Is wraak het correcte antwoord op IS?

Analyse

Is wraak het correcte antwoord op IS?

Is wraak het correcte antwoord op IS?
Is wraak het correcte antwoord op IS?

Pascal Debruyne

08 februari 2015

Na de executie van de Jordaanse piloot wordt in het Westen vooral gediscussieerd over het al dan niet tonen van de beelden. In Jordanië zelf grijpen de machthebbers de volkswoede gretig aan om wraakacties uit te voeren, terwijl de binnenlandse onvrede onbeantwoord blijft. Dat dreigt een boemerang te worden die de nationale elite hard kan treffen, meent Pascal Debruyne, postdoctoraal onderzoeker aan het MENARG, UGent.

Na de gruwelijke executie van de Jordaanse piloot Muath Al-Kasasbeh, executeerde Jordanië twee vermeende Al-Qaida terroristen, Sajida al-Rishawi en Ziad al-Karbouli, die beschuldigd werden van bomaanslagen in 2005 op enkele hotels in de hoofdstad Amman. Daarna kwamen luchtaanvallen tegen de Islamitische Staat –in het Arabisch Daesh- waarbij 55 Daesh militanten zouden zijn omgekomen.

CC / UK MoD

CC / UK MoD

De wraakacties van de Jordaanse monarchie en de top van het leger spelen in op de reële roep om wraak vanuit de vooraanstaande Al-Kasasbeh stam in Kerak en van brede delen van een bevolking die zich in collectieve shocktoestand bevindt na de publicatie van de gruwelijke executiebeelden van de verbranding door Daesh.

Koning Abdallah II citeerde tijdens zijn bezoek aan President Obama, kort nadat de executievideo bekendgemaakt werd, de Amerikaanse acteur Clint Eastwoord in de film Unforgiven, doelend op IS: ‘I am not only going to kill him, I’m going to kill his wife and all his friends and burn his damn house down.’ (DM, 5/02/2014) Michelle Malkin en enkele hardcore Amerikaanse republikeinen zwaaien met lof voor de harde oorlogsretoriek en het bombarderen van IS’ stellingen.

Drie bedenkingen

De harde reactie van “het Jordaanse regime”, gesymboliseerd door de monarch Abdallah II en elites van het leger, roept drie fundamentele bedenkingen op die hier verder besproken worden.

(1) Het dominante beeld van de sterke monarch verhult zijn wankele positie en de aantasting van de legitimiteit van de machthebbers door de politiek-institutionele en politiek-economische hervormingen van de laatste decennia. Zeker sinds de Arabische lente ligt de positie en macht van de heersende klassen onder vuur.

De oorlogsretoriek en bombardementen bieden geen antwoord op de oorzaken van het aansluiten van Jordaanse jongeren bij IS/Daesh

(2) De oorlogsretoriek en bombardementen bieden geen antwoord op de oorzaken van het aansluiten van Jordaanse jongeren bij IS/Daesh. Die redenen liggen vooral in de toenemende ongelijkheid, politieke marginalisering, het ingebakken onrecht en willekeur in het hele rechtssysteem, en de al te sterke banden van Jordanië met de VS en Israël. (

  1. Ten derde leidt dit tot de vraag wiens oorlog dit is? Gaat Jordanië actiever een oorlog uitvechten die door de VS wordt aangestuurd -én door IS/Daesh zelf? Welke mogelijke consequenties heeft de opgedreven deelname op Jordanië? Ook al kan men vandaag terecht stellen dat er de een brede roep om wraak bestaat bij de bevolking, toch kan de inzet straks vooral gezien worden als een oorlog in naam en in de plaats van de VS. Dat de Verenigde Arabische Emiraten de oorlogscoalitie met de VS, Bahrein en Jordanië verlaten, is niet onlogisch tegen deze achtergrond.

Het regime onder druk

Jordanië komt niet vaak in beeld. Het lijkt een land waar stabiliteit heerst, rust en vrede. Maar onder dat rustige wateroppervlak gaan verschillende tegenstromen verborgen, die zicht bieden op de diepere redenen voor religieuze en politieke verharding in het land die ook de rangen van IS uiteindelijk aandikken.

Er zijn weliswaar geen protesten geweest die vergelijkbaar waren met de opstanden in Tunesië en Egypte, of ‘negatiever’ in Lybië of Syrië, toch leeft er een breed onbehagen met de koers die het regime vaart. Bij gebrek aan alternatief is er een roep van onderuit naar radicale hervormingen, waarbij men in het heetst van de strijd de rode lijn oversteekt en de monarchie zelf aanvalt.

Bij gebrek aan alternatief is er een roep van onderuit naar radicale hervormingen

Er is hevige kritiek op elites in het leger, de buitenlandse donoren en internationale instellingen die volgens velen het land bezetten, en de monarchie zelf.

Al te vaak bekijken we de problemen van Arabische landen door de lens van “het regime”, belichaamd door lokale elites. Maar wat er werkelijk aan de hand is, heeft ook te maken met globalisering en neoliberale hervormingen die aangestuurd en versterkt worden door landen als de VS -vaak de ambassade in samenspraak met USAID-, Groot-Brittannië en de Europese Commissie, en een reeks internationale instellingen als het IMF, de Wereldbank en Europese Bank voor Reconstructie en Ontwikkeling (EBRD).

In het kader van het Wadi Araba akkoord, het vredesproces met Israël dat werd getekend op 26 oktober 1994, en de economische akkoorden die de samenwerking regelden tussen de twee landen binnen dit vredesakkoord via de oprichting van ‘Qualified Industrial Zones’ (de Jordaanse versie van de maquiladores) , mengt ook Israël zich in de geopolitiek van Jordanië. Die normalisering leidt binnen islamistische kringen en nationalistisch-linkse partijen tot harde kritiek en spanningen. In die zin maskeert de oorlogsretoriek en -politiek ook globale belangen die ver voorbij ‘het regime’ gaan.

Neoliberale globalisering

Landen als Jordanië zijn letterlijk de laboratoria voor neoliberale herstructurering in de vorm van beleidsinterventies als flat tax, vrijhandelsakkoorden, bestuurlijke decentralisatie, Privaat-Publieke Samenwerking-constructies, vrijhandelszones en “Qualified Industrial Zones”. Zowat alle voormalige nationale staatsindustrieën  en publieke diensten zijn geprivatiseerd, de economie is gederegulariseerd en de handel is geliberaliseerd.

Jordanië is een archipel met eilanden van extreme welvaart naast gebieden waar publieke voorzieningen ontoereikend zijn en armoede heerst

Al te vaak leidt dit tot extreme vormen van ongelijke ontwikkeling. Spectaculaire stadsprojecten zorgen voor verdringing, waarbij hele woonwijken verdwijnen en stadsbewoners naar de stadsrand van Amman of Aqaba verdrongen worden.

De koning en zijn entourage, samen met kapitaalkrachtige elites en met instemming van internationale actoren en investeerders, hebben het grootste deel van de welvaart weggekaapt. Het land is een archipel geworden met eilanden van extreme welvaart naast gebieden waar publieke voorzieningen ontoereikend zijn en armoede heerst.

Niet alleen Abdallah II maar ook zijn vrouw, die beiden graag Amerikaanse talkshows frequenteren, worden in de armen gesloten van internationale donoren en instellingen. Intern ligt de monarchie echter onder vuur. De oorlogsretoriek en de wraakaanpak maskeren de eigen zwakte en  het gebrek aan legitimiteit van de elite aan de macht.

De Arabische Lente

Deze neoliberale hervormingen vuurden al vanaf 2009 de sociale protesten aan, beginnend met protesten tegen de privatisering van de haven van Aqaba. Hoe onderbelicht en onderschat ook, die protesten hebben tot op vandaag nooit opgehouden.

Het leger werd via dochterbedrijven deelachtig aan het neoliberale pokerspel.

Vorige week kwam de nieuwe lerarenvakbond op straat tegen de erbarmelijke lonen, schoolinfrastructuur en omkadering. Meteen werden ze weggezet als terroristen. De protestcoalitie bleef onderling sterk verdeeld op basis van nationaliteit (Jordaans of Palestijns), klassebreuklijnen, tribale verdeeldheid en religieuze verdeeldheid. En toch leek de aanklacht tegen het heersende neoliberaal beleid eensluidend alsook de eisen voor institutionele hervorming (ceremoniële functie voor de Koning, het kiezen van de Eerste Minister en regering), sociale rechtvaardigheid en het terugdraaien van privatiseringen, en voor een rechtvaardig justitieel stelsel waar burgerlijke en politieke rechten voorop staan.

Dezelfde protesten manifesteerden zich ook binnen de rangen van het leger, waar ongelijke verhoudingen tussen top en voetvolk toenemen. De legerelites kochten zich in allerlei investeringsprojecten in. Het leger werd via dochterbedrijven deelachtig aan het neoliberale pokerspel. Vastgoedbedrijven en investeringsvehikels van het leger werden beursgenoteerd in Luxemburg en op de beurs van Londen.

Gewone soldaten wachten intussen op een waardig loon, degelijk materieel en garanties op publieke diensten en sociale rechten. ‘Het leger’ is een soort laatste veilige haven, weg van de neoliberale staat, maar staat ook onder druk. De legerveteranenvereniging kwam met kritische manifesten uit, en trok de protestbeweging samen met nationalistisch-links en oude officieren die zich nog identificeren met de Vrije officieren en het Arabisch socialisme.

Daarenboven groeit het ongenoegen over de loyaliteit ten aanzien van de Verenigde Staten, een land dat door de meeste inwoners als vijandelijk gezien wordt door de invallen in Irak en de politieke vriendschap met Israël. Ook de genormaliseerde verhoudingen met Israël sinds 1994 versterken de woede. De machthebbers zijn nooit echt gevallen als in Egypte of Tunesië, maar hun macht is allerminst vanzelfsprekend legitiem.

Al voor dat Moath Kasasbeh werd gevangen genomen, waren er al stakingen op de militaire basissen als reactie op de eenzijdige beslissing tot participatie in deze oorlogscoalitie door Abdallah II en legerelites. Na de executie van Kasasbeh gingen zelfs geruchten de ronde over een mogelijke coup.

Tussen hel en hemel

Veel kleinere steden hebben geen deel aan economische vooruitgang en zitten vast in armoede. Voorbeelden zijn in de eerste plaats Kerak, waar de stam van de vermoorde soldaat Al-Kasasbeh vandaan komt, maar ook steden als Ma’an, Zarqa en Ruseifa. In de zuidelijke stad Ma’an wapperde meermaals de vlag van IS.

Jordanië zag tussen de 2000 en 2500 jongeren vertrekken om de rangen van IS ofwel Jabhat Al Nusra –dat banden heeft met Al Qaeda- te versterken. Dat gaat zowel over Palestijnse jongeren als jongeren van de oostelijke Jordaanoever, die loyaler zou zijn volgens het stereotiepe beeld van de stammenmaatschappij de de monarchie onderstut.

Jordanië zag tussen de 2000 en 2500 jongeren vertrekken om de rangen van IS ofwel Jabhat Al Nusra te versterken

Men kan gerust stellen dat IS en politiek jihadisme in steden als Ma’an, Zarqa en Ruseifa, maar ook veel ‘tribale’ gebieden buiten de hoofdstad als politiek vehikel functioneerden om de woede ten aanzien van de effecten van het neoliberale beleid duidelijk te maken. Niet voor niks kwamen de voornaamste ideologen van het jihadisme, waaronder Al-Zarqawi, die de voorganger van IS uit de grond stampte, uit deze gebieden.

De brede Jordaanse coalitie die nu roept om wraak, richt zich dus tegen een beweging met ook Jordaanse roots.  Al kan Daesh zeker niet gereduceerd worden tot de geografische grenzen van Jordanië. Als Daesh al een ruimtelijke omschrijving heeft, dan is het minstens als een regionaal of globaal fenomeen dat ontstond door een combinatie van de oorlogspolitiek van de VS in Irak, de proxyoorlogen van veel Arabische staten en het binnenlandse verzet tegen de neoliberale globalisering.

Misschien verklaart die regionale  en globale dimensie het feit dat IS door een minderheid in Jordanië niet alleen met vlag en wimpel actief wordt toegejuicht, en dat tot voor kort slechts 62 procent  van de bevolking IS/ Daesh een terroristische organisatie vond (volgens een peiling van het Centre for Strategic Studies aan Jordan University). De Jordaanse moslimbroederschap verwerpt het gebruik van Jordaans territorium voor buitenlandse militaire doeleinden, en noemt het een schending van artikel 127 van de grondwet, die de rol van het leger limiteert tot het verdedigen van de staat.

Ook Abu Sayyaf, het hoofd is van de salafi-jihadi beweging, noemt de Jordaanse interventie in Syrië het einde van Abdallah’s heerschappij, samen met een collectief van 25 Islamitische geleerden die in het magazine  As Sabeel deze oorlogscoalitie beschreef als een campagne tegen de islam. Al keert de bevolking zich ‘hier en nu’ collectief tegen IS, net zoals het volk zich keerde tegen Al Qaeda na de aanslagen in 2005, toch functioneert het (jihadistisch) politiek salafisme vaak als politieke uitlaatklep.

CC / UK MoD

CC / UK MoD

Wraak als zwaktebod

Waarom dit bredere plaatje? Omdat de schijnbaar krachtige standpunten en wraakzuchtige retoriek van Koning Abdallah II tegenover de externe vijand ook  als een zwaktebod bekeken kunnen worden om interne politieke problemen te versluieren.

Wraak biedt een tijdelijke maar valse vorm van nationaal samenhoren.

Wraak biedt een tijdelijke maar valse vorm van nationaal samenhoren. Ze maakt ook bredere steun mogelijk voor de VS-geleide oorlogscoalitie, wat tot voor kort afwezig was in het land. Ze zorgt ervoor dat de koning tijdelijk steviger op de troon zit, terend op een “we are all Muath” gevoel dat er heerst. Een reeks topdown campagnes zoals “We are all Jordan” en “Jordan First” stootten op enorme tegenkanting en veroorzaakten eerder verdeeldheid dan gemeenschappelijkheid.

De publieke executie door de vijand slaagde waar die campagnes faalden. Maar zoals we uit eigen “je suis charlie”-ervaring weten, brokkelt het gevoel van eensgezindheid naar aanleiding van dit soort brutaliteiten ook snel weer af.

Wraak door executies en bombardementen biedt geen enkele politieke oplossing voor interne problemen, noch voor de regionale verdeeldheid en regionale crisis die in de vorm van IS verschijnt.

Jordanië krijgt van de VS 3 miljard dollar bijkomende steun voor militaire doeleinden en ontwikkelingswerk

De geopolitieke alliantie met de VS die tegen deze achtergrond van de collectieve roep om wraak tot stand komt, zou tot echte bezorgdheid moeten leiden. Deze trekt Jordanië potentieel dieper in het politieke moeras waarbij interne oproer en regionale spanningen enkel kunnen toenemen.

Toen de executie van piloot Muath Al-Kasasbeh bekend werd, bevond Abdallah II zich in de Verenigde Staten voor een ontmoeting met President Obama. Daar werd ingestemd met een extra 3 miljard dollar steun voor militaire doeleinden en ontwikkelingswerk. Het Jordaanse leger heeft nu al een budget van 1,5 tot 1,9 miljard dollar (cijfers 2012), 1300 tanks en 250 vliegtuigen. Obama doet er nog eens 350 miljoen dollar bovenop voor 2016, naast 3,8 miljoen dollar voor militaire training.

De militaire opbouw biedt geen echter geen antwoord op het onbehagen bij de bevolking dat opnieuw de kop zal opsteken wanneer de volkswoede afneemt noch op de grondoorzaken die het salafistisch jihadisme rechtstreeks of onrechtstreeks tot een politiek alternatief maken.

Een duurzame reactie op het huidige geweld zou bestaan in het opbouwen van meer rechtvaardigheid in Jordanië en door wraak als leitmotief te verwerpen, waardoor men zich duidelijker van Daesh zou onderscheiden. De woorden van M.L. King in deze blijven profetisch: ‘Geweld beantwoorden met geweld versterkt het geweld, waardoor nog meer duisternis toegevoegd wordt aan een reeds sterrenloze nacht.’ De wraak zou wel eens niet zo zoet kunnen zijn.