De aardverschuiving mens

Blog

De aardverschuiving mens

De aardverschuiving mens
De aardverschuiving mens

Tienduizenden mensen delven hun eigen graf op de flanken van de Elgon-vulkaan in Oost-Oeganda: een sociaal-ecologisch probleem van formaat.

De voorbereiding van een nieuw werkplan voor de komende zes jaren heeft een aanvang genomen. Vredeseilanden wil resoluut verdergaan in het faciliteren van duurzame waardeketens in de landbouw, en onderneemt daarom een vergelijkend onderzoek tussen verschillende hoogwaardige landbouwspeculaties en de bestaande en potentiële marktmechanismen, om in een volgende fase een goed doordachte keuze te kunnen maken voor de focus van het nieuwe programma. Voorlopige resultaten suggereerden duidelijk dat het district Bududa wel eens een interessant werkgebied zou kunnen zijn. Een verkennend bezoek kan daar meer duidelijkheid in brengen.

“Zouden we dat wel doen? Is dat niet gevaarlijk? Werken in die regio is toch verloren moeite? Gaan we daar zelf niet teveel risico lopen?”. Mijn collega’s waren niet echt overtuigd. Bududa heeft de voorbije jaren meermaals de krantenkoppen gehaald met grote aardverschuivingen waarbij telkens vele slachtoffers vielen. De laatste dateert van 25 juni eerder dit jaar. Meer dan 40 huizen werden bedolven, meer dan honderd mensen bleven vermist. Het woongebied werd een massagraf.

Om problemen vragen

Elgon is een uitgedoofde vulkaan die de mensheid rijke landbouwgrond schonk. Hoe groot de draagkracht van die rijke grond ook is, alles heeft zijn limieten. Het is goed toeven in Bududa. Door de hoogteligging is de temperatuur aangenaam, is er water en voedsel in overvloed, zijn er weinig ziekten (hoewel de malariamug door de klimaatsverandering de hoogte begint in te trekken). Het is dan ook geen toeval dat de bevolkingsdichtheid intussen is opgelopen tot 640 inwoners per km² (ter vergelijking, in Vlaanderen is dat 460 inwoners/km² - beide cijfers van 2010). Dat wordt nu dus juist het probleem: er is steeds meer landbouwgrond nodig. Bossen worden gekapt, ook binnen de grenzen van het Mt Elgon natuurpark, en landbouwgrond wordt ontsloten op hellingen die daar niet voor geschikt zijn. Dat is om problemen vragen natuurlijk.

De overlevenden van de laatste aardverschuiving leven nog steeds in tenten. Niet in kampen: de overheid heeft er voor gekozen om hun tenten op te trekken bij familie in veilige zones. Voor de gastgezinnen brengt dit natuurlijk extra zorgen mee, zowel op nutritioneel als op sanitair vlak. Meer duurzame oplossingen dringen zich op.

Volksverhuizing

In 2010 werden 603 gezinnen verhuisd naar Kiryandongo, het westen van het land, op honderden kilometer van Bududa. Maar een aantal van hen is intussen al teruggekeerd. Nochtans zouden 400.000 mensen moeten worden verhuisd om hen niet langer bloot te stellen aan het gevaar. Op de vulkaanflanken werden meer dan veertig kilometer bodemscheuren vastgesteld, die elk jaar wat dieper worden en onvermijdelijk vroeg of laat grote aardmassa’s naar beneden zullen doen storten.

Als dat dan zo duidelijk is, waarom wordt er niet meteen werk van gemaakt? De hinderpalen zijn talrijk. Misschien is de kostprijs van de operatie nog het kleinste probleem. De grootste weerstand zit in de hoofden van de mensen. “Onze grootouders leefden hier ook, en zij hebben nooit problemen gehad. Zij bezworen de scheuren met as. Wij doen dat ook en zullen gevrijwaard blijven”, hoor je wel eens zeggen. As wordt in de scheuren gestopt, of rondgestrooid op het land onder het prevelen van bezweringen en evocaties van de voorouders. Anderen vermoeden een complot: dat zijn allemaal voorwendsels om ons te verdrijven van onze vruchtbare grond. Daar kunnen we niet op ingaan. Waar moeten we van leven?

De overheid overweegt om de flankbewoners te verplichten om toch minstens naar wooncentra op vlakker gelegen plaatsen te verhuizen, op basis van een gecoördineerd urbanisatieplan. Maar een echt concreet plan is er nog niet, en de overlevingsvraag van de mensen blijft ook daar onbeantwoord, want buiten landbouw en veeteelt zijn er geen tewerkstellingskansen.

Uien

We klimmen een helling op om de velden van een boer te bezoeken. De mensen zijn harde werkers. De grond wordt optimaal benut. Teelten wisselen elkaar af nog voor de vorige oogst rijp is. Zo zien we ajuin uitgeplant worden tussen rijpende maïs, waarvan de grootste bladeren werden verwijderd als veevoer. Elke vierkante centimeter wordt benut. “Ajuinen krijgen we verkocht aan 3000 USh (1€) per kilo. Als je weet dat je maar enkele dikke ajuinen nodig hebt voor een kilogram, kijk dan eens welke goudmijn hier voor jullie ligt”, zegt de trotse boer met een wijds gebaar. “Daarom doen alsmaar meer mensen aan uienteelt. Kijk eens goed daar, en daar, en ook daar. Zie je die grijsgroene velden? Allemaal ajuin!”.

Ik volg de richting van zijn wijsvinger en sta versteld. Op hellingen waar ik het moeilijk zou krijgen om zelfs maar te blijven rechtop staan worden uien geteeld. Ik zie ze op alle flanken, in alle windrichtingen.  “Begrijp je nu waarom wij hier niet weg willen? En straks begint het kolenseizoen. De witte kolen van Bududa staan bekend als de grootste, zwaarste en lekkerste van het land”, zegt hij glunderend.

Uitspitten

Ja, ik begrijp hun dilemma. Dit is geen gemakkelijke beslissing. Maar op deze manier verdergaan is eigenlijk toch wel uitzichtloos, en dat hebben nog maar weinigen begrepen. “Hebben jullie dan nog niets ondernomen om de inzichten van de mensen te wijzigen door hen ook concrete methodes aan te reiken om erosie te bestrijden, gecombineerd met agro-bosbouw”, vraag ik aan de landbouwvoorlichter.

“Natuurlijk wel”, zucht hij. “Maar van alle demonstraties die we geven wordt zo goed als niets overgenomen, we weten ook niet waarom”. Dan lijkt dat me wel degelijk een aandachtspunt te zijn om uit te spitten. Verschillende universiteiten slaan de handen in elkaar voor een diepgaand onderzoek naar de oorzaken van de aardverschuivingen, maar als ik zie dat enkel de faculteiten landbouw, bosbouw en geologie er bij betrokken zijn, vrees ik dat dit onderzoek te eenzijdig technisch-wetenschappelijk zal worden, en dat de grootste aardverschuiving die de mens zelf is geworden te weinig in rekening zal worden gebracht.