“‘Internationaal onderwijs, inhoud versus vaardigheden’
K. is een student met een Thaise moeder en een Duitse vader. Hij heeft nooit in Duitsland gewoond en eigenlijk ook nooit echt in Thailand, want hij heeft quasi zijn hele schoolcarrière in internationale scholen doorgebracht, op internaat. Zoals K. zijn er velen. Zij zijn de toekomst. Hoe kan het internationale onderwijs deze transnationale studenten voorbereiden op jobs die nu nog niet bestaan?
Onze school, Prem Tinsulanonda International School in Chiang Mai, Thailand, huist studenten van vijfendertig verschillende nationaliteiten.
Een groot aantal van hen woont in het internaat. Dagelijks word ik in mijn werkcontext geconfronteerd met het transnationale studentenprofiel.
Het doet me stilstaan bij mijn eigen lespraktijk en bij de aanpak van internationale scholen. De laatste jaren is er een duidelijke verschuiving van inhoud naar vaardigheden gebeurd, maar is dit wel de juiste keuze? En welke vaardigheden moeten dan precies worden aangeleerd?
Transnationalisme, meer dan een buzzword
De term transnationalisme had oorspronkelijk een louter economische betekenis (multinationals die grensoverstijgend aan business gingen doen), maar wordt nu meer en meer gebruikt in de internationale onderwijscontext. Het gaat dan om studenten als K. K. heeft geen echt thuisland, spreekt verschillende talen en heeft kennis vergaard in verschillende (inter)nationale contexten.
K. is een individu dat lands-en staatsgrenzen overstijgt. K. en velen met hem zijn de studenten van de toekomst. Hun transnationale achtergrond is een rijkdom eerder dan een verarming. Eigen ervaring leert dat deze studenten toleranter zijn, minder in hokjes denken en ontvankelijker zijn voor alternatieve opinies.
Het is echter ook duidelijk dat deze studenten nood hebben aan de juiste vaardigheden om in hun transnationale context te studeren en later te werken. Mijn eigen onderwijspraktijk bracht me van expats en universiteitsstudenten in België, kinderen en volwassenen, laag en hooggeschoold, tot Aziatische en westerse studenten aan de andere kant van de wereld, in Zuidoost-Azië. Kampt elk van hen met dezelfde worstelingen? Wat vaardigheden betreft zeker wel, wat inhoudelijke kennis betreft is er sprake van een duidelijk verschil tussen West en Oost.
Oosterse studenten, zeker Chinezen, Japanners en Koreanen, beschikken over een indrukwekkende inhoudelijke kennis.
Oosterse studenten, zeker Chinezen, Japanners en Koreanen, beschikken over een indrukwekkende inhoudelijke kennis. Hun schoolsysteem is nog steeds erg gericht op kennisvergaring eerder dan op de ontwikkeling van vaardigheden.
Wanneer deze studenten doorstromen naar het internationale onderwijs, is er een significant verschil tussen hun inhoudelijke kennis en die van hun westerse klasgenoten. Het ontbreekt hen echter vaak aan de juiste vaardigheden om deze kennis te verbreden en te ‘overleven’ in het internationale onderwijs.
Plaats daar tegenover de gemiddelde westerse student. Het is zonder twijfel duidelijk dat zijn inhoudelijke kennis er de laatste jaren op achteruitgegaan is. Dit is grotendeels te wijten aan de ‘westerse’ verschuiving richting vaardigheden, maar ook aan het feit dat er een massa inhoudelijke kennis online beschikbaar is. Het probleem bij hen is echter de vervlakking van hun inhoudelijke kennis. Ondanks hun vaardigheden slagen ze er niet in meer inhoudelijke diepgang te vinden en, net als hun oosterse collega’s, blijft hun kennis statisch en is er weinig verbreding.
De problemen bevinden zich aan beide zijden van een continuüm waarvan de oplossing halverwege ligt.
Let’s teach some grit
Een wereld waarin er keuzemogelijkheden te over zijn, waarin alles snel gaat, maar ook snel verandert en waarin men niet meer kan terugvallen op één autoriteit (ouders, de dorpsgemeenschap, de religieuze leider), maar iedereen altijd en overal eender wat de wereld in kan sturen, zo’n wereld vraagt om vaardige studenten die later vaardige burgers worden. Grit is hier broodnodig. Grit staat voor een reeks van vaardigheden waarvan passie, doorzettingsvermogen en veerkracht de bijzonderste zijn. Angela Duckworth verwoordt goed waar grit voor staat.
Veerkrachtige studenten slagen erin om in een internationale onderwijscontext een plaats te vinden en zelfstandig te kunnen leren. Doorzettingsvermogen helpt hen om langeretermijndoelen te stellen en ambitieus te zijn wat intellectuele en fysieke uitdagingen betreft. Gepassioneerd zijn betekent diepgang willen vinden en beter willen worden. Hoe dit te onderwijzen? Simpel. Leerkrachten moeten in deze rolmodellen zijn en over diezelfde vaardigheden beschikken. In scholen moet ruimte gemaakt worden voor falen, moet de grootschalige versimpeling van leerinhouden gestopt worden. Moeten? Ja, moeten. Het is onmogelijk om van studenten te verwachten gritty te zijn zonder rolmodellen of uitdagingen.
Het internationale onderwijs heeft de taak een balans tussen inhoud en vaardigheden aan te leren.
Eveneens pleit ik voor het onderwijzen van de vier belangrijkste traditionele academische vaardigheden: onderzoeksvaardigheden, lees-en schrijfvaardigheden en analytisch denkvermogen. Onderzoek en analyse zijn onontbeerlijk om doorheen het online bos de inhoudelijke bomen te zien. Hoe aan de juiste informatie geraken en hoe grote hoeveelheden informatie analyseren en verwerken? Maar ook: informatie begrijpen en onthouden.
Het internationale onderwijs heeft met andere woorden de taak om een balans tussen inhoud en vaardigheden aan te leren. Een ontmoeting halverwege, als het ware.
De lege doos
Vandaag is de bedrijfswereld in een Kafkaiaanse structuur terechtgekomen. Er zijn zodanig veel hiërarchische niveaus en jobomschrijvingen die bovendien een hallucinante administratieve molen op gang brengen, dat ergens onderweg de inhoud is verloren gegaan. Less (leveling) is more (content).
Het is de uitdaging van het internationale onderwijs om daar iets aan te doen door bedrijfsleiders en werknemers op te leiden en hen de vaardigheden aan te bieden die hen ertoe aanzetten zich in inhoud te verdiepen. En passie, passie!