De regels van het spel

Blog

De regels van het spel

Een van de centrale thema’s op deze Internationale Arbeidsconferentie is de toepassing van de fundamentele arbeidsnormen: syndicale vrijheid, recht op collectieve onderhandelingen, verbod op kinderarbeid, verbod op dwangarbeid, gelijke bezoldiging en anti-discriminatie.  Vaststelling; van de 183 Lidstaten van de IAO blijven er nog steeds meer dan een kwart achter met de ratificatie van een of meerdere basisconventies.  Slechts 45.9% van de wereldbevolking is gedekt voor de syndicale vrijheid en 49.6% door het recht op collectief onderhandelen.  Maar ook de conventies over dwangarbeid en de kinderarbeid zitten aan meer dan een kwart van de wereldbevolking dat niet is afgedekt.

Een van de centrale thema’s op deze Internationale Arbeidsconferentie is de toepassing van de fundamentele arbeidsnormen: syndicale vrijheid, recht op collectieve onderhandelingen, verbod op kinderarbeid, verbod op dwangarbeid, gelijke bezoldiging en anti-discriminatie.  Het is een short list die onder de vlag van waardig werk vorm kreeg in 1998; een set van minimale regels die moet samengaan met de globalisering.

De “rules of the game” noemen ze het bij de IAO. Die werden toen ook uitgedacht om een moeilijk en slepend debat over sociale clausules in handelsverdragen te beslechten.   In 2008 werd beslist die fundamentele arbeidsnormen te weerhouden als een van de vier strategische doelstellingen, naast sociale bescherming, sociale dialoog en werkgelegenheid.  Elke Conferentie wordt een van deze vier thema’s onder de loep genomen.  Dat heet hier in het jargon het “recurrente item”.  Dit jaar is het de beurt aan de fundamentele arbeidsnormen.  Om de vier jaar, dus opnieuw in 2016, zal dat thema worden hernomen. Dat zet wat druk op de ketel.  Vooral ook omdat in 2016 dan kan bekeken worden wat er dan is geworden van de globale doelstelling om tegen 2015 tot universele ratificatie te komen van de fundamentele arbeidsnormen.

De tussentijdse stocktaking geeft in elk geval geen fraai beeld.  Er is onmiskenbaar vooruitgang. Maar van de 183 Lidstaten van de IAO blijven er nog steeds meer dan een kwart achter met de ratificatie van een of meerdere conventies.   Met de meeste aarzeling voor de conventies over de syndicale vrijheid (nr. 87) en het recht op collectief onderhandelen (nr. 98).  En dan moet je weten dat daar een aantal zwaar bevolkte landen tussen zitten.   Slechtst  scoren de Verenigde Staten, met slechts 2 op 8 conventies.  Gevolgd door kleppers als China, India en Indonesië met 4 op 8.   In het rapport aan de Conferentie over het recurrente item hebben ze netjes berekend welk aandeel van de wereldbevolking inmiddels gedekt wordt door (geratificeerde) fundamentele conventies.   Dan blijkt dat, door het stilzitten van een reeks grote landen, slechts 45.9% gedekt is voor de syndicale vrijheid en 49.6% door het recht op collectief onderhandelen.  Dat is dus twee keer minder dan de helft.  Maar ook de basisconventies over de dwangarbeid (nr. 29) en de kinderarbeid (nr. 138) zitten aan meer dan een kwart van de wereldbevolking  dat niet is afgedekt. En dan hebben we het nog niet over het feit dat heel wat landen bij de omzetting in nationale wetgeving delen van hun bevolking over het hoofd zien.

Hoeft het dan te verbazen dat de vakbondsrechten wereldwijd worden geschonden? Dat er persistente problemen van discriminatie blijven en nieuwe discriminaties de kop opsteken. Dat de kinderarbeid blijft voortwoekeren: 215 miljoen kinderen, stellen de experts.   Dat de dwangarbeid niet uitgeroeid geraakt: 21 miljoen hoorden we gisteren, maar dat cijfer moet nog bevestigd worden  En dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen bijzonder groot blijft, minstens 23% volgens de IAO.

Al is ook duidelijk dat de je dat niet wegwerkt met ratificaties en brede omzetting ervan in de nationale wetten. En dat je ook alles uit de kast moet halen om op het terrein ook effectieve toepassing van die fundamentele rechten te krijgen.  Ook op de plaatsen die veel moeilijker bereikbaar zijn.  Zoals bij huisarbeid (15,5 miljoen kinderen werken als huispersoneel). Of in de landbouw. Of in de informele economie; in veel landen nog steeds de belangrijkste economie.  Dan hebben we het over arbeidsinspecties, over preventie en sanctionering, over een adequaat een toegankelijk gerechtelijk apparaat ook. En niet in het minst over sociale dialoog.  Met dan een IAO die leiding geeft, gidst, helpt… en af en toe ook op de vingers tikt.

Hiermee zit je echter al direct op de kernvraag in deze commissie.  Want het is niet met een langer lijstje van ratificaties dat je de effectieve naleving noodzakelijk dichter bij brengt, zeggen de werkgevers.  En ook een deel van de regeringen, vooral zij dan die achterblijven met de ratificaties.  Ratificaties zijn geen doel op zich, hebben we hier een paar keer gehoord.  Ook zonder ratificatie moeten de Lidstaten zich houden aan de fundamentele conventies.  In die zin verschillen ze van de andere conventies.   Dat klopt allemaal.  Maar, zoals de experts hier ook al hebben gesteld: ratificatie heeft sowieso een meerwaarde. Omdat het getuigt van het reële engagement van een bepaald land. En het ook een betere opvolging toelaat.  Wat ook het standpunt is van de werknemersgroep op deze Conferentie is.  Zo heb je hier twee strekkingen.  De werknemers die vinden dat je de doelstelling van universele ratificatie moeten aanhouden, met de nodige garanties op effectieve naleving.  En de werkgevers die vinden dat de naleving moet primeren en dat je de landen de vrijheid moet laten dat al dan niet te bezegelen met een ratificatie.   Al is het al iets dat de werkgevers op zich geen afstand nemen van de fundamentele arbeidsnormen.  Toch hier niet op de conferentie. Terwijl ze nationaal en Europees de diverse overtredingen al te vaak met de mantel der liefde toedekken. Dat zie je vandaag voldoende met alle schendingen van de syndicale vrijheden en het recht op collectieve onderhandelingen onder het mom van economic governance.

Chris Serroyen