Vertrekken uit Oost-Timor zou een tragedie zijn

Analyse

Vertrekken uit Oost-Timor zou een tragedie zijn

15 november 2007

Atul Khare, speciaal VN-gezant in Oost-Timor, brengt deze week een bezoek aan de Europese leiders om de humanitaire toestand in het Aziatische land te bespreken. ‘De jongste natie ter wereld is op het goede pad’, zegt hij gelaten, ‘maar nu vertrekken zou een tragedie zijn.’

Aan de woelige geschiedenis van het halfeiland tussen Indonesië en Australië, lijkt geen einde te komen. Na vijf eeuwen koloniale bezetting door Portugal en twintig jaar bloedige onderdrukking door Indonesië, sprak de bevolking in 1999 zich uit voor onafhankelijkheid. De onlusten die hierop volgden, kostten het leven aan duizenden en driekwart van de bevolking sloeg op de vlucht.
De VN namen het bestuur van het land gedurende drie jaar integraal over, alvorens in 2002 de eerste president democratisch werd verkozen en het land eindelijk zijn onafhankelijkheid verkreeg. Hoe fragiel deze prille democratie was, bleek in april 2006, toen bij politieke en etnische wrijvingen tientallen doden vielen en een nieuwe massale vluchtelingenstroom op gang kwam. De VN besloten in te grijpen en keerden meteen terug naar het land.
Ook in 2007, ondanks de aanwezigheid van de VN, laaide het geweld hoog op in de nasleep van de parlementaire verkiezingen. Honderden huizen en enkele overheidsgebouwen stonden in lichterlaaie en een VN-konvooi werd bestormd door een woedende menigte. Op dit moment leven nog steeds 30.000 vluchtelingen in tijdelijke kampen, waar eveneens geregeld conflicten ontstaan.

Optimisme

Toch is speciaal VN-gezant Atul Khare zeer optimistisch: ‘Na vijf jaar herstel en democratie zien we een verandering van regering en van president. En deze verandering van regime heeft zich voorgedaan via de stembus en niet via gewapend conflict. Hoeveel ontwikkelingslanden hebben het geluk gehad een vreedzame overgang van regime te kunnen meemaken?’ Bovendien wijzen de statistieken op een drastische daling van het aantal incidenten tijdens de verkiezingsrondes. ‘Dit wijst erop dat de bevolking de pas ingevoerde democratie omarmt’, aldus Khare.
Verder is het volgens de VN-gezant een bijzonder positief teken dat de miljoenen die de olie- en gaswinning het land hebben opgeleverd, niet verdwenen zijn in de zakken van de regering. Hij loofde de intelligentie en evenwichtigheid van de Timorese leiders, zoals president en nobelprijswinnaar Jose Ramos-Horta en eerste minister Xanana Gusmao.

Mensenrechten

De politieke instabiliteit van het kleine land zorgt ervoor dat de mensenrechten niet steeds gegarandeerd kunnen worden. Het Oost-Timorese juridische systeem moet versterkt worden door verschillende internationale rechters en er is nood aan opleiding van juristen ter plaatse. Duizenden verschillende aanklachten, die teruggaan tot de wandaden van 1999, zijn nog steeds niet behandeld en creëren de perceptie van straffeloosheid.
Ook de politiemacht moet dringend hervormd worden om het land meer stabiliteit te bieden. Hierbij staat de opleiding van nieuwe agenten centraal, die zich een ethische code eigen moeten maken: ‘We moeten hen niet enkel leren goed te mikken. Dat is te eenvoudig. We moeten hen leren slecht te mikken wanneer ze een onwettelijk bevel krijgen.’ Enkel door een aanpak van politie en gerecht kan de bevolking het respect voor de wetten van het land herwinnen en kan het geweld bij toekomstige crises ingedijkt worden.
Ook de pers is van belang bij het voorkomen van zinloos geweld: ‘De lokale media hebben dringend nood aan steun. Vele crises ontstaan door een gebrek aan objectieve en volledige informatie. Mensen reageren op geruchten en hoe grimmiger de geruchten, hoe gewelddadiger de reacties zijn. Zo komen we in een spiraal van geweld terecht.’

Internationale verantwoordelijkheid

Oost-Timor is volgens Atul Khare op het het goede pad. ‘Juist daarom is het noodzakelijk te blijven. Ik zal pleiten voor de verlenging van het VN-mandaat met nóg een jaar. Nu het goed gaat, zouden we het een succes kunnen noemen en vertrekken, maar dat zou een tragedie zijn. Het land heeft ons nú nodig.’
Van 26 tot 30 november krijgt Oost-Timor voor de eerste maal sinds de onafhankelijkheid een delegatie van de VN-veiligheidsraad op bezoek. Binnenkort zal de Europese Unie een nieuwe beleidsnota voorstellen over ontwikkelingshulp aan het halfeiland. Atul Khare is bijzonder opgetogen over het enthousiasme in Brussel en de wereld: ‘De aanhoudende belangstelling en steun van de internationale gemeenschap, en in het bijzonder van Europa, zijn van onschatbare morele betekenis voor de Oost-Timorezen.’