Het verlanglijstje van HIPC-ministers en PRSP-coördinatoren

Het verlanglijstje van HIPC-ministers en PRSP-coördinatoren

Rudy De Meyer

01 oktober 2004

Tijdens een conferentie van IMF en Wereldbank over strategieën van armoedebestrijding in 2000 stelde een hoge ambtenaar uit Malawi een tekst voor in naam van 32 arme landen met een zware schuldenlast (HIPC-landen). Deze tekst maakt duidelijk wat volgens de regeringen van de betrokken landen de winstpunten, de gevaren en de uitdagingen van de PRS-aanpak zijn. De paper bevatte ook de onderstaande lijst met wensen.

Belangrijkste resultaten van de strategieën voor armoedebestrijding

De PRS-aanpak heeft in een relatief korte tijd een aantal belangrijke resultaten opgeleverd.
- Sommige landen hebben de greep op hun eigen ontwikkeling versterkt en spelen meer een leidende rol.
- De civiele maatschappij is nu veel meer betrokken bij het formuleren en uitvoeren van ontwikkelingsstrategieën.
- Er is meer aandacht voor het verzamelen van gegevens over armoede en voor de analyse en de opvolging van het probleem.
- Er is een grote inspanning geleverd om het beheer van de openbare sector te verbeteren en om de overheidsuitgaven doorzichtiger te maken.
- De donoren hebben hun technische bijstand in het kader van armoedebestrijding verhoogd.
- Binnen het IMF en de Wereldbank en ook in andere internationale instellingen en bij bilaterale donoren heeft de analytische capaciteit inzake armoedebestrijding een sterke impuls gekregen. In sommige gevallen is een deel van die capaciteit ook doorgegeven aan PRSP-landen. De meest geavanceerde donorinstellingen hebben zelf ook van de PRSP-landen geleerd.
- De donorsteun is sterker ingeschakeld in de nationale ontwikkelingsprioriteiten.

Uitdagingen en voorstellen om de ontwikkelingsimpact van PRS te vergroten

Er moet nog veel gebeuren om de PRSPs te laten beantwoorden aan de verwachtingen van de bevolking van de betrokken ontwikkelingslanden. Die uitdagingen blijven niet beperkt tot het kader en de uitvoeringsmodaliteiten van de PRSPs zelf. De PRS-aanpak moet omkaderd worden door bredere maatregelen.

Ownership en participatie

- De participatieprocessen in het kader van de PRS-aanpak moeten worden geïntegreerd in de normale nationale ontwikkelingsplanning, met een grotere betrokkenheid van het parlement en de gedecentraliseerde overheidsinstellingen.
- Stafleden van internationale instellingen en bilaterale donoradministraties moeten sneller een andere houding aannemen. Van hen wordt verwacht dat ze minder en minder snel tussenkomen en dat ze meer ruimte laten voor het bereiken van eensgezinde standpunten binnen het land zelf. Als antwoord op die consensus moeten ze veel grotere verschuivingen in het macro-economisch beleid toelaten en genoegen nemen met een veel soepeler voorwaardenbeleid.
- Het is nodig de capaciteit van de overheid en de civiele maatschappij te versterken om het debat te voeren over de effecten van het macro-economisch beleid op de armoede. Hun opinie hierover moet ook wordt gehoord.
- De PRSPs moeten beter aansluiten bij bestaande strategieën voor armoedebestrijding en bij de uitgavenplanning op middellange termijn.

De inhoud van strategieën voor armoedebestrijding

- Het accent moet verschuiven van het verzamelen van gegevens over armoede en van de diagnose naar de evaluatie van het gevoerde beleid en naar ex-ante studies van de mogelijke impact van voorgestelde maatregelen.
- Regeringen en de civiele maatschappij moeten de technische middelen krijgen en capaciteiten kunnen opbouwen om zelf deze problemen te analyseren. Dat gebeurt beter op basis van uitwisseling van ervaringen tussen landen dan door consultants die worden ingehuurd door donoren of de internationale instellingen.
- Als de analyse aangeeft dat het nodig is, moet het mogelijk zijn het macro-economisch kader, de sectorale politiek en het structuurbeleid drastisch te veranderen.
- In de PRSPs moet meer nadruk komen op groei ten gunste van de armen. Dat vraagt om meer groei en ook om garanties dat die bijdraagt tot het halveren van de armoede voor 2015. Men moet kunnen aangeven hoe maatregelen in het plan de gestelde groeicijfers zullen verhogen en zullen leiden tot een herverdeling ten gunste van de armen.
- Er is nood aan een scherpere analyse van spaargedrag, investeringen, mobilisatie van binnenlandse middelen, werkgelegenheid en de arbeidsmarkt, gelijkheid en een inclusief sociaal beleid.
- Bij het formuleren van het armoedebestrijdingsbeleid mag men zich niet alleen richten op de ‘sociale sectoren’.
- Het structureel en het sectoraal beleid in de PRSPs dienen beter op elkaar afgestemd te zijn.
- Het macro-economisch kader moet versoepelen, om de opnamecapaciteit voor giften en concessionele leningen op te drijven en te kunnen zoeken naar alternatieve scenario’s voor stabilisering en groei van de economie.
- Voorwaarden van internationale instellingen en bilaterale donoren die niet als prioriteiten uit het nationaal overleg komen, moeten worden geschrapt. Het is niet mogelijk tijdens de uitvoering van een programma nieuwe voorwaarden toe te voegen.

Donorsteun en partnerschap

- Er moet een overschakeling komen van een slecht gecoördineerde donorgestuurde technische samenwerking naar programma’s van capaciteitsopbouw, geleid door het land zelf.
- Er is nood aan meer hulp via budgetsteun, aan zo concessioneel mogelijke en ontbonden hulp en onproductieve projecten zijn te vermijden.
- Het aantal donorinitiatieven en evaluatieprocessen moet worden beperkt en beter gecoördineerd.
- Het valt te vermijden dat de conditionaliteit verschuift van de ene donor naar de andere en dat het aantal voorwaarden tegelijk vermeerdert. Er is nood aan een overzicht van het totale voorwaardenpakket. Landen moeten zelf voorwaarden kunnen schrappen die niet uit het nationale PRS-overleg komen.

Uitvoering

- Een betere bescherming tegen externe schokken, het stroomlijnen van de voorwaarden en een grotere soepelheid in het macro-economisch kader moeten voorkomen dat de uitvoering van de programma’s vertraging oploopt of wordt stilgelegd.
- De richtlijnen voor het rapporteren over vooruitgang in de PRS-aanpak moeten zo opgesteld worden dat ze leiden tot het bijsturen van de PRSP, op basis van opgedane ervaring en uiteindelijk tot het beter realiseren van de vooropgezette doelstellingen.

Beperkingen wegwerken

- De steun aan capaciteitsopbouw voor regeringen en de civiele maatschappij moet drastisch worden opgedreven.
- Er moeten verschillende mechanismen voor de bescherming tegen externe schokken worden uitgewerkt.
- De donorprocedures moeten aangepast worden om inzinkingen in de hulpstroom te vermijden.
- De Minst Ontwikkelde en PRSP-landen moeten vrije toegang krijgen tot de markt in de ontwikkelde landen. Structurele handelsbelemmeringen moeten worden weggewerkt en de subsidies aan de landbouw afgeschaft.
- Privé-kapitaalstromen naar PRSP-landen moeten worden gestimuleerd, op een manier die bijdraagt tot de vermindering van de armoede.
- Ook de handel en financiering en gebruik van hulpgeld tussen ontwikkelingslanden verdient een stimulans.
- De timing en procedures van donorinterventies moeten beter worden gestroomlijnd en afgestemd op de timing en de wijze van budgetteren en plannen van de regering.
- Landen die nog een PRSP moeten opstellen, moeten meer tussentijdse schuldverlichting krijgen en tijd om het proces mogelijk te maken.
- Er is tot nu toe op wereldvlak weinig succes geboekt bij het terugdringen van de armoede. Men moet erkennen dat PRSP-landen hun beleid in de komende jaren waarschijnlijk nog sterk zullen moeten aanpassen en daarvoor een flexibel kader voor de PRS-aanpak nodig hebben.
- Er is nood aan een grote inspanning om procedures voor rapportering over het gebruik van donorgeld zo sterk mogelijk te stroomlijnen en te vereenvoudigen. Dat vraagt een verschuiving naar budgetsteun, naar een geïntegreerd systeem van budgettering en uitgavenoverzichten voor alle inkomsten (schuldverlichting in het kader van het HIPC-initiatief inbegrepen) en uitgaven.

Rudy De Meyer is Diensthoofd Studie en Publicaties van 11.11.11 vzw, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging. Hij is redactielid van MO*noordzuid CAHIERS en medesamensteller van dit cahier. rudy.demeyer@11.be