“‘Logframe mode’
Dinsdag 31 juli heeft het NGO-Forum van Oeganda zijn leden samengeroepen voor strategisch overleg over hoe omgaan met de “inkrimpende operationele omgeving” voor NGOs, een eufemisme voor groeiende staatsinmenging en -intimidatie.
Het nieuwe NGO-beleid was nog maar enkele dagen eerder aan de pers voorgesteld, of de NGO-leiders hielden al crisisberaad. Niet dat de voorstelling van dat beleid de aanleiding was. De malaise zit al lang veel dieper, maar is het laatste jaar ernstig verslechterd. Dat heeft te maken met regelrechte aanvallen op NGOs, omdat de regering vond dat die NGOs hen… regelrecht hadden aangevallen.
De opflakkering van dit wederzijds ressentiment heeft alles te maken met de nieuwe grabbeltonnen van de nationale economie. De ontginning van de enkele jaren geleden ontdekte olie- en gasvoorraden in het bekken van het Albertmeer wordt voorbereid met te weinig garanties op transparant beheer van de olie-inkomsten, vinden de NGOs. De landgrabbing voor buitenlandse investeerders waar de regering zich medeplichtig aan maakt en die landelijke gemeenschappen verstoort leidt tot protest dat niet wordt gewaardeerd op de ministeriële kabinetten. De batterij wetten die in het parlement in stelling staan, zoals de mediawet, de anti-terrorismewet, de wet op de sektes, de wet op de publieke orde en tegen economische saboteurs worden door menig NGO-leider beschouwd als de kroniek van een aangekondigde clamp down.
De denkdag bestond uit twee delen. Eerst een analytisch deel, dan een deel voor het uitwerken van strategische voorstellen.
Dr Mutebi Golooba, politoloog, tekende een slingerbeweging op een flip chart om de mood swings van de regering te illustreren. Nu zitten we in een fase van toenemende perceptie van NGOs als dwarsbomers van de lucratieve intenties van de politieke leiders, dus neemt ook het aantal politiek gemotiveerde gerechtelijke vervolgingen toe, vaak gericht op indivuele NGO-leiders, in de hoop dat dit andere potentiële oproerkraaiers zou afschrikken. Dreigementen met deregistratie van NGOs zijn legio, ook al worden ze even vaak tegengesproken door de voorzitter van de NGO-Board.
De presidentiële ambitie om zolang mogelijk aan de macht te blijven leidt tot een stijgend onvermogen om politiek in Oeganda democratisch te houden. Door beroep te doen op Westerse PR-bureaus slaagt Museveni erin om zijn reputatie in de ogen van de internationale gemeenschap nog redelijk ongeschonden te houden, maar het komt hen ook goed uit omdat ze hem maar al te graag gebruiken voor hun eigen agenda in Afrika.
Hon. Irene Ovonji onderlijnde dat deze regering zich nog steeds gedraagt als een regering van bevrijders: hun historische guerrillastrijd geeft hen in hun ogen het alleenrecht om het land te besturen, en niemand heeft het recht om dat politiek kapitaal in vraag te stellen. De president heeft een uitgebreid cliëntelistisch netwerk rondom zich uitgebouwd waarin enkel plaats is voor individuen, niet voor sterke instellingen die zijn macht zouden kunnen afzwakken. Repressie wordt gebruikt als een instrument voor de aanmoediging van cliëntelisme. Ook NGOs worden gecoöpteerd door de Staat, in ruil voor middelen, postjes of politieke steun.
De president streeft naar vergaande fragmentatie van het land in een steeds maar toenemend aantal steeds kleinere districten in naam van een betere dienstverlening, terwijl overal ter wereld gekozen wordt voor fusies voor een betere efficiëntie. In wezen gaat het hem in de eerste plaats om het creëren van postjes voor zijn politieke vrienden, maar ondertussen drijft hij de kost van het staatkundig apparaat geweldig de hoogte in. En het is ook gevaarlijk, benadrukte het parlementslid, want het kan etnische, religieuze of klassentegenstellingen weer aanwakkeren.
Hoe meten NGOs hun succes?, vroeg ze retorisch. De meesten zitten tegenwoordig in een logframe mode. Ze tikken in hun logisch kader de activiteiten aan die ze de donor hadden beloofd in ruil voor geld, en dat is het dan? Waar zijn de sociale bewegingen? Wie heeft het nog over ideologie? Wat blijft er over van onze gemeenschappelijke visie en belangen? Wat is eigenlijk de bestaansreden van onze NGOs? Kan het ons wat schelen, of blijven we gaan voor business as usual?
Leonard Okello opende met de stelling dat de president van Oeganda behoort tot de laatste generatie “ bevrijders”, die aan het einde van de koude Oorlog met weinig steun van buitenaf hun strijd moesten voeren. Voor hun grote zelfopoffering eisen ze eeuwige erkenning. Wie hen durft bevragen krijgt meteen de vraag terug: “waar was jij terwijl ik vocht voor het land?”. Hun ogenschijnlijk Maoïstische inspiratie tijdens de gewapende strijd smolt meteen weg na hun machtsovername, en persoonlijke zakenbelangen primeerden snel, afgeschermd door een roversstaat gebouwd op leugens en bedrog. De NRM (Nationale Verzetsbeweging) verwierp politieke partijen en verving hen door een politieke beweging waarin enkel persoonlijke verdienste telt. Maar als je uit de gratie valt, sta je ook alleen oog in oog met de Staat.
Hij gaf enkele voorbeelden van de manier waarop de Oegandese Staat wordt bestuurd:
De ontmanteling van de coöperatieve beweging was in enkele weken gebeurd. Het ministerie werd opgedoekt, en ook de coöperatieve bank, zonder dat iemand van de aandeelhouders ooit zijn of haar geld terug zagen.
Een orgaan voor de herstructurering van ranches kende aan twee generaals grote stukken land toe, gecombineerd met leningen met staatsgarantie. Korte tijd later werd ook die bank gesloten, en het is de belastingbetaler die achteraf de put mocht delgen.
Mondiaal terrorisme is een wapen voor dictatoriale controle geworden
De regering spreekt liever over management van de publieke sector dan over goed bestuur. Zo kunnen ze zich verschuilen achter de eenzijdige doelstelling van dienstverlening.
Het staatsapparaat kiest prominente NGO-leiders uit als doelwit via manipulaties van de raden van bestuur, reputatiebekladding en homofobie.
Het middenveld is te bang om de Staat in vraag te durven stellen. Het economisch overheidsbeleid staat in schril contrast met de visie van de NGOs, en toch wordt er amper iets tegen ondernomen. Sterker nog, sommige NGOs spelen het spel van de individuele verdienste mee voor eigen gewin. Allemaal zijn ze druk doende met projecten om de donoren ter wille te zijn. Slechts enkelen durven hun nek uit te steken, maar zijn dan ook erg kwetsbaar, en NGOs hebben geen gemeenschappelijk ondersteunings- en beschermingssysteem.
Begrijpen we de mechanismen van de macht in ons land eigenlijk wel goed genoeg? Is onze analyse scherp genoeg? Hebben we een ander soort NGO-leiders nodig? En dan volgde zijn besluit: Wij zijn het die dit land het meest in de steek hebben gelaten!
Arthur Larok
De directeur van Action Aid – Oeganda formuleerde het kernprobleem als volgt: we slagen er niet in de echte problemen tegemoet te treden omdat we het gedrag van de Staat onvoldoende doorgronden.
Hij gaf een historisch overzicht van de NGO-wetgeving sinds 1989 en benadrukte dat het middenveld tot nu toe enkel maar tactisch heeft gespeeld, niet strategisch:
Onvoldoende politieke mobilisatie aan de basis: de NGO-leiders monopoliseerden de acties zonder eerst voor een draagvlak te zorgen
Eendimensionale focus op het parlement als een instelling, in een systeem waar individualiteit nochtans primeert, en waar meer naar donoren wordt geluisterd dan naar de volksvertegenwoordiging
Te eenzijdig werk aan de oppervlakte, geen aandacht voor het brede maatschappelijk verhaal
Ongecoördineerde troepenbeweging, deels te wijten aan diversiteit en spreiding van de inspanningen.
Moeheid en moedeloosheid wegens gebrek aan resultaten, geen volharding
Als grote uitdagingen ziet hij vooral:
De enge overlevingsagenda van het regime
Hoe de huidige regressie ombuigen naar vooruitgang?
Hoe de staatstactiek neutraliseren: deregistratie wegens inbreuk op de wet, delegitimering van NGOs in de publieke opinie, isolering van de leiders, infiltratie van bestuursorganen, intimidatie met handlangers uit de veiligheidsbusiness, populisme over de inperking van expat-contracten die zogezegd arbeidsplaatsen van Oegandezen zouden innemen, enz.
Peter Odoyo
Als voormalig parlementslid in Kenia gaf Mr. Odoyo een boeiend getuigenis over de strijd voor meer vrijheid in Kenia in de periode 1990-2003. Hoewel een vergelijking met Oeganda niet volledig opgaat zijn er toch gelijkenissen: ook daar was de macht geconcentreerd in de handen van een president en zijn cliëntelistisch netwerk, het opperste gerechtshof werd gebruikt als een instrument van repressie, onafhankelijke media werden belaagd en bedreigd, NGOs waren actief maar in verspreide slagorde. Om het verschil te maken moet het middenveld hierover waken:
Zorg voor participatie in de strijd van alle sectoren in de samenleving
Haal nauwe banden aan met de international gemeenschap
Focus op de instellingen
Kies resoluut voor een vreedzame strijd
Zorg voor een heldere focus op een beperkt aantal kerndoelstellingen
Bied een antwoord op de angsten van diegenen aan de macht door hen een zachte landing te waarborgen.
En tenslotte een uiterst belangrijke les: maak een post-overwinningsplan op, want vele leiders uit het middenveld zullen toetreden tot de regering. Vermijd dat hierdoor hiaten ontstaan in het middenveld, want dat is niet goed voor de democratie. Plan de opvolging, zowel binnen de NGOs als in de NGO-structuren.
Kampala Assistant Bishop Rt. Rev. Zac Niringiye
Bisschop Zac, zoals hij minzaam wordt genoemd, wees op een belangrijk verschil tussen Arap Moi en Yoweri Kaguta Museveni: laatstgenoemde is een militair, en dat heeft een enorme invloed op zijn psychologie en zijn gedrag. Het is belangrijk om daar rekening mee te houden, en daarom moeten we het beter begrijpen, hierover gaan praten met generaals op rust. Museveni is nu ongetwijfeld de bangste Oegandees van ons allemaal, want hij heeft het meest te verliezen.
De verhalen geven vorm aan de perceptie. Het verhaal van onze “bevrijding” wordt zo eindeloos herhaald dat we het wel moeten geloven. Het is in die verhaallijn dat vele NGOs zijn ontstaan. We moeten ons eerst ontdoen van die verhaallijn.
Het is moeilijk om met Museveni een gesprek van man tot man te verkrijgen. Hij vermijdt dat omdat hij tegenstanders liever herleidt tot objecten, dat maakt het makkelijker om hen uit de weg te ruimen. Persoonlijk contact past niet in die aanpak. Hij wil ook alles commoditiseren: vervormen tot koopwaar, zodat alles te koop komt, ook NGOs.
De Bisschop onderlijnde het belang van de lessen uit Kenia: vermijd verdeeldheid, bouw een sterke onderlinge consensus, vertaal die naar vreedzame scenario’s en biedt een exit-strategie aan de zittende president.
In de namiddag bogen drie werkgroepen zich over de kernproblemen van het middenveld vandaag, en strategische voorstellen om daar verandering in te brengen. Op basis hiervan zal het NGO-Forum een actie-agenda uitwerken.
Om af te ronden gaf Prof. Kwesiga nog wat hints mee:
Er is een institutionele infrastructuur voorzien op nationaal, districts- en sub-county niveau. Hoe kunnen we die in ons voordeel benutten? Er zijn minstens 10.000 NGOs in Oeganda met elk gemiddeld 5 medewerkers. Met onze kritische massa van 50,000 mensen kunnen we ongetwijfeld elke volksvertegenwoordiger van dit land benaderen!
We moeten samen een diepgravende analyse maken van ons maatschappelijk bestel en een gemeenschappelijke strategie uitwerken. Daartoe moeten we allianties durven aangaan met universiteiten en beroepsverenigingen (niet enkel advocaten).
We hebben nood aan een strategie om goed geplaatste ambtenaren te benaderen en betrekken.
We moeten leren werken met politieke, partijen zonder door hen te worden geïnstrumentaliseerd, door te focussen op doelstellingen.
Het herinvoeren van een beperking op het aantal presidentiële mandaten is absoluut noodzakelijk voor onze democratie
Het middenveld moet haar imago verzorgen door publieke verantwoording af te leggen, transparant te werken, interne democratie te bevorderen, haar legitimiteit te vergroten en elitisme te vermijden.
Tenslotte gaf Arthur Larok nog enkele uitsmijters mee voor het vervolg dat deze reflectiedag zal krijgen:
De conclusies van deze dag zullen worden uitgeschreven in de vorm van een analytisch stuk met strategische voorstellen voor zowel collectieve als gespecialiseerde acties, en hoe die zullen worden opgevolgd.
Gekende gevallen van intimidatie van NGOs zullen worden gedocumenteerd en gebundeld.
Met dit materiaal in de hand zal het parlement worden aangesproken
Solidariteitsacties met de bedreigde NGOs zullen worden opgezet
Diplomatieke contacten met sleutelactoren moeten worden versterkt
Een denktank zal zich buigen over het ontwikkelen van innoverende actiemodellen zoals NGO-stakingen en andere.
Regelmatige communicatie met alle segmenten van het bredere middenveld is erg belangrijk.
Wow, wat een dag, denk ik als de brommertaxi me ‘s avonds thuis afzet. Een ongeziene combinatie van bakken zelfkritiek, moedeloosheid afgewisseld met boosheid, bikkelharde analyses van het regime en oproepen tot vernieuwd militantisme. Moest dit zich in Congo hebben afgespeeld, gegarandeerd waren er enkele figuren-met-zonnebril opgedoken, die het gebeuren voortijdig hadden afgebroken.
In Oeganda is dit soort vergaderingen wel mogelijk. De soep wordt hier dus blijkbaar toch niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. Deze vergadering zou wel eens een omslag kunnen betekenen in de positionering van het middenveld, maar evengoed kan alles weer als een pudding ineenzakken. Benieuwd of hier de zaadjes werden geplant van een Oegandese lente, dan wel of de logframe mode het weer zal halen.