‘Vanuit mijn rolstoel kon ik niet aan de stemcomputer’

Analyse

Hoe toegankelijk zijn de verkiezingen echt?

‘Vanuit mijn rolstoel kon ik niet aan de stemcomputer’

‘Vanuit mijn rolstoel kon ik niet aan de stemcomputer’
‘Vanuit mijn rolstoel kon ik niet aan de stemcomputer’

Jani Lambrechts

23 mei 2024Updated: 23 mei 2024

900.000 stemgerechtigden gingen in 2019 niet naar de stembus. Sommigen eenvoudigweg omdat ze niet willen stemmen. Maar voor anderen gaat het om praktische en structurele belemmeringen. ‘Als de politiek je niets kan schelen, snap ik dat je thuisblijft.’

Als mensen met een beperking vervolgens thuisblijven, ontstaat een vicieuze cirkel en is er minder politieke aandacht voor hen.

© Jenny Stieglitz

Met bijna 8,5 miljoen trekken we binnenkort naar de stembus. Ieder van ons heeft stemrecht, maar er geldt ook een opkomstplicht. Dat is een grote uitzondering. Slechts in 27 landen wordt verwacht dat iedereen stemt.

Bij de vorige Europese verkiezingen in 2019 was de opkomst met 88,74% in ons land de hoogste van de hele EU. Het EU-gemiddelde lag op slechts 50,66%. De laagste opkomst was te zien in Slowakije (24,74%), Tsjechië (28,72%) en Slovenië (28,89%).

In 2021 werd de opkomstplicht voor de gemeente- en provincieraadverkiezingen in België afgeschaft. In oktober zullen we dus niet meer verplicht naar het stembureau moeten. Het is een beslissing die politicoloog Bram Wauters, hoofd van de onderzoeksgroep GASPAR aan de Universiteit Gent, betreurt.

In de groep 85-plussers stemt één op de twee niet meer. Bij bewoners van woonzorgcentra stijgt dat cijfer zelfs naar negen op de tien.

Ondanks de opkomstplicht gingen in 2019 900.000 geregistreerde kiezers toch niet naar het stembureau. Nochtans is het belangrijk dat iedereen zich wél laat horen, benadrukt Wauters. ‘Om beter vertegenwoordigd te zijn.’ Politici en hun partijen gaan bovendien bewust op zoek naar stemmen. Aandacht hebben voor wie niet gaat stemmen, is electoraal gezien niet aantrekkelijk.

Een deel van de niet-stemmers uit 2019 deed dat doelbewust niet, omdat ze vinden onvoldoende politieke kennis te hebben en daardoor niet genoeg zelfvertrouwen hebben om een stem uit te brengen, vertelt Wauters. Daarnaast is er een groep die geen tijd in politiek wil investeren. ‘Je kan de vraag stellen of het nut heeft dat deze mensen stemmen, want het gaat om ongeïnformeerde stemmen.’

Wel willen, niet kunnen

Behalve mensen die er bewust voor kiezen om niet te gaan stemmen, is er ook een groep die dat wel wil, maar niet kan door structurele barrières of praktische belemmeringen. Ongelijke verkiezingsdeelname noemt het Interfederaal Gelijkekansencentrum Unia daarom alarmerend. Meer nog, Unia spreekt over een risico voor de Belgische democratie in het kader van de informatiecampagne Een stem voor iedereen in 2024?

‘Representatieve democratie weerspiegelt wat burgers willen’, beaamt Wauters. ‘Als bepaalde groepen niet komen opdagen voor de verkiezingen, kan de politiek met hen weinig rekening houden.’

Soms speelt leeftijd een belangrijke rol, geeft Unia als voorbeeld. In de groep 85-plussers stemt één op de twee niet meer. Bij bewoners van woonzorgcentra stijgt dat cijfer zelfs naar negen op de tien die niet meer gaan stemmen.

Voor sommige jongeren geldt dan weer een gebrek aan gewoonte óf net grotere interesse in alternatieve, niet-electorale participatievormen_._ Ook ontgoocheling speelt een rol, omdat ze zich niet voldoende vertegenwoordigd voelen, wat leidt tot wantrouwen. Dit kadert binnen een bredere tendens. Uit een studie van de Vrije Universiteit Brussel over het absenteïsme blijkt dat slecht 29,5% van de burgers de nationale regering in België vertrouwt.

Behalve de geregistreerde stemgerechtigden die niet gaan stemmen, is er nog een groep mensen die uit de boot valt omdat ze niet voldoen aan de voorwaarden om te mogen stemmen in België. Iemand kan zijn stemrecht bijvoorbeeld verliezen als gevolg van een strafrechtelijke uitspraak.

Maar vrederechters kunnen ook het stemrecht afnemen van mensen die onbekwaam worden geacht om te stemmen. Een federale wetswijziging van maart 2023 laat vrederechters toe het stemrecht te ontnemen in het kader van bewindvoering. Unia vreest dat dit het stemrecht van veel mensen met een handicap zal ondermijnen.

Quinten Vercruysse, medewerker van Unia, laat weten dat het aantal meldingen bij het centrum toeneemt over het systematisch afnemen van stemrecht bij procedures van bewindvoering. Na de vorige federale verkiezingen in 2019 voerde Unia onderzoek naar de deelname van personen met een beperking aan de verkiezingen. ‘Uit gesprekken met vrederechters bleek dat ze vaak over te weinig tijd en middelen beschikken om goed te kunnen inschatten welke handelingen een persoon wel nog kan uitvoeren, als de juiste ondersteuning er is.’

Gratis vervoer

In het algemeen is kúnnen stemmen voor veel personen met een handicap geen evidentie. Ze kunnen ervoor kiezen iemand anders een volmacht te geven of zich toch naar het stemlokaal te begeven. Daar mogen ze zich laten begeleiden door een persoon naar keuze.

‘Ik neem het zekere voor het onzekere. Mijn partner gaat als begeleider mee naar de stemlokalen’, legt Kwinten Van Heden uit. De acteur en theatermaker heeft een aangeboren handicap en zit in een rolstoel. Zijn stembrief bevat geen informatie over de toegankelijkheid van zijn stemlokaal wat voor hem altijd onzekerheid meebrengt.

‘Als politiek je niets kan schelen, begrijp ik dat je die obstakels en onzekerheid liever niet trotseert en thuisblijft.’

Voor de verkiezingen op 9 juni stelden Binnenlandse Zaken en de Vlaamse overheid wel concrete aanbevelingen en richtlijnen op voor de toegankelijkheid van de meer dan 11.000 stembureaus. Dit jaar kunnen rolstoelgebruikers of mensen met een fysieke handicap voor het eerst een beroep doen op gratis vervoer naar hun stemlokaal.

Ook in het stemlokaal gelden belangrijke regels. Een vertrouwenspersoon of bijzitter naar keuze mag een kiezer met een handicap begeleiden naar het stemlokaal en -hokje. Aan de ingang mogen geen trappen aanwezig zijn of er moet in een hellend vlak worden voorzien. Stewards om mensen met een handicap bij te staan kunnen ook worden ingezet.

Bij de vorige verkiezingen in 2019 merkte Van Heden al op dat de bijzitters beter gesensibiliseerd waren voor mensen met een handicap. Maar in het stemhokje was er geen rekening gehouden met hen. De stemcomputer stond nog op een te hoge tafel voor iemand in een rolstoel. ‘Ik moest me opdrukken uit mijn rolstoel om mijn stem te kunnen uitbrengen.’

Toch wil hij ook dit jaar absoluut zijn stem uitbrengen, ondanks de praktische obstakels. Als medewerker in de onderwijs- en cultuursector kijkt hij met enige angst naar de polarisering in de samenleving. Maar hij begrijpt wel waarom anderen zouden thuisblijven. ‘Als politiek je niets kan schelen, begrijp ik dat je die obstakels en onzekerheid liever niet trotseert en thuisblijft.’

Van Heden gelooft in het nut van een permanentielijn tijdens de verkiezingsdag. ‘Wie problemen met toegankelijkheid ondervindt, kan dan iemand bereiken die meezoekt naar oplossingen. Zo kan het meteen ook hogerop worden gesignaleerd en in kaart worden gebracht, zodat er in de toekomst mee aan de slag kan worden gegaan.’

‘In het middenveld beweegt er al veel, waar ik dankbaar voor ben. Maar het mag wel eens structureel gemaakt worden, en dat gaat verder dan enkele richtlijnen en doelstellingen voor de toekomst.’

© Jenny Stieglitz

Voor Kwinten Van Heden stond de stemcomputer in 2019 nog op een te hoge tafel. ‘Ik moest me opdrukken uit mijn rolstoel.’

© Jenny Stieglitz

Praten met, niet over

Ook Fien Criel, politicologe en ervaringsdeskundige, vindt het Belgische stemproces niet toegankelijk genoeg. Haar lichte fysieke handicap valt anderen amper op. Zelf kan ze probleemloos haar stem uitbrengen, maar ze stelt zich wel vragen over de toegankelijkheid voor personen met een zwaardere handicap. ‘Ze zijn nog niet gehoord als het gaat om de vraag hoe verkiezingen voor hen aangenaam gemaakt kunnen worden.’

Van Heden beaamt dat er stappen worden gezet, maar vindt ook dat politici zich veel minder inzetten voor personen met een handicap dan dat ze doen voor andere minderheden, zoals mensen met een migratieachtergrond of de lgbti+-gemeenschap. ‘Mensen met een handicap zijn niet sexy. Mensen worden er niet graag mee geconfronteerd. Dus waarom zouden we hoog op de politieke agenda worden gezet?’

Als mensen met een beperking vervolgens thuisblijven, ontstaat een vicieuze cirkel. In politieke programma’s en tijdens verkiezingen is er weinig aandacht voor mensen met een beperking. Door het gebrek aan aandacht gaan meer mensen niet stemmen, waardoor ze voor politici nog steeds geen belangrijk kiespubliek zijn. ‘Als we niet worden gezien als een groep mensen die zelfstandig, met onze rechten, kunnen denken en handelen, is het voor sommigen moeilijk om echt een positie in te nemen’, aldus Criel.

Verantwoordelijkheid

Wiens verantwoordelijkheid is het om verkiezingen toegankelijk te maken? ‘Zeggen dat politici meer hun best moeten doen, is te eenvoudig’, zegt Wauters. ‘Door het grote wantrouwen is het geloofwaardiger dat het middenveld en burgers mensen aansporen om hun stem uit te brengen.’

Criel beaamt: ‘Als je structureel uitgesloten wordt, is je wantrouwen tegenover de mensen die je moeten vertegenwoordigen groter.’ Maar alleen rekenen op het middenveld heeft ook zijn uitdagingen, want het wil zeggen dat mensen zichzelf moeten identificeren met hun handicap. ‘Dat blijft een drempel. Je beperking opnemen als identiteit brengt weinig trots mee.’

Aanbevelingen voor de toegankelijkheid van deze verkiezingen komen vooral voort uit gesprekken met het middenveld en organisaties zoals Dito vzw, een vereniging voor en door personen met een handicap of chronische ziekte. ‘Dit jaar roepen wij actief op om te gaan stemmen. Hoe meer mensen dat doen, hoe meer druk we kunnen zetten op de politiek’, vertelt Reinhart Niesten, stafmedewerker bij Dito vzw.

Ook Inter, het Vlaamse expertisecentrum toegankelijkheid, geeft in opdracht van de Vlaamse overheid advies rond de toegankelijkheid van de verkiezingen. ‘Maar het zijn de overkoepelende overheden die de verkiezingen coördineren. De steden en gemeenten staan uiteindelijk in voor de praktische toegankelijkheid’, zegt Thomas Desmet, medewerker bij Inter.

Het advies van Inter werd opgenomen in ministeriële besluiten, zowel op Vlaams als federaal niveau, wat de toepassing ervan verplicht maakt. Alleen blijven controles en sancties bij niet naleving van de regels uit. Criel vindt de gevraagde aanpassingen redelijk, maar toegankelijke stemlokalen zijn slechts één stap in de richting van het einddoel: een echte inclusieve samenleving, waarin alle burgers actief betrokken worden en over gelijke kansen beschikken.

Cara Verhees werkte mee aan dit artikel.

Waarom spreken we in dit artikel over ‘personen met een handicap’ in plaats van ‘personen met een beperking’?

We volgen het advies dat GRIP vzw, de mensenrechtenorganisatie van en voor personen met een handicap, hierover geeft. GRIP vzw geeft aan dat beide gebruikt mogen worden, maar ook dat er een verschil in betekenis bestaat. Een (functie)beperking verwijst naar een persoonseigenschap. Een handicap verwijst naar maatschappelijke drempels die iemand ervaart. ‘Een handicap ontstaat wanneer iemand met een beperking geconfronteerd wordt met obstakels in de maatschappij’, aldus GRIP vzw.

Omdat dit artikel gaat over de drempels die kiezers kunnen ervaren tijdens het stemproces, koos MO* voor ‘personen met een handicap’. Alleen wanneer een gesprekspartner expliciet ‘beperking’ verkoos, schreven we ‘met een beperking’.