Dossier: 

Nigeria: van buitenbeentje tot centrale speler

Het voorbije decennium was Nigeria een van de snelst groeiende economieën ter wereld, met jaarlijkse bnp-groeicijfers boven de zes procent. Combineer die groei met stevige reserves in buitenlandse valuta, een gezond handelsoverschot, tanende inflatie, een behoorlijk stabiele wisselkoers en –niet onbelangrijk– Afrika’s grootste bevolking: dat alles samen geeft al een idee waarom Nigeria zo hoog genoteerd staat in de lijstjes met topbestemmingen voor investeerders die gefocused zijn op opkomende markten.

Het indrukwekkende macroeconomische verhaal van Nigeria begint met de terugkeer naar de democratie in 1999, na zestien jaar militair bestuur. Olesugun Obasanjo, die het land al eens bestuurd had als militair dictator tussen 1976 en 1979, trad als verkozen president aan in mei 1999. Hij trof een land aan dat economisch op de knieën zat. De schaduw van het leger hing laag en groot over het land, de buitenlandse reserves waren erg mager, de kapitaalmarkten onderontwikkeld en de infrastructuur aan diggelen.

Obasanjo vatte meteen een programma van economische hervormingen aan, met de klemtoon op de privatisering van staatsbedrijven, de liberalisering van de economie, hervormingen in de sector van banken en pensioenen, de modernisering van de ambtenarij en het wegwerken van de zware schuldenlast. De doelstellingen werden echter niet overal gehaald.

De schuldenverlichting en de pensioenhervorming waren een succes, maar op het vlak van de federale bureaucratie werd niet veel vooruitgang geboekt. Acties tegen valse medicijnen en internetfraude waren succesvol, maar overheidscorruptie – met name op deelstaatniveau – bleef welig tieren. De tegoeden van de banken zwollen aan, maar het regulatorisch overzicht bleef achter, wat tot een crisis leidde toen de wereldeconomie in 2008 ineenzakte.

In de elektriciteitssector werd wel baanbrekend wetgevend werk verricht, maar op het terrein bewoog bijzonder weinig en slaagde men er niet echt in het licht langer te laten branden.

© Jeff Attaway CC BY NC 2.0

Groei zit in de genen

De economische hervormingen zijn maar één deel van het groeiverhaal in Nigeria. De demografische ontwikkeling speelde ook een sleutelrol. Met zowat 170 miljoen inwoners is Nigeria vandaag het volkrijkste land van Afrika en het zevende volkrijkste in de wereld. Met het huidige aangroeipercentage en tegen de achtergrond van verminderende fertiliteit in Europa en Azië, zal Nigeria volgens de VN tegen 2050 enkel nog voorafgegaan worden door India en China.

Nigeria’s jonge bevolking vertegenwoordigt een enorm potentieel aan werkkrachten en consumenten.

De helft van de Nigeriaanse bevolking is jonger dan achttien jaar. Driekwart is jonger dan 35. Die jonge bevolking vertegenwoordigt een enorm potentieel, zowel in termen van arbeid (indien ze voldoende geschoold zijn) als op het vlak van consumptie (met toenemende koopkracht).

De rudimentaire staat van de Nigeriaanse infrastructuur speelt ook mee. De vele jaren van verwaarlozing én de groeiende verwachtingen van de bevolking op het vlak van telefoonverbindingen, elektriciteitsvoorziening en transport, maakten het land klaar voor grote investeringen. In 1999 had Nigeria minder dan één telefoonlijn voor elke 200 inwoners en slechts 17 van de 79 elektriciteitscentrales waren in werking.

Nollywood

Een land met zo een lage vertrekbasis biedt investeerders meestal mooie verassingen. In 2001 werden de eerste mobiele telefoonlicenties uitgereikt. Vandaag zijn er meer dan 120 miljoen mobiele telefoonverbindingen, waardoor de discussie over vaste telefoonlijnen irrelevant werd. Volgens de Nigeriaanse Communicatie-commissie heeft de helft van al die mobiele telefoons verbinding met het internet.

MTN Nigeria, een van die eerste operatoren, is vandaag de meest lucratieve takken van de MTN-onderneming, die actief is in meer dan twintig landen: het is op zijn eentje verantwoordelijk voor een kwart van alle abonnees en van de winst van het moederbedrijf. Als gevolg van de enorm toegenomen communicatiemogelijkheden, is ook e-commerce booming business in Nigeria, van het boeken van vluchten en overnachtingen tot het downloaden van muziek en films.

Nollywood, de Nigeriaanse filmsector, is groter dan Hollywood.

De sterkste groei werd in Nigeria opgetekend in de sectoren van telecommunicatie, entertainment (muziek- en filmproductie en -distributie) en de dienstensector. Nollywood – de Nigeriaanse filmsector die begin jaren negentig van start ging en in 2008 groter werd dan Hollywood – is nu goed voor 4,3 miljard euro of 1,4 procent van het Nigeriaanse bnp. Niet slecht voor een industrie die zijn ontwikkeling met bijzonder weinig overheidssteun of institutionele investeringen moest waarmaken.

Het toenemende belang van dit soort nieuwe sectoren voor de economie ging gepaard met de relatieve terugval van landbouw – tot nu de grootste sector van de economie – en van olie en gas – de ruggengraat van de economische groei, verantwoordelijk voor meer dan negentig procent van de exportinkomsten en negentig procent van de buitenlandse valuta.

De olieproductie is de voorbije jaren gestagneerd, als gevolg van illegale opslag, gewapende strijd, verminderde vraag vanuit de VS en commerciële onzekerheid voor de multinationale oliebedrijven door wetgevende initiatieven die de afspraken binnen oliecontracten in Nigeria zouden moeten herzien.

Tot de jaren zeventig – toen Nigeria olie op commerciële schaal begon te produceren – was het leeuwendeel van het bnp afkomstig van landbouwproducten zoals cacao, katoen, palmolie, aardnoten en rubber. De voorbije vier decennia ging de landbouwproductie stelselmatig achteruit, met als gevolg dat Nigeria nu afhankelijk geworden is van voedselinvoer. Het land is bijvoorbeeld een van de belangrijkste importeurs van rijst, bloem en vis.

De voorbije jaren werd een ernstige poging ondernomen om die trend om te keren. Akin Adesina, minister van Landbouw, heeft zwaar ingezet op een landbouwhervorming die vooral de lokale productie ten goede moet komen en die de greep van corrupte netwerken op de distributie van zaden en meststoffen probeert te breken. Voor hem moet landbouw veel meer gezien worden als een business en minder als een sociale dienstverlening. Hij gaat er prat op dat er al meer dan tien miljoen boeren geregistreerd zijn in een overheidsdatabank. Maar dat lost de voedselafhankelijkheid van het buitenland zeker nog niet op, wat jaarlijks tot miljarden euro’s aan importkosten blijft leiden.

De nieuwe club

De economische groei van Nigeria werd in 2011 door Fidelity, een Amerikaanse investeringsbank, vertaald in de opname van het Afrikaanse land in de jongste club opkomende landen, de MINT (Mexico, Indonesië, Nigeria, Turkije). Het was een soort tweede kans, nadat Nigeria uit de boot gevallen was bij de samenstelling van de BRICs (Brazilië, Rusland, India, China) door Jim O’Neill van Goldman Sachs in 2001. De vier MINT-economieën maakten ook al deel uit van Goldman Sachs’ Next-11, een groep opkomende landen waarvan de firma in 2005 al stelde dat ze tot de nieuwe generatie opkomende economieën zou behoren.

O’Neill schreef, als reactie op een BBC-serie over de MINT, dat ‘als Mexico, Indonesië, Nigeria en Turkije hun zaken goed op een rij krijgen, ze wel eens de Chinese groeicijfers van de periode 2003-2008 zouden kunnen evenaren, met pieken tot boven de tien procent’.

CC BY NC 2.0 e.r.w.i.n
 

Tot begin dit jaar was Nigeria echter het buitenbeentje in de club. Mexico, Indonesië en Turkije behoren tot de twintig grootste economieën ter wereld, Nigeria stond genoteerd op een 39ste plaats. O’Neill: ‘Nigeria is anders, voor een deel omwille van een algemenere ontwikkelingsachterstand in Afrika. Maar als Afrikaanse landen zouden ophouden met vechten en zouden beginnen handeldrijven met elkaar, dan zijn de kansen van Nigeria groot.’

Door de nieuwe berekening van de Nigeriaanse economie staat het land plots op de 26ste plaats in de wereldranglijst.

Door de nieuwe berekening van de Nigeriaanse economie, in april 2014, staat het land plots echter op de 26ste plaats in de wereldranglijst. Zo is de kloof met de drie andere MINT-landen meteen een pak kleiner en groeien ook de vooruitzichten om deel te kunnen uitmaken van de G-20, waartoe ook Zuid-Afrika reeds behoort.

Niet iedereen is echter even enthousiast over het hele BRIC-MINT-gedoe. Sommige critici zien het louter als een marketingtruc. Anderen wijzen erop dat economisch optimisme erg veranderlijk is. De BRIC-euforie is allang afgekoeld, nu de groei vertraagt, de wisselkoersen verslechteren en de inflatie aantrekt. De MINT, stellen zij, zijn niet minder kwetsbaar voor die tendensen dan de BRIC.

Ongelijkheid

Alle economisch succes ten spijt is er voor de gewone Nigerianen de voorbije jaren bitter weinig veranderd. Volgens de Wereldbank woont zeven procent van alle extreem arme mensen in Nigeria, terwijl het land maar twee procent van de wereldbevolking huisvest. Volgens officiële cijfers leeft tweederde van de Nigerianen vandaag in armoede, tegenover “slechts” een derde in 1980.

Tweederde van de Nigerianen leeft in armoede.

Zelfs de zogenaamd groeiende welvaart in Nigeria volstaat niet in de context van de snel groeiende bevolking. Dat maakt het extra moeilijk om de doelstelling te realiseren om miljoenen uit de spiraal van armoede te tillen en op weg te zetten naar een stabieler middenklasseleven. Al moeten we daaraan toevoegen dat de ongelijkheid die Nigeria kenmerkt niet noodzakelijk negatief afsteekt tegen de ongelijkheid van andere landen in sub-Saharaans Afrika of in andere opkomende economieën. Al doet dan weer niet af aan de vaststelling dat ongelijkheid zowat overal ter wereld bovenaan de politieke en maatschappelijke agenda is komen staan, van Azië over Europa en Noord-Amerika tot Afrika.

Verzet via hashtags

De jaren van militaire dicatuur hebben op veel verschillende manieren het heden en de toekomst getekend, maar de belangrijkste erfenis is misschien wel de psychologische impact van de subtiele en niet-zo-subtiele aanvallen op rechten en vrijheden, van de overtuiging dat de absolute macht bij de regering rustte en niet uitgedaagd kon worden; van het volkomen falen van de rechterlijke macht tegenover de militaire decreten; van de bijna-totale ineenstorting van de rechtsstaat.

Zelfs vijftien jaar later zijn al die zaken allesbehalve verre herinneringen. Presidenten en deelstaatgouverneurs worden weliswaar direct verkozen door de bevolking, ze oefenen hun macht nog steeds vaak op dictatoriale wijze uit. Het gerecht wordt nog altijd dikwijls genegeerd. Mensenrechtenschendingen zijn wijdverspreid.

President Goodluck Jonathan is een van de populairste staatshoofden op Facebook.

Toch is er ook op die vlakken vooruitgang geboekt, deels dankzij het internet en de sociale media. Het aantal internetgebruikers in Nigeria bedraagt naar schatting zestig miljoen, al gaat het niet voor iedereen om dagelijks internetgebruik. President Goodluck Jonathan is een van de populairste staatshoofden op Facebook, terwijl ook burgers dikwijls gebruik maken van Facebook en Twitter om campagnes op te zetten voor beter bestuur, voor transparantie en verantwoording, of om rekenschap te vragen van politici en ambtenaren.

Boko Haram

Nigeria’s stijgende status creëert terecht verwachtingen bij de bevolking – tegelijk het belangrijkste kapitaal van het land. Zo lang er niet fundamenteel iets gedaan wordt aan de hoge ongeletterdheid, werkloosheid en armoede, betekent de grote en snel groeiende bevolking een permanent risico op explosieve sociale onrust.

Een glimp daarvan kan je al opvangen in het noordoosten van Nigeria, waar de verwoestende opstand van Boko Haram nu zijn vijfde jaar is ingegaan en steeds nadrukkelijker de eenheid van Nigeria bedreigt. De kracht van Boko Haram is de schier onuitputtelijke reserve misnoegde jongeren die het product zijn van decennia corrupt en incompetent bestuur. Het noorden hinkt dan ook decennia achterop in vergelijking met het zuiden wat scholingsgraad en alfabetisatie betreft. Er zijn zo goed als geen economische vooruitzichten en de economische sectoren die er echt toe doen – olie en gas, entertainment en financiële sector – zijn allemaal geconcentreerd in het zuiden.

Om zijn toekomstpotentieel waar te maken, zal Nigeria de maatschappelijke verrotting in het noorden moeten aanpakken én het moet de miljoenen armen – ongeacht hun etniciteit of woonplaats – verzekeren dat ze deel zullen hebben aan het economische succesverhaal.

Nigerianen willen graag bovenaan de lijstjes met Gelukkigste Mensen ter Aarde staan.

Miljarden zullen geïnvesteerd moeten worden in de opbouw van een functionerende infrastructuur, met name voor elektriciteit, transport, gezondheidszorg en onderwijs. Geld alleen zal niet volstaan. Er is ook veel politieke wil nodig om de noodzakelijke hervormingen door te voeren, tegen de gevestigde belangen in van degenen die gediend zijn bij het handhaven van een corrupte en inefficiënte status-quo.

De weg is nog lang en ligt bezaaid met mijnen. Nigerianen willen graag bovenaan de lijstjes met Gelukkigste Mensen ter Aarde staan, wat misschien te maken heeft met ‘s lands obsessie met de geruststellende waarheden van religie, en met de neiging om fantastische feestjes te bouwen. Of dat vertaald kan worden in de bereidheid om langdurige inspanningen en opofferingen te leveren, opdat het leven voor iedereen echt het vieren waard zou worden, is verre van zeker.

Tolu Ogunlesi werkt als dichter en freelance journalist in Nigeria.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.