“‘Een blik in de klimaattop: interview met Peter Wittoeck’
De eerste week van de klimaattop loopt ten einde. Peter Wittoeck, hoofd van de Belgische delegatie in Parijs geeft ons een blik binnen in de onderhandelingen. Waar staat België na de klimaatfossiel prijs? Hoever staan de onderhandelingen? Wat voor een akkoord zal er uit de bus komen? Wat met de eis tot actie door het middenveld? En hoe redden landen uit het Zuiden zich op deze klimaattop?
België werd als eerste verkozen tot klimaatfossiel van de dag, schaadt dat onze reputatie of positie tijdens de onderhandelingen?
Wittoeck: Dat is natuurlijk niet goed voor onze geloofwaardigheid. We wonnen de prijs omdat Belgie er niet in slaagde om tot een nationaal klimaatakkoord te komen.
De andere landen hebben daardoor geen zekerheid dat we onze financiële verplichtingen tegen 2020 nakomen. Premier Charles Michel herstelde onze geloofwaardigheid voor een deel, door jaarlijks vijftig miljoen te beloven tegen 2020. Het geld zal er nu wel moeten komen.
Hoe staat het met de reputatie van België naast de vastgelopen discussie over het klimaatakkoord?
Wittoeck: Wij hebben een vrij goede reputatie bij onze collega’s omdat wij binnnen de Europese Unie een consistente en stevige positie innemen over klimaat. Wij ijveren voor het behouden van de 2°c doelstelling en voor een billijk klimaatakkoord, met een rechtvaardige verdeling van inspanning tussen rijk en arm; Noord en Zuid.
‘Onze experts spreken bij een aantal onderwerpen in naam van de EU.’
De delegatie vormt ook een goed team. En dat is niet enkel een verkoopspraatje van de coördinator, (lacht). Onze experts spreken bij een aantal belangrijke onderwerpen in naam van de hele Europese unie. Herbebossing, de koolstofmarkt, de lange termijndoelstelling en rechtvaardige verdeling van de inspanningen zijn enkele van de onderwerpen waar de Belgische expertise gevraagd wordt.
Is er een tweespalt tussen een prijs winnen als fossiel en een goede reputatie bij collega’s?
Wittoeck: Dat we geen klimaatakkoord hebben en niet met geld over de brug kunnen komen wordt ons aangewreven door onze collega’s. Welliswaar op een vriendelijke en diplomatieke manier, meestal tijdens bilaterale gesprekken. Dus van naming and shaming op de grote vergaderingen blijven we gespaard. Maar mijn collega’s vertellen me wel dat ze erover worden aangesproken. Ikzelf kreeg ook al signalen dat vooral de onduidelijkheid over de Belgische financiële bijdrage moet opgelost worden.
Hoe verloopt de top tot nu toe, wat ligt er al op tafel?
President Obama vraagt een bindend klimaatakkoord, is dat een goed idee gezien de Amerikaanse situatie?
Wittoeck: Obama maakt een sterke statement door dit te zeggen. Want de president heeft een sterk mandaat, en macht om zelf beslissingen door te voeren. Hij kan, zonder goedkeuring door de senaat, klimaatdoelstellingen vastleggen voor alle onderwerpen waar al binnenlands beleid over bestaat. Belangrijke kanttekening, over Co2-reductie zelf bestaat nog geen wetgeving in de VS. Dus Obama kan niet zeggen hoeveel Co2uitstoot de Verenigde Staten precies moet reduceren. En daar wringt het schoentje.
De positie van de Europese Unie is anders. De EU is, net zoals België trouwens, voorstander van een bindend klimaatakkoord en bindende nationale klimaatplannen met reductiedoelstellingen. Dat we een juridisch bindend akkoord krijgen is niet verwonderlijk. Want in Durban spraken de onderhandelaars af om tegen 2015 een bindend akkoord vast te leggen. Het is nu interessant om te zien hoe de Amerikaanse en andere delegaties dat wettelijk bindend karakter zullen invullen.
Bij de Belgische delegatie zitten flink wat vertegenwoordigers van het middenveld met Ngo’s zoals Greenpeace, Oxfam en 11.11.11. Wat is hun impact?
‘De vakbeweging, de werkgevers, de jongeren en de universiteiten zijn allen lid van onze delegatie.’
Wittoeck: Zij hebben geen grote directe impact. Maar hun aanwezigheid is wel zeer belangrijk. De vakbeweging, de werkgevers, de jongeren en de universiteiten zij zijn allemaal lid van onze delegatie. Zo erkennen we het belang en de waarde van het middenveld in het klimaatdebat. We helpen elkaar door informatie te delen en hier goed mee om te gaan. Daardoor is er een sterke vertrouwensband tussen de officiële Belgische delegatie en het middenveld.
Op de top zelf krijgen verschilleden groepen waaronder de jongeren de kans om tijdens de plenaire vergadering te spreken. Ik herinner me de speech van Jonathan Lambregs, Vlaamse jongerenvertegenwoordiger in Lima. Hij werd verkozen als woordvoerder door andere jongeren en mocht de volledige internationale gemeenschap toespreken. Dat heeft hij trouwens op een heel goede manier gedaan.
Wat met de lobbyisten?
Wittoeck: Het is normaal dat de private ondernemingen mee aan tafel zitten. Want een groot deel van de investeringen om over te stappen naar een lage koolstofeconomie zullen gebeuren in de private sector. Een dialoog is vanzelfsprekend om hen mee aan boord te krijgen. We voeren die in Brussel met de Federale Raad voor Duurzame ontwikkeling en er zijn bedrijfsfederaties die deel uitmaken van de delegaties.
De niet officiële lobby van grote bedrijven bestaat wel degelijk ook. Maar daar word ikzelf minder mee geconfronteerd. Zij proberen de landen, de Europese commissie en het Europees parlement zoveel mogelijk in hun richting te duwen. Daaraan weerstaan is een deel van het spel.
‘Verschillende bedrijven mee op de trein richting transitie.’
Verschillende grote bedrijven toonden de laatste jaren een nieuwe en constructieve houding, denk maar aan The Shift. Zij zijn belangrijke partners om een emissiereductie van tachtig tot negentig procent te verwezelijken in de geïndustrialiseerde landen tegen 2050. Wereldwijd en in België zijn er verschillende bedrijven die het conservatisme achterlaten en mee op de trein richting transitie springen.
Zal Europa opnieuw een stevige alliantie aangaan met landen uit het Zuiden?
Wittoeck: Samenwerking tussen de Europese Unie en Zuiderse landen is cruciaal. In Durban 2011 vormde Europa een alliantie met het Zuiden, de Durban Alliance. Zij zouden elkaar steunen tijdens de klimaatonderhandelingen. Deze alliantie moeten we in Parijs opnieuw aangaan.
Enkele partners zijn al opgestaan om de alliantie nieuw leven in te roepen. Latijns Amerikaanse landen die zoeken naar compromis zijn sterke bruggenbouwers. Verschillende gesprekken zijn ondertussen geopend, waaronder de Cartagena dialoog. Hier kunnen landen uit het Zuiden landen uit het Noorden ontmoeten en met hen samenwerken.
Hoe kijkt u naar het vervolg van de onderhandelingen, krijgen we een stevig klimaatakkoord?
Wittoeck: De aanwezigheid van regeringsleiders, de nationale klimaatplannen en de bilaterale akkoorden verstevigen de beginpositie in deze onderhandelingen. We staan vandaag sterker dan in Kopenhagen. Ik ben dus optimistisch en denk dat er een akkoord zal komen. Maar of dit voldoende zal zijn om de opwarming van de aarde tot twee graden te beperken is niet zeker.
‘We moeten zo snel mogelijk in actie schieten.’
Het is essentieel om tijdens deze top ook na te denken wat we na Parijs gaan doen. In het akkoord wordt de weg uitgetekend na 2020. Maar we moeten zo snel mogelijk in actie schieten. Het akkoord moet lange termijns doelstelling tegen 2050 vooropstellen en landen verplichten om om de vijf jaar een nieuw klimaatplan in te dienen.
Die herziening is belangrijk om te kijken of we op de goede weg zijn en om bij te sturen indien nodig. We weten waar we heen moeten maar vandaag zitten we niet op de juiste weg. In Parijs moeten we samen de weg uitstippelen naar een duurzame toekomst.
Hoe is het voor u persoonlijk om hier te onderhandelen?
Wittoeck: Ik zeg altijd dat mijn gevoelens eigenlijk irrelevant zijn, (lacht). Maar goed, het is vermoeiend en vaak ook frustrerend. Het gaat traag, soms onderhandelen we 4 uur over 4 lijntjes tekst, uren en uren heen en weer over komma’s en punten, verschrikkelijk. Ik hoorde de klimaatcommisaris van de Europese commissie vorige week op terzake zeggen dat ze niet naar de top vooruitkijkt en ik begrijp waarom.
‘We moeten een globale oplossing zoeken voor de klimaatproblematiek.’
Maar het is onze plicht om eraan mee te doen. We moeten een globale oplossing zoeken voor de klimaatproblematiek. Onze ploeg begint om zes uur ‘s morgens, is in de weer tot elf uur en dat zal steeds later worden.
Daarom ben ik ook zeer blij dat ik in zo’n sterk team zit. Iedereen hier legt zijn frustraties en vermoeidheid aan de kant en denkt en handelt actief mee. Dat moedigt mij aan, dat motiveert mij.
Les Six de Paris zijn jonge journalisten die de Klimaattop volgen. Ze hebben speciaal aandacht voor andere jongeren en stemmen uit het Zuiden. Dat doen ze met de steun van 11.11.11. Tekst: Lothar Boeykens, beeld Bavo Nys.