Speelplaats de wereld


Dimitri Verhulst
07 december 2012
Kinderen zijn mensen en dus wreed. En omdat hun karakter nog niet gedekt wordt door de laklaag der beschaving en zij de camouflagetechnieken van de volwassenen nog niet helemaal onder de knie hebben, kan die wreedheid soms onbeschaamd en bloot op de wereld worden losgelaten. Speelplaatsen op school hebben iets, zo niet zeer veel, van een oorlogsgebied. Zo klinken ze ook.
In de dagelijkse sleur van bloedneuzen, losgetrokken plukken haar, dicht te naaien wenkbrauwen en uitgeklopte melktanden is ongetwijfeld het fundament gegoten van mijn sociale strijdvaardigheid. Maar een (on)rechtvaardigheidsgevoel was niet het enige waarmee ik was verrijkt, helaas: ook het besef dat er een vette fond van slechtigheid huist in velen onder ons en dat problemen vaak met grotere problemen worden opgelost, heeft zich daar, onder de basketring van een niet nader te noemen college, meester van mij gemaakt.
Wie niet sterk was moest slim zijn en zichzelf voortdurend zien te laveren langsheen allerlei conflicten zonder duidelijk aantoonbare oorzaak. Hypocrisie, onderdanigheid, onbetrokkenheid, kontlikkerij, en zo meer, konden daarbij handige wapens zijn. Je was er niet fier op, maar je behield er tenminste wel je tanden mee.
Mandela
Belangrijke levenslessen worden soms vergeten en zo kon het gebeuren dat ik als een blije, optimistische jongeman de laatste horden van het middelbaar onderwijs nam. Wat er om mij heen in de wereld gebeurde was dan ook geen appelepap. Nelson Mandela kwam vrij, en dat was het mooiste antwoord dat de geschiedenis geven kon aan alle sarcasten die neerbuigend hadden gelachen met de T-shirts van Amnesty International die ik had gedragen (als deze van Greenpeace in de mand met vuile was lagen).
Het in elkaar stuiken van de apartheid was de sierlijkste uppercut op het mombakkes van diegenen die hun neus hadden opgetrokken voor de ‘naïeve’ inzet van muzikanten als U2, Peter Gabriel, Bob Geldhof, die hele wereldverbeterende bende, die er uiteraard door de zure augurken onder ons van werd verdacht enkel de nek uit te steken voor het goede doel om een positie te verstevigen in de popcharts.
Strijd om menselijkheid
Veel illusies zou ik nog kwijtspelen in mijn leven, sommige zelfs sneller dan ik voor mogelijk hield, maar dat kunst een krachtige oppositievoerder is dus lekker niet. Ik mocht behoren tot de generatie die het bevlogen over ‘perestrojka’ en ‘glasnost’ had. De Koude Oorlog kwam uiteindelijk haast geruisloos aan z’n eind, alsof het al die jaren om een bagatel was gegaan. Het IJzeren Gordijn werd vermalen tot tennisgravel, de totalitaire en volkshatende regimes in Oost-Europa kwamen ten einde, zonder dat er één droppel bloed werd vergoten!!!
Václav Havel, een schrijver, mijn schrijver, of dan toch één van, verkaste van de gevangeniskerker naar het presidentieel paleis. Het was de weelde van die dagen: de mens hernam z’n strijd om menselijkheid en leek daar wonderwel goed in te slagen. Hoe had ik ánders in mijn adolescente wereld kunnen staan, dan optimistisch?
Hitler gereanimeerd
Oeps, foutje natuurlijk; ik was de dorre rottenis in het hart en het karakter van de menselijke soort uit het oog verloren. En dan kwam de moker dubbel zo hard aan. Het o zo moderne era waarin ik leefde was er plots weer één van deportaties (Srebrenica). Stamboompapieren bleken nog altijd waardevolle vodden, en Hutu’s en Tutsi’s slachtten elkaar met tuingereedschap af, behekst door de chimaera van zuiverheid van ras.
In het Praag van mijn schrijver en van de Fluwelen Revolutie zag ik met mijn eigen ogen, op tien meter van mij, een horde stereotiep geklede skinheads met een baseballknuppel een jood het hoofd inslaan. De teleurstelling in mezelf: dat ik niets ondernam. Dat ik toekeek en mij neerlegde bij de macht van de domheid en het getal. Elvis Presley was dood, maar Adolf Hitler kennelijk gereanimeerd. En de middeleeuwse godsdienstwaan bleek ineens ook de Verlichting te hebben overleefd.
De buit is nooit binnen, een recht nooit definitief verworven. Iedere verwezenlijking in het belang van de menselijkheid moet voortdurend worden verdedigd. Een luttel moment van onoplettendheid en de hele strijd moet weer vanaf het nulpunt worden gestreden. Ik ben koud gepakt in mijn geloof in de goedheid, gestraft voor mijn optimisme van weleer.
Was de geboorte van mijn verontwaardiging in kleuterklas en lagere school een pijnlijke bevalling, haar vele hergeboorten zouden alsmaar pijnlijker worden.
Een laatste woord: Syrië.
Het houdt nooit op.