Zep Kalb
“‘Irans vergeten rol als bestrijder van terreur ’


De term 'terrorisme' wordt door Westerse media vaak te pas en te onpas gebruikt. Dit artikel gaat over het belang van minderheden, populaire steun voor de staat en Westers imperialisme om terrorisme in Iran te verklaren.
Afgelopen vrijdag om middernacht werden 14 grenswachters van het Iraanse leger in een terroristische aanval vermoord nabij de stad Saravan, dichtbij de grens met Pakistan. Bij de aanval vielen ook zeven gewonden. Soennitische extremisten van de groep Jhaych ol-Adl eisten via hun website de verantwoordelijkheid voor de aanslag op. Voor Iran is dit een van de zwaarste terroristische aanslagen van de afgelopen jaren.
Pariastaat: een misplaatste beschuldiging
De Westerse media beschrijven Iran vaak als een pariastaat omdat het land zich niet conformeert aan de internationale normen. Het Iraanse kernenergieprogramma is een van de grootste reden voor deze benoeming. Een andere belangrijke aanleiding is dat verschillende officiële Iraanse militaire eenheden, zoals de Revolutionaire Garde, door de EU en VS als terroristische organisaties gezien worden.
Iran wordt zo gezien door de internationale gemeenschap sinds het beleid van de vorige Amerikaanse president George W. Bush. In zijn State of the Union toespraak van 29 januari 2002 verklaarde Bush dat Iran deel uit maakt van de zogenaamde ‘as van het kwaad.’ Deze beschuldiging was in zijn context volledig misplaatst. Iran had niet alleen een ellenlange oorlog gevoerd met Irak, het kende ook een lange geschiedenis van terrorismebestrijding in de regio. Daarbovenop had Iran maanden voor Bush’ toespraak culturele uitwisselingen tussen Amerika en Iran en logistieke hulp voor het Amerikaanse leger in Afghanistan aangeboden.
Juist doordat de VS deze feiten negeerde en Iran tot de ‘as van het kwaad’ rekende, zorgde ervoor dat hardliners in het land meer macht naar zich toe konden trekken. Een van de gevolgen hiervan is dat Iran zo sinds 2005 haar nucleair programma doorzette. Iran bestempelen als paria is dus misleidend en doet onrecht aan haar rol in het bestrijden van terrorisme in de regio.
Sinds de Amerikaanse invasie in Afghanistan groeit het soennitisch terrorisme in Pakistan, Iran en Afghanistan. Met name de etnische regio Baloechistan, zowel gelegen in Iran als Pakistan, is erg onrustig. De NAVO toevoerlijn loopt recht door deze regio, van de Pakistaanse stad Quetta tot Kandahar in Afghanistan. Deze route is een essentieel doelwit voor terroristen. En vanwege de ruwheid en ontoegankelijkheid van het terrein in Baloechistan, hebben de Taleban, al-Qaeda en andere geaffilieerde terroristische groepen toegang tot alle drie de landen.
Terrorisme en minderheidsbelangen
Cruciaal van terroristische en extremistische groepen in het Midden-Oosten voor de populariteit is de relatie tussen provincie en hoofdstad en het daaraan gekoppelde onderscheid tussen minderheid en meerderheid. Zo voelen de Baloechis zich gediscrimineerd, zowel in Pakistan als in Iran. Ze hebben een geschiedenis van etnisch nationalisme. Verzet tegen beide staten en het streven naar een onafhankelijke en verenigd Baloechistan gaan hierbij hand in hand. Enkele dagen voor de aanslag verklaarde de vertegenwoordiger van de stad Saravan dat werkeloosheid en discriminatie voor grote ontevredenheid zorgen bij de Baloechis.
Hetzelfde geldt voor de Koerden in Irak, Syrië, Turkije en Iran. De belangrijkste Koerdische verzetsgroep in Iran is de Pejhak. Deze terroristische groepering is goed bewapend door haar verbond met zusterbeweging PKK (de Koerdische Arbeiders Partij), die in Turkije en Noord-Irak actief is. Vijf dagen voor de aanslag in Baloechistan doodde de Pejhak zo nog vijf Iraanse soldaten in Koerdistan. De Pejhak vecht, net zoals de PKK in Turkije, voor taalrechten en andere minderheidsvoorzieningen.
Toch zijn er grote verschillen tussen Iran en Turkije in hoe minderheden beschouwd worden. De Turkse constitutie zoals die werd voorgelegd door Mustafa Kemal Ataturk, de stichter van modern Turkije, ziet het land als etnisch Turks. Dit heeft als gevolg dat de Koerdische minderheid haar basisrechten ontzegd werden. In Iran ligt het anders. De constitutie van de Islamitische Republiek stelt in artikel 15 vast dat Perzisch de lingua franca van het land is, maar: “het gebruik van regionale en etnische talen is toegestaan, zowel in de pers en massamedia als in het eigen literatuuronderwijs ”. Helaas zijn deze wetten tot nog toe niet toegepast en is Perzisch de enige publieke taal gebleven.
De huidige president van Iran, Hassan Rohani, had tijdens zijn verkiezingscampagne afgelopen lente ook de hand naar minderheden uitgestoken. Hij beloofde artikel 15 waar te maken. Etnische minderheden maken ongeveer de helft van de Iraanse bevolking uit. Dat Rohani minderheden overtuigde, speelde een belangrijke rol in zijn overwinning. Aan de andere kant laat het ook zien dat minderheden vertrouwen hebben in de Iraanse staat en zich ervan deel voelen uitmaken. Dit is bijvoorbeeld niet zo in Turkije, waar de meeste Koerden niet stemmen. De soennitische vrijdag-imam van de Zahedan, de hoofdstad van Iraans Baloechistan, keurde de terroristische aanslag van afgelopen vrijdag af, “vooral in de huidige omstandigheden waarin het volk met de verkiezingen overweldigend heeft gestemd vóór verandering en de rechtvaardigheid van etnische en geloofsrechten”.
Door zijn aandacht voor minderheidsrechten heeft President Rohani dus een groot deel van de bevolking aan zijn kant. Aanslagen zoals die van afgelopen vrijdag moeten dan ook afgekeurd worden als terroristisch. Veel westerse media, met name de BBC, doen dit niet. Zo beschreef de BBC de terroristen als ‘opstandelingen’. Een waarheidsgetrouw beeld van Iran schetst zowel de tekortkomingen van de Islamitische Republiek, als de interne steun die ze geniet en haar inspanningen om terrorisme te bestrijden.
MO*wereldbloggers: Zep Kalb
Zep Kalb studeert een Master in Iraanse Studies aan de Universiteit van Teheran. Hij schrijft over sociale en economische ontwikkelingen in Iran, met focus op zowel binnenlandse politieke debatten als internationale relaties. Hij schrijft voor MO.be met als doel een nauwkeuriger en eerlijker beeld van Iran te schetsen en de westerse misvattingen over dit land recht te zetten.