Vlaamse ontwikkelingshulp in een oogopslag

Analyse

Vlaamse ontwikkelingshulp in een oogopslag

Vlaamse ontwikkelingshulp in een oogopslag
Vlaamse ontwikkelingshulp in een oogopslag

Annelies Van Erp

25 mei 2011

In 2010 gaf Vlaanderen bijna vijftig miljoen euro uit aan officiële ontwikkelingshulp (ODA). Het budget van 48,1 miljoen euro lag drie procent lager dan het jaar daarvoor. Naast het budget Ontwikkelingssamenwerking worden ook de ontwikkelingsuitgaven door de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen tot de ODA gerekend. Die uitgaven voldoen immers aan de criteria van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

De eigenlijke ontwikkelingssamenwerking daalde niet in 2010, het waren voornamelijk de vakdepartementen van de Vlaamse overheid die de besparingen moesten incasseren. Bijna de helft van de officiële ontwikkelingshulp ging naar indirecte samenwerking: steun aan ngo’s, universiteiten, wetenschappelijke instellingen en gemeente- en provinciebesturen. Daarbij lag de klemtoon op structurele financiering van wetenschappelijke instellingen zoals het Instituut voor Tropische Geneeskunde Antwerpen.

Zowat een derde van het budget is uitgegeven aan directe bilaterale samenwerking tussen Vlaanderen en drie partnerlanden: Zuid-Afrika, Mozambique en Malawi. Ongeveer de helft van het budget voor bilaterale samenwerking ging naar Malawi. In samenwerking met het Rode Kruis Vlaanderen en UNAIDS werd de kwetsbare positie van vrouwen en meisjes met hiv-besmetting verbeterd. Verder staan landbouw en voedselzekerheid hoog op de agenda.

Vlaanderen sponsort ook internationale organisaties zoals Unesco, Unicef en het Wereldvoedselfonds. Die multilaterale samenwerking was goed voor een zesde van de Vlaamse middelen voor officiële ontwikkelingshulp.

Aan humanitaire bijstand aan gebieden getroffen door rampen ten slotte besteedde Vlaanderen 3,7 procent van zijn ODA. De situatie moet er wel van dien aard zijn dat de lokale overheid of internationale organisaties hulp vragen aan de internationale gemeenschap. De humanitaire acties werden bij voorkeur uitgevoerd door ngo’s die ervaring hebben op het domein van noodhulpverlening. Naast gekende rampen zoals de aardbeving in Haïti en de overstromingen in Pakistan, ontvingen onder andere Mongolië, Namibië en Burkina Faso steun tijdens en na zware overstromingen.