Bio met een visie

Bio met een visie

Relinde Baeten

01 september 2001

Op het bedrijf Yggdrasil in Tienen teelt Lucrèce Roegiers (53) samen met haar man Piet groenten, fruit en kruiden. Vroeger gaf ze les, hoe komt ze op de boerderij terecht? 'Piet is boerenzoon. Hij maakte het begin van het pesticidegebruik mee, ook dat een loonwerker die kwam spuiten overleed aan kanker. En de opkomst van de hormonen in de veeteelt. Mijn schoonmoeder was een boerin die erg veel zelf verwerkte op de hoeve. Ik heb heel wat van haar geleerd. Maar mijn echte roeping blijft lesgeven.'

Dat zou ze meenemen tot op haar boerderij. ‘Toen we trouwden begonnen we vrij snel onze eigen groenten te telen. Piet ging op zondagochtend naar de Leuvense tuinbouwschool. We wisten heel goed dat we op termijn biologische groenten wilden telen voor thuisverkoop. Piet was toen de tuinier, ik bleef vooral binnen. Bakken, koken en verwerken kan je vlot combineren met de zorg voor kleine kinderen. Vanuit die ervaring ging ik lesgeven over ecologische voeding en over kruiden.’

Op een cursus leerde Lucrèce de permacultuur kennen. Daarin bleken vele wensen samen te komen: duurzame zorg voor de bodem, biologisch telen, en een efficiënt gebruik van grondstoffen en ruimte. Het buitenshuis werken werd afgebouwd, een eigen bedrijf kreeg vorm. Maar de liefde voor het lesgeven bleef. ‘In de permacultuur is diversiteit een sleutelwoord. Op Yggdrasil uit zich dat in de lezingen en in de rondleidingen - naast de teelten. Elders kan dat melkverwering zijn, of hoevetoerisme. Voor mij blijft het overbrengen van een verhaal belangrijk. Daarom verkopen we ook alles aan huis. Met nieuwe klanten gaan we nog altijd de tuin in voor een praatje. Thuisverkoop stelt ons trouwens in staat een lagere prijs te vragen voor bio. Daar hebben consumenten recht op.’

‘Maar ik vrees dat we in de biologische landbouw twee sporen krijgen. Een tendens richt zich op schaalvergroting met monoculturen, mechanisering en dies meer: bio op zijn smalst. Een ander spoor blijft kiezen voor bio met een visie, waar er nog aandacht kan gaan naar het landschap, naar diversiteit, naar duurzaamheid, naar volwaardige voeding. Ik hoop dat dit tweede spoor voldoende steun mag krijgen.’