen ze meer macht te verwerven in internationale organisaties zoals de Verenigde Naties. Ze groeperen zich samen met andere opkomende economieën in het Zuiden om een tegengewicht te bieden tijdens internationale conferenties. Toch zijn de geïnstitutionaliseerde machtsverhoudingen amper veranderd.
Als antwoord hierop kondigde de BRICS-landen tijdens hun topoverleg in juli nog de oprichting van een ontwikkelingsbank aan, waarmee ze rechtstreeks in concurrentie treden met de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. De vijf landen toonden hiermee aan dat de wereld voortaan met hen rekening moet houden. MO* gaat na of ook militaire samenwerking tot de mogelijkheden behoort.
De leiders van de BRICS-landen kwamen in juli bijeen
GovernmentZA (cc BY-ND 2.0)
Gebrek aan vertrouwen
Een eerste veiligheidsorganisatie waar een aantal groeilanden lid van zijn, is de Shanghai Cooperation Organisation (SCO). Die verenigt China en Rusland met Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan en Tadzjikistan. Naast beperkte economische samenwerking ligt de focus van de SCO vooral op de bestrijding van terrorisme, separatisme en extremisme. Rusland beschouwt de SCO als een soort oostelijke tegenhanger van de NAVO.
De SCO-lidstaten voeren ook gezamenlijke militaire oefeningen uit. In de laatste week van augustus vond nog een grootscheepse oefening in antiterrorisme plaats in een noordelijke Chinese provincie.
‘In mijn ogen gaat dat meestal om nationale oefeningen onder de vlag van de Shanghai Cooperation Organisation’, zegt Thomas Renard, onderzoeker aan het Belgisch Instituut voor Internationale Betrekkingen (KIIB).
Begin 2014 bracht de secretaris-generaal van de organisatie, Dmitry Fedorovich Mezentsev, een meerdaags bezoek aan waarnemend lidstaat India. Dit zou een teken zijn dat India de ambitie heeft om toe te treden als volwaardig lid. ‘Militaire samenwerking tussen alle BRICS-landen lijkt in de nabije toekomst onbestaande’, zegt Renard. ‘Rusland en China werken immers al samen. Daarnaast is er op dat vlak onderling een groot gebrek aan vertrouwen.’
Brazilië als regionale grootmacht
Ook Brazilië werkt op defensievlak samen met verschillende andere landen. In samenspraak met de buurlanden en de Veiligheidsraad van Unasur, de Unie van Zuid-Amerikaanse Staten, bouwt het land momenteel een nucleaire onderzeeër. Dit maakt deel uit van een maritiem programma en is in overeenstemming met zijn regionale verantwoordelijkheid.
‘Brazilië wil een globale macht zijn en toont daarom veel interesse in een groeiende maritieme aanwezigheid in de Zuid-Atlantische regio’, zegt Renard. ‘De oprichting van een Zuid-Amerikaanse variant van de NAVO wordt immers in overweging genomen.’ Brazilië kan daarin een leidende rol spelen.
Daarnaast werkt Brazilië op het vlak van defensie al samen met Zuid-Afrika en India in IBSAMAR, een gezamenlijke marine ter bescherming van de wateren van de drie landen.
Regionale samenwerking
De vernoemde organisaties zijn veeleer gericht op regionale samenwerking. ‘Het heeft ook geen zin dat Rusland en Brazilië met elkaar samenwerken’, zegt Pieter Wezeman, onderzoeker aan het Instituut voor Internationaal Vredesonderzoek in Stockholm (SIPRI). ‘Beide landen zijn te ver van elkaar verwijderd om dat degelijk te doen.’
‘Rusland en Brazilië liggen te ver van elkaar om militair samen te werken’
Onder dezelfde noemer vallen ook de goede relaties tussen China en Indonesië. ‘Beide landen onderhouden een goede band’, zegt Samuel Perlo-Freeman, expert in militaire uitgaven aan SIPRI. ‘Ze hebben niet alleen een intensieve economische, maar ook militaire samenwerking. Zelfs op het vlak van wapenproductie werken beide landen samen.’
Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met wapenleveringen, en de invloed ervan op de geopolitiek. Rusland levert immers veel laag-technologische wapens aan India en China. Dit is onder andere het gevolg van het wapenembargo van de VS en Europa tegen China. Hierdoor hebben Rusland en China ook een verbond in de VN-Veiligheidsraad.
kaje_yomama (cc BY-NC 2.0)
Andere prioriteiten voor MINT
De MINT-landen hebben nog niet te kennen gegeven concreet te willen samenwerken binnen een bepaald domein. Het acroniem is immers pas recent in zwang, en wijst vooral op het economische potentieel van de vier groeilanden. Op militair vlak hebben ze andere prioriteiten.
Mexico en Nigeria hebben voornamelijk af te rekenen met interne problemen. Beide landen zien zichzelf wel uitgroeien tot een middelgrote macht, maar Mexico zal altijd in de schaduw van de Verenigde Staten, de grote buur, blijven staan. Nigeria kan zich in Afrika onderscheiden doordat het de grootste bijdragen levert aan de vredesmissies van de Afrikaanse Unie.
Turkije heeft zich als lid van de NAVO al verbonden aan militaire verplichtingen en staat te boek als betrouwbare partner van de Verenigde Staten. Turkije ligt op een kruispunt van continenten en belangen, en is daarom ook gesprekspartner van de SCO. Deze rol zal het niet opgeven.
Indonesië voert een zogenaamd “geen vijanden-beleid”. Het ziet bijgevolg niet de noodzaak om in een veiligheidsorganisatie te stappen.
Macht is perceptie
‘India is de grootste leverancier van soldaten voor VN-vredesmissies.’
De enige groep landen die zich op termijn militair kunnen verenigen, zijn bijgevolg de BRICS. ‘Maar zij zijn niet klaar voor militaire samenwerking’, benadrukt Renard nogmaals. ‘Ze hebben verschillende visies en tegenstrijdige belangen. Bovendien is hun militaire apparaat niet complementair. Binnen de NAVO heeft het ook enorm veel tijd gekost om alle militaire bestedingen op elkaar af te stellen.’
‘Bovendien stellen we vast dat India de laatste jaren zijn internationale rol wil laten toenemen’, vult Renard aan. ‘Het land levert intussen 8.000 mensen voor vredesmissies van de Verenigde Naties en is daarmee de grootste leverancier. China betaalt 3,5 percent van het totale budget en levert tweeduizend troepen.’
Daarom spelen de VN uiteindelijk toch een belangrijke rol. ‘De VN omvatten immers per definitie alle internationaal erkende staten’, zegt Alexander Mattelaer van het Instituut voor Europese Studies (IES) aan de Vrije Universiteit Brussel. ‘De machtsverhoudingen in de wereld worden dààr bepaald.’
‘Macht is perceptie: je bent geen grote macht als niemand je zo beschouwt’, besluit Renard. ‘De [groei]landen kijken kritisch naar de VN en de Wereldbank, maar willen er tegelijk deel van blijven uitmaken omdat ze alleen zo meer erkenning als militaire en economische grootmacht zullen krijgen.’