Ik treed uit de media
Saddie Choua en Stef Boogaerts
01 november 2002
Het beeld dat we ons van de wereld vormen, wordt sterk bepaald door de alledaagse werkelijkheid en niet het minst door de taal die we gebruiken. In dat taalgebruik zit een duidelijke evolutie, een verrechtsing. De maatschappelijke evolutie heeft een invloed op onze taal, en ons taalgebruik beïnvloedt op zijn beurt de maatschappelijke evolutie. Dat zegt Prof. Dr. Jan Blommaert, hoogleraar Afrikaanse letterkunde aan de Universiteit Gent in een gesprek met Saddie Choua en Stef Boogaerts.
Jan Blommaert: 11 september heeft bestaande problemen versneld en vergroot op een manier die je niet meer onschuldig kunt noemen. De betekenis van woorden als terreur en terrorisme is enorm geëscaleerd. Vroeger kon alleen een individu of een groepering terroristisch zijn, maar sinds 11 september kunnen ook staten dat zijn: schurkenstaten.
Beeldvorming wordt overigens steeds meer een ingrediënt van de politiek. Dat is het sterkst voelbaar als het over onze eigen samenleving gaat, maar geldt evenzeer op mondiaal vlak. Je merkt dat ook in het jongste boek van Patrick Janssens. Want ook volgens hem is het hebben van een job – bezoldigde arbeid – de enige manier om volwaardig mens te zijn, het is een bron van zelfvervulling… En dus moeten we er als mens voor zorgen dat we een zeer goed product zijn op de arbeidsmarkt. Dus zorgen wij er allemaal voor dat onze kinderen goed en voortgezet onderwijs genieten.
Maar voor veel mensen wordt arbeid daardoor juist een bron van ellende, van frustraties! Een werkloze wordt beladen met complexen die over hemzelf gaan en niet over het bedrijf waar hij niet kan werken. Wat Marx ‘vals bewustzijn’ noemde, wordt vandaag steeds meer realiteit. Het probleem manifesteert zich ook in de manier waarop het armoedebeleid gevoerd wordt, het beleid rond criminaliteit en veiligheid. Dat wordt bepaald door beeldvorming en niet door sociologische feiten of bewegingen.
We krijgen dus een statustaal.
Ja, en het zijn automatismen die tot een statustaal leiden. In het kader van een onderzoek dat we momenteel rond asielcentra voeren, interviewen we mensen in de buurt. Dan hoor je mensen uitdrukkingen gebruiken die onmogelijk een weerspiegeling kunnen zijn van hun onmiddellijke ervaringswereld. Ze gebruiken in hun strijd tegen Zon en Zee aan de kust frasen die op het Limburgse Hengelhoef slaan, 200 km verder. Die ze dus rechtstreeks ontlenen aan VTM of aan het discours van bepaalde politici…
Zo heeft het Vlaams Blok duizenden en duizenden mensen leren spreken. Het Blok heeft die mensen een jargon aangereikt over crapuul, vreemdeling, gefoefel, veiligheid, het niet opnemen van politieke verantwoordelijkheid… Ineens bezorg je die mensen een verhaal dat ze voortdurend kunnen gebruiken en hergebruiken als uitdrukking van iets wat voor de rest eigenlijk niet zegbaar is.
Gebeurt dat bewust?
Uiteraard gebeurt dat bewust. Daar zit een stramien achter, een marketingtechniek. Dat is hetzelfde als in de reclame, wanneer Orange Base wordt. Essentieel is dat men van het woord Orange afgeraakt en dat de naam Base met het product wordt geassocieerd.
Hetzelfde gebeurt met de koppeling van de woorden migrant en probleem. Vraag aan de mensen waarom ze dat verband leggen en ze weten het niet. Idem met het armoedebeleid, verzuring, veiligheid en onveiligheid.
Politieke figuren worden steeds opgevoerd, men moet die vaak zien op tv, de naam Stevaert moet klinken, iedereen moet weten wie dat is, je moet je daar van alles bij kunnen voorstellen.
Dan zitten we bij de rol van de politiek…
De strijd in de komende verkiezingscampagne wordt een strijd om woorden en slagzinnen, geen argumenten en redeneringen of grote overtuigingen of politieke platformen. “Veiligheid is een sociaal recht.” Wedden dat we die gaan tegenkomen?
Dat is zoals een bijsluiter bij een product, die lees je pas wanneer je het product hebt gekocht. Ook in de politiek ga je producten ‘kopen’ op basis van heel beknopte, vermarkte boodschappen. De kleine lettertjes leest men achteraf…
De komende verkiezingscampagne zal ook meer dan ooit om figuren draaien: sympathieke knapen die met de fiets rijden. Maar door de grotere kieskringen gaan die mensen meer macht hebben dan ooit tevoren. Zij hebben de partij niet langer nodig, de partij heeft hen nodig.
En de media doen mee?
Over de rol van massacommunicatie wordt heel geheimzinnig gedaan. Men stelt zich de vraag: hebben de media daar een invloed op? Natuurlijk hebben de media daar een invloed op. Veel van onze definities halen we gewoon uit de media!
Ook het informatiegehalte van de pers speelt een belangrijke rol. Lees eens een De Morgen van 1992 en eentje van nu… Ik vraag me af waarom al die progressieven nog steeds De Morgen lezen.
Dat heeft serieuze maatschappelijke gevolgen.
Het gaat over macht, en macht gaat in wezen om de afwezigheid van verzet, van tegenmacht. Machtsgevoel ontstaat niet zozeer uit de effectieve overtuiging dat de ander minder is, maar uit de vaststelling dat kritiek en tegenbeweging uitblijven. Wanneer je dat bereikt, heb je natuurlijk een gigantische macht.
Heb je democratie wanneer je iedereen gelijk geeft? Waar halen de mensen hun ideeën dan? Het Vlaams Blok zegt wel wat het denkt, en scoort daarmee. De andere partijen nemen die retoriek gewoon over. Bv. legervliegtuigen om illegalen te repatriëren. Dat had je tien jaar geleden eens moeten zeggen, het zijn allemaal punten uit het 70-puntenplan van het Vlaams Blok. Ook de asielcentra staan daar in. Het eerste asielcentrum was overigens een initiatief van… Louis Tobback.
Hoe kun je het Vlaams Blok dan tegengaan?
We hebben daarvoor dringend nood aan een linkse oppositie! De linksen moeten hun mensen ook leren spreken. Ze moeten hun versie geven van wat het Vlaams Blok vertelt en niet het Vlaams Blok napraten.
En dus speelt ook de pers daarin een belangrijke rol.
De media zijn in hetzelfde bedje ziek, ze dansen dapper mee met die nieuwe democratische ideologie. De mensen krijgen geen sturing meer, nu gaat het zogezegd over pluriformiteit van opinies en mensen aan het woord laten. Wat in feite neerkomt op het discours van het Vlaams Blok, want een ander discours is er niet.
Ik ben gestopt met het volgen van de media, ik treed uit de media. De media bestaan niet langer omwille van de informatie. Media, dat is economie. De Morgen en het VRT-journaal brengen nu zelfs een overzicht van de beursberichten. Informatiewaarde: nul. Wie daar echt mee bezig is, kent die cijfers ’s middags al. Dat is ook beeldvorming: de beurs is nieuws, de beurs is de economie. Nog niet zó lang geleden was arbeid de economie…
Heeft de Persgroep daarom Yves Desmet aan het hoofd gezet van wat ooit een progressieve krant was?
Jazeker. Het interesseert Van Thillo niet wat voor een krant De Morgen is. Het enige wat hem interesseert is de niche die De Morgen invult. Het gaat om marktpositie. De Morgen groeit? Ja, omdat ze lezers overnemen van rechtse kranten als Het Laatste Nieuws. Men spreekt over het vrijmaken van de media, maar wat is dat? Dat is de vrijheid om te werken voor de markt, publiceren om winst te maken.
Maar is het dan de maatschappij die ons taalgebruik beïnvloedt of is het veeleer omgekeerd?
Beiden. Die relatie verloopt in alle richtingen tegelijk. Het is een cirkel die voortdurend wordt beschreven. Bevestiging van het systeem in het discours is bestendiging van het systeem zelf.
Er wordt ook gezegd dat er nieuwe breuklijnen in de maatschappij zijn. Dat wil ik wel geloven, maar hoe zijn ze tot stand gekomen? De antipolitiek van Haider, Fortuyn, het Vlaams Blok… is niet anti-systeem. Antipolitiek is tegen de politiek. De tegenstelling tussen democratie en antidemocratie zit niet in de politiek, die moeten we op grotere schaal zoeken.
Waarom duikt die antipolitiek op in de meest welstellende landen ter wereld?
Juist omdàt we welstellend zijn! Precies dat maakt het moeilijk om in Vlaanderen een radicale antikapitalist te zijn.
De andersglobalisten doen dat nu wel!
Ja, zij zeggen: die scheve stoepsteen in mijn straat is geen issue. Wel de grote welvaartsmechanismen op wereldschaal. Het systeem is trouwens nooit waterdicht. Ruimte voor verzet is er altijd, hoe klein ook. En in dat gaatje springen de andersglobalisten.
Welke rol speelt het Internet daarin?
Wat een instrument van de hegemonie had kunnen zijn, werd een instrument van verzet. In de VS wordt veel geld uitgetrokken voor toezicht op het Internet. Men vindt dat nu een veel te vrije ruimte.
Indymedia maakt daar handig gebruik van.
Je hebt in de media twee centrale begrippen: professionalisme en inhoudelijke deskundigheid. “Doorgaans primeert een professionaliteit die jammer genoeg dient om de mensen te laten geloven dat je hen objectief informeert. Het gebrek aan inhoudelijke deskundigheid wordt dan opgevangen door een professionele indruk.” Bij Indymedia is dat omgekeerd: correcte berichtgeving maar geen professionaliteit.