Stemmen uit Servië: de Eurodiplomaat

Analyse

Stemmen uit Servië: de Eurodiplomaat

Stemmen uit Servië: de Eurodiplomaat
Stemmen uit Servië: de Eurodiplomaat

Diplomaat Adriano Martins, de nummer twee op de EU-vertegenwoordiging in Servië, vindt het EU-beleid rond Kosovo zo klaar als een klontje.

De Portugese diplomaat Adriano Martins heeft geen gemakkelijke job. Hoe leg je de Serviërs immers uit dat Duitsland vindt dat Servië geen scholen of ziekenhuizen mag financieren in Kosovo, terwijl de EU daarover géén standpunt inneemt? De schizofrenie van de Europese buitenlandpolitiek, Martins staat er middenin.

‘Het perspectief van Duitsland is in dit geval het perspectief van Pristina’, zegt Martins. ‘Dat choqueert de Serviërs; zij zouden liever hebben dat Berlijn de onafhankelijkheid van Kosovo niet erkent (zoals Spanje, Roemenië, Griekenland, Cyprus en Slovakije, kc).

Toch vindt Martins niet dat Bondskanselier Angela Merkel spelletjes speelt. ‘Duitsland mag zijn eigen buitenlandbeleid hebben. Het is aan de Serviërs om te beslissen of ze de houding van Duitsland willen negeren –of juist ernstig nemen omdat Berlijn een groot gewicht heeft in de EU.’ Maar dat Europa in deze niet met één stem spreekt, is een feit. ‘De EU is niet één land maar het zijn 27 landen. We zijn geen Verenigde Staten van Europa, waarvan je één beleid kunt verwachten.’

Om in maart 2012 kans te maken op het kandidaad-lidmaatschap van de EU, moet Servië aan de Kopenhagen-criteria voldoen (politieke en economische criteria, en de omzetting van Europese regels). Verder wordt Servië verwacht één prioriteit aan te pakken die samenhangt met Kosovo. Martins: ‘Het moet de dialoog met Pristina verder zetten en binnen die dialoog een aantal zaken oplossen die op korte termijn realistisch en haalbaar zijn. We willen compromissen rond praktische zaken om de levensomstandigheden voor de bevolking in Kosovo te verbeteren.’

De EU vraagt Kosovo niet om zijn onafhankelijkheid op te geven, zegt Martins. ‘En we vragen Belgrado evenmin om die onafhankelijkheid te erkennen. Het eerste resultaat van die aanpak is dat beide partijen toch al een paar maanden samen rond de tafel zitten. Ze praten niet alleen, maar hebben ook al een paar praktische zaken opgelost. Bijvoorbeeld: vroeger hadden inwoners van Kosovo geen toegang tot hun bevolkingsdocumenten. Nu wel. Hetzelfde voor de herkenning van diploma’s die studenten in Pristina hebben behaald.’

Dat de steun voor EU-toetreding in Servië lager is dan ooit, beseft Martins maar al te goed. ‘Tussen 2006 en 2010 was de steun boven de zestig procent. In oktober 2011 was dat nog 46 procent.’ Volgens Martins spelen daarin de spanningen rond het noorden van Kosovo, alsook de naderende parlementsverkiezingen een rol. ‘Maar er is nog een andere factor. De huidige economische crisis maakt duidelijk dat Europa geen paradijs is. Hoewel we Europa nooit als paradijs aan de publieke opinie verkocht hebben, is dat wel de perceptie die bij sommige Serviërs leeft.’

Dat Servië economisch niets te winnen zou hebben bij EU-lidmaatschap, zoals sommige EU-criciti beweren, is nonsens volgens Martins. ‘We geven 200 miljoen euro per jaar aan Servië om allerhande standaarden te verbeteren met betrekking  tot landbouw, transport, infrastructuur… Die standaarden tillen Servische producten naar een hoger niveau, zodat ze aanvaard worden op buitenlandse markten. We geven niet rechtstreeks geld, maar steunen projecten voor de waarde van dat bedrag.’ Daarnaast kan Servië ook rekenen op financiële input de Europese Investeringsbank, die zo’n 4 miljard euro in het land heeft gepompt, en van individuele EU-lidstaten. ‘Zo geeft Berlijn meer dan honderd miljoen euro per jaar via leningen, Zweden vijftien miljoen per jaar, en ga zo maar door.’

Lees ook de andere stemmen uit Servië op MO.be/servie-eu.

Tags