"Angola is niet klaar voor olieramp"
Louise Redvers
02 juli 2010
Terwijl BP het olielek in de Golf van Mexico tracht te dichten, vragen de olieproducerende landen in Afrika zich af hoe goed zij voorbereid zijn op een gelijkaardige ramp. Angola zegt klaar te zijn, maar het Open Society Institute betwijfelt dat sterk.
Angola, samen met Nigeria de grootste olieproducent van Afrika, pompt dagelijks twee miljoen vaten olie op, met aanzienlijke operaties in zee, in soms zeer diep water. Volgens Vladimir Russo, voormalig directeur van het ministerie van Leefmilieu, is het land voorbereid op een olielek. Een plan uit 2008 verplicht alle bedrijven mechanismen klaar te hebben om lekken te bestrijden.
“We hebben al kleine olielekken gehad en het werkte”, zegt Russo. “De bedrijven waren klaar, de regering ook en er kwam internationale hulp. Het kan wat tijd vragen om hier te geraken maar binnen 24 of 48 uur is het materiaal voor de schoonmaak beschikbaar.” Getroffen vissersgemeenschappen werd door oliemaatschappijen vergoed in de vorm van netten en boten, aldus Russo.
Hele land kwetsbaar
Elias Issac, directeur Angola van de mensenrechtenwaakhond Open Society Institute, zegt dat het hele land kwetsbaar is bij een groot incident in Angolese wateren. De nodige milieuwetgeving ontbreekt, zegt hij. “Ik denk niet dat Angola voorbereid is. Wat in de Golf van Mexico gebeurd is, is een duidelijk voorbeeld van de enorme gevaren van de ontginningsindustrie, vooral de olie-industrie.”
Issac vraagt dat er wetgeving komt die de impact van oliebedrijven op het milieu en de plaatselijke gemeenschappen regelt. “Nu hebben we wetgeving van het ministerie voor Petroleum maar dat is niet voldoende.” Hij gelooft ook niet dat de schadevergoeding bij vorige incidenten volstond.
Volgens Issac zitten de stranden van Cabinda onder de olie en zijn er veel vissen en andere zeedieren gestorven. Ook verscheidene meren zijn verontreinigd. De precieze omvang van de schade is niet duidelijk maar volgens Issac is ze groter dan de meeste mensen denken.
In die regio is de Amerikaanse oliereus Chevron actief. Chevron wilde geen commentaar geven op de beschuldigingen van Open Society. Chevron wil ook niets kwijt over zijn veiligheidsprocedures naar aanleiding van het incident in de Golf van Mexico. Ook andere oliebedrijven in Angola weigeren daarover commentaar.
Gaten
“Zoals iedereen weet is dit een industrie met hoge risico’s”, zegt Russo. “Maar olie levert ook hoge winsten en veel banen op en is de drijvende kracht achter de Angolese economie. Men moet dit dus allemaal goed afwegen alvorens men beslist wat er moet gebeuren.”
BP pompt momenteel olie op uit Block 18 in diep water voor de kust van Angola. Het start binnenkort de ontwikkelingsfase van het ultradiepe Block 31, met dieptes van 1500 tot 2000 meter. Op de vraag of BP zijn procedures voor Block 31 nu herziet, kon een BP-woordvoerder in Luanda geen commentaar geven. Hij zei wel: “Veiligheid blijft onze grootste prioriteit en we verbinden ons ertoe veilig en betrouwbaar te werk te gaan waar we ook opereren.”