Onder de gouden koepels

Onder de gouden koepels

Katrien Hertog

01 december 2005

Op een kleine heuvel tussen het Kremlin en de rivier ligt de Kathedraal van Christus de Verlosser. Het is de grootste kathedraal van de Russische orthodoxe kerk: meer dan honderd meter hoog en met plaats voor meer dan tienduizend mensen. De gouden koepel is dan ook van heinde en ver te zien. De Kathedraal van Christus de Verlosser is een religieus historisch monument met een onderbroken geschiedenis.

Zij werd opgericht als dank voor de goddelijke tussenkomst in de Vaderlandse Oorlog tegen Napoleon in 1812. In 1931 werd de kathedraal opgeblazen, als apotheose van een tijdperk en het symbool bij uitstek van de overwinning van het materialisme op het geloof. Maar op oudejaarsavond 1999, aan de vooravond van de viering van 2000 jaar christendom, kon de kathedraal opnieuw haar deuren openen, als symbool van de heropleving van het orthodoxe geloof en van de verrijzenis van Rusland.

Herrezen uit de geschiedenis

Het bouwwerk is opgetrokken uit de edelste gesteenten als marmer en graniet. Het draagt grote bronzen deuren en is voltooid met een koepel en een kruis van 35 meter hoog. De koepel bestaat uit een geraamte van roestvrij staal en metaal. Daarop is een dunne laag goud aangebracht, die op haar beurt nog eens bedekt is met een filterdunne laag diamant om de koepel te beschermen tegen allerlei atmosferische invloeden. Vier zware klokken van vijf tot bijna dertig ton weerklinken op bepaalde orthodoxe feestdagen – de zwaarste klok laat zich maar vier keer per jaar horen. In de binnenruimte is een oppervlakte van 22.000 m² beschilderd, waarvan 9.000 met bladgoud. De vier muren vertonen scènes uit de oorlog, afbeeldingen van heiligen die de Russische grond hebben verdedigd, Russische missionarissen van het orthodoxe geloof en Russische vorsten die hun leven gaven voor de vrijheid en eenheid van het Russische grondgebied. Op marmeren platen staan 71 veldslagen beschreven die in 1812 plaatsvonden op Russisch grondgebied en 87 veldslagen die in het buitenland gestreden werden.

De Kathedraal van Christus de Verlosser werd opgericht op basis van een manifest ondertekend door tsaar Alexander I in 1812: “Om voor altijd de herinnering te bewaren aan de trouw en de liefde voor het vaderland waarmee het Russische volk zichzelf sierde in deze moeilijke tijd en als teken van onze dankbaarheid aan de Goddelijke Voorzienigheid die Rusland heeft gered van de ondergang.” Zoals duidelijk blijkt uit deze woorden, werden de relaties tussen kerk en staat in de negentiende eeuw gedomineerd door een ideologie van onafscheidelijke eenheid tussen het orthodoxe geloof, de Russische staat en de Russische bodem. Volgens deze ideologie was religie de uiteindelijke bron van legitimiteit van de staat, de bodem verkreeg zijn identiteit dankzij de orthodoxe religie en de tsaar, als hoofd van de staat, vervulde zijn heilige plicht om zowel de orthodoxe religie als de orthodoxe grond te verdedigen en uit te breiden (1). Enerzijds genoot de orthodoxe religie een monopoliepositie en privileges van de staat, wat haar prominente plaats en rol in de samenleving garandeerde en versterkte. Anderzijds was de kerk sinds de tijd van Peter de Grote structureel onderworpen aan de staat en werd de ontwikkeling van de theologie onderdrukt door louter ideologische functies, wat haar innerlijk sterk verzwakte. (Vooral in religieuze kringen wordt deze innerlijke uitholling gezien als een van de hoofdredenen van het uitbreken van de revolutie in 1917 en de instelling van een goddeloos regime.) Tegen de achtergrond van deze eenheid van staat, orthodox geloof en Russische bodem werd in 1883 de Kathedraal van Christus de Verlosser ingewijd, dankzij de steun van het hele Russische volk. De kathedraal werd zo een zichtbaar symbool van ‘de roem, het geloof en de grootsheid van Rusland’.

Een halve eeuw later, in 1931, werd deze kathedraal, symbool van het oude regime, van het orthodoxe geloof en van de bourgeois elite, opgeblazen. Het nieuwe bewind haalde zijn legitimiteit niet langer uit het orthodoxe geloof, maar was integendeel gestoeld op atheïsme en materialisme. De drie-eenheid van ‘staat, geloof, land’ leefde als het ware voort in een nieuwe variant: de autoriteit van de Communistische Partij, gebaseerd op de communistische, atheïstische ideologie, verspreid over de hele Sovjet-Unie. Al in de eerste jaren na de Oktoberrevolutie werd de aanval op religie als ‘opium voor het volk’ ingezet: priesters werden vermoord, kerkelijke eigendommen in beslag genomen, heilige schrijnen opengebroken, kerken en kloosters beschimpt, gesloten en omgevormd tot clubs, munitieopslagplaatsen, mayonaisefabrieken of zwembaden. Aanvankelijk werd de sloop van kerken nog gerechtvaardigd door de nood om de wegen recht te trekken en te verbreden om transportproblemen op te lossen. Tegen het einde van de jaren 1920 draaide de campagne om religie uit te roeien op volle toeren. Kerken werden niet langer steen voor steen gesloopt, maar massaal opgeblazen. Als onderdeel van de antireligieuze propaganda werd in 1929 voor het eerst een massale ‘anti-Kerstmis-kermis’ georganiseerd. Meer dan honderdduizend mensen verzamelden zich in een park in Moskou rond vuren waarin ze ikonen, heilige boeken en karikaturale maquettes verbrandden.

In deze periode van actief atheïsme en anti-religieus activisme werd op 5 december 1931 de Kathedraal van Christus de Verlosser opgeblazen. Wat gedurende bijna een halve eeuw was opgebouwd, verdween op enkele uren tijd. Het marmer uit de kathedraal werd gebruikt om metrostations aan te kleden en bankjes te maken of werd vermalen om paadjes aan te leggen in de parken van Moskou. Op de plaats van de kathedraal moest het ‘Paleis der Raden’, het hoogste gebouw ter wereld, verrijzen. De initiële werkzaamheden aan dit monsterproject werden onderbroken door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en het voorziene bouwmateriaal kwam terecht in de oorlogsindustrie. Na de oorlog bleef er op deze plek lang enkel een gapende, holle leegte over. In 1958 werd deze leegte gevuld met water en werd er een openluchtzwembad aangelegd. Op het einde van de jaren 1980, in tijden van perestrojka, kwam evenwel een maatschappelijke beweging op gang die zich inzette voor de heroprichting van de Kathedraal van Christus de Verlosser. De herrezen kathedraal werd opnieuw een symbool, deze keer van ‘geloof, berouw, eeuwige herinnering, liefde en hoop’.

De Kathedraal van Christus de Verlosser is het referentiepunt en het uithangbord van de Russische orthodoxe kerk, het symbool van heropleving en hoop. Na deze korte historische schets proberen we in de rest van dit artikel een antwoord te formuleren op de vraag wat er uiteindelijk onder de talloze gouden koepels zit die verspreid over heel Rusland het zonlicht weerkaatsen. We bespreken daarbij verschillende aspecten van de hedendaagse Russische orthodoxe kerk, zoals religiositeit, rol en invloed in de samenleving en de orthodoxe traditie.

Religiositeit

De imponerende grootsheid van de Kathedraal van Christus de Verlosser, centraal gelegen naast het Kremlin, lijkt op het eerste gezicht op een rechtvaardige manier de resultaten van verschillende onderzoeken te weerspiegelen (1). Ten eerste bestaat er in Rusland een stevige nationale consensus over de positieve waarde van religie in het algemeen en orthodoxie in het bijzonder. In 1999 beweerde 94 procent van de bevolking in Rusland positief tot zeer positief te staan tegenover de orthodoxie (2). Dit percentage ligt aanzienlijk hoger dan het aantal mensen dat zich gelovig of orthodox noemt, waaruit blijkt dat religie en orthodoxie ook positief gewaardeerd worden door niet-gelovigen en niet-orthodoxen en dat de consensus inderdaad nationaal genoemd kan worden. Het is impliciet een uiting van positieve waardering voor de nationale geschiedenis, tradities en identiteit van Rusland. De positieve waardering van religie geldt wel in de eerste plaats voor de ‘traditionele religies’ van Rusland (orthodoxie, islam, jodendom en boeddhisme) en niet of in veel mindere mate voor nieuwe of westerse vormen van religie. Een tweede element dat een fundament lijkt te vormen voor de grootsheid van de kathedraal is het feit dat 82 procent van de bevolking in Rusland zichzelf orthodox noemt. Als we echter de diepere lagen van dit ‘orthodox-zijn’ verkennen, blijkt het fundament helemaal niet zo stevig.

Ten eerste blijkt dat er in Rusland tweemaal zoveel orthodoxen zijn als gelovigen: 82 procent van de bevolking noemt zichzelf orthodox en maar 41 procent van de Russen zegt van zichzelf gelovig te zijn. Bovendien kan ‘geloven in God’ vrijwel alles betekenen, van geloof in een ‘spirit’ of levenskracht, over een mengeling van christelijk geloof met volksgeloof tot zelfs geloof in magie. Slechts een minderheid van deze gelovigen gelooft in dogma’s en ideeën die in het orthodoxe en christelijke geloof onlosmakelijk verbonden zijn met geloof in God, zoals de verrijzenis van de doden, het leven in het hiernamaals en de mogelijkheid om een persoonlijke relatie met God te beleven. Van de op het eerste gezicht wijdverspreide religiositeit onder de Russische bevolking blijft niet veel over als we die vertalen in een orthodox-christelijk geloof in God.

Nog minder blijft er over als we minimale criteria uit de sociologie hanteren voor het bepalen van religiositeit, zoals kerkbezoek, bidden, vasten, het lezen van de bijbel of deelnemen aan de eucharistie. Volgens het standaardcriterium ‘één kerkbezoek per maand’ bekleedt Rusland wat religiositeit betreft een van de laagste plaatsen in Europa. Meer nog, sinds het begin van de jaren 1990 en de opening van talloze nieuwe kerken, is het regelmatige kerkbezoek zelfs niet gestegen, hoewel het veel gemakkelijker geworden is om naar de kerk te gaan. Gelijkaardige conclusies vloeien voort uit het onderzoek naar andere criteria van religiositeit. Een combinatie van soepele criteria, zoals zelfidentificatie als orthodox of gelovige, geloof in een persoonlijke relatie met God en eenmaal per maand naar de kerk gaan of bidden, voert tot het besluit dat de groep van gelovigen in Rusland niet meer dan zeven procent van de bevolking uitmaakt. Wanneer we nog andere criteria zouden toevoegen, zoals regelmatige communie, vasten, ten minste eenmaal het Nieuwe Testament lezen of niet geloven in astrologie, verdwijnt deze groep haast volledig uit de statistieken. Hier moeten we de vaak geciteerde twee procent ‘echte gelovigen’ situeren – een percentage dat zowel door de kerk als door sociologen en journalisten aanvaard wordt. Voor iedereen die enkele kerken in Rusland bezocht heeft, is meteen duidelijk dat de meerderheid van deze ‘echte gelovigen’ oudere vrouwen zijn, vaak weduwen, laag geschoold en arm, afkomstig van het platteland. Bij een nadere analyse van de religiositeit in Rusland blijkt dus dat er helemaal geen religieuze heropleving heeft plaatsgevonden.

Religie als nieuwe ideologie

De vaststelling dat 82 procent van de Russische bevolking zich orthodox noemt, terwijl slechts twee procent gelooft in God en in de religieuze dogma’s van het orthodoxe geloof, is in de eerste plaats te verklaren door het feit dat de orthodoxie in Rusland vandaag niet zozeer begrepen wordt als een bron van geloof en waarden, maar als een publieke religie, een nieuwe ideologie en een element van de nationale identiteit (1). Er bestaat een enorme kloof tussen het lage niveau van religiositeit en de grote publieke belangstelling voor religie.

Tijdens de sovjetperiode bepaalde de communistische ideologie het openbaar leven. Zij functioneerde als een quasi-religie, met haar eigen waarden en normen, feestdagen, rituelen en symbolen. Religie was uit de publieke ruimte verbannen en leefde enkel voort in de meest verborgen lagen van het privé-bestaan. Met de ineenstorting van de Sovjet-Unie en het einde van de communistische dictatuur ontstond er een leegte in de publieke ruimte die haast vanzelfsprekend werd ingenomen door de religie. Religie werd nu in de eerste plaats een publieke aangelegenheid. Opmerkelijk is de relatief passieve rol van religieuze leiders en gemeenschappen in dit proces van openbaarheid en sociale omwenteling. Murw geslagen op allerlei vlakken na zeventig jaar politiek van officieel atheïsme klonk de stem van religie in sociale vraagstukken niet onmiddellijk erg overtuigend en luid. Het sociale proces werd vooral gedreven door politici, intellectuelen en de bevolking in het algemeen, die een beroep deden op religie als een bron van culturele argumenten, collectief bewustzijn en symbolische macht. De referenties naar religie vormden een dankbaar instrument voor de zelfconsolidatie van bepaalde groepen en elites in de samenleving. De prominente rol van de religie in de publieke ruimte heeft dus niet zozeer te maken met geloof in God en de religieuze dogma’s van de orthodoxie, maar vooral met geloof in het nut van de orthodoxe kerk, de waarde van de orthodoxie en de ‘orthodoxe beschaving’. In die zin kan de Russische orthodoxe kerk op heel wat vertrouwen rekenen bij de bevolking. Dit vertrouwen is echter ook grotendeels ideologisch, aangezien in realiteit slechts een uiterst kleine minderheid van de bevolking in contact komt met de Russische orthodoxe kerk als instituut.

De ineenstorting van de Sovjet-Unie bracht ook een identiteitscrisis met zich mee. Dit identiteitsvacuüm werd in Rusland, net als het ideologische vacuüm, haast vanzelfsprekend ingevuld door de orthodoxie. De Russische natie is immers voor de meeste Russen synoniem met de Russische etnos, en etnisch en religieus bewustzijn zijn als zodanig onafscheidelijk in de Russische orthodoxie. Ook hier is orthodoxie niet in de eerste plaats begrepen als religie, maar als symbool van de Russische identiteit, eigenheid en een soort spirituele erkenning van deze eigenheid. In die zin is het te begrijpen dat slechts de helft van de mensen die zich orthodox noemen, ook gelooft. Het concept ‘gelovige’ is hier een deelaspect van het concept ‘orthodoxie’, terwijl orthodoxie logischerwijze een deelaspect zou moeten zijn van het ruimere concept gelovige. De sterke band in het Russische bewustzijn tussen orthodoxie en nationale identiteit verklaart niet alleen dat mensen zichzelf tot een bepaalde religieuze groep rekenen zonder gelovig te zijn, maar het verklaart bijvoorbeeld ook het fenomeen van de ‘orthodoxe atheïsten’.

Orthodoxie is een wezenlijk element van de nieuwe ideologie waaraan de Russische samenleving nood lijkt te hebben, zoals regelmatig blijkt uit verschillende discoursen. De dominantie van één overkoepelende, officiële en universele gedachte is een oude traditie in de Russische geschiedenis. Zo een officiële ideologie garandeert een zekere orde in de samenleving en ook in de hoofden van de mensen, zoals het idee van ‘autoriteit, orthodoxie en gemeenschap’ ten tijde van Nikolaas I of de communistische ideologie in de sovjetperiode. De constructie van een nieuwe ‘Russische nationale gedachte’ is echter niet denkbaar zonder orthodoxie, vanwege de sterke band tussen natie, etnos en religie in de Russische orthodoxie. Tegelijkertijd is elke religieuze kwestie die aangehaald wordt altijd op de een of andere manier verbonden met ruimere vragen inzake identiteit, politieke systemen en het lot van de natie.

Banden tussen kerk en staat

Het feit dat de orthodoxie vooral functioneert als een nieuwe ideologie en een element van de nationale identiteit, verklaart vele religieus-sociale en religieus-politieke fenomenen en processen in Rusland vandaag. Dit komt bijvoorbeeld zeer duidelijk tot uiting in de invulling van de relaties tussen kerk en staat. Officieel zijn kerk en staat van elkaar gescheiden en mengen ze zich ook niet in elkaars aangelegenheden, maar hebben ze respect voor de grenzen van elkaars competentie. Deze officiële bepaling impliceert geen wederzijdse isolatie, maar ‘samenwerking voor het algemeen goed van de mensen’. In de realiteit ziet dit ideaal er enigszins anders uit en bestaan er nauwe banden tussen beide organen.

Alsof ze elkaar gevonden hebben, steunen kerk en staat in de mate van het mogelijke op elkaar om de eigen positie te versterken. Er gaat geen belangrijke orthodoxe feestdag voorbij zonder de opgemerkte aanwezigheid van enkele prominente politici in de kerk, steevast met een kaars in de hand. De meeste van deze politici zijn niet-gelovigen en waren nog niet zo lang geleden overtuigde communisten. Omwille van hun soms erg opvallende onwetendheid en hun onbekendheid met het orthodoxe geloof heeft de volksmond dergelijke politici gedoopt tot ‘kandelaars’. Deze manifestaties van ostentatieve religiositeit en demonstratief respect voor de patriarch en andere leden van de kerkelijke hiërarchie kunnen dan ook enkel begrepen worden vanuit het inzicht dat orthodoxie beschouwd wordt als ideologie en deel van ‘de nationale gedachte. Contacten met de Russische orthodoxe kerk lijken als het ware een zegening voor de instellingen en politici die anders lijden aan een gebrek aan vertrouwen bij de bevolking, alsof de kerk via deze contacten een deel van haar autoriteit met hen deelt.

Aan de andere kant zal ook de Russische orthodoxe kerk zich bij elke belangrijke gebeurtenis op staatsniveau op de een of andere manier laten horen of zien. Geestelijken mogen dan wel niet rechtstreeks aan politiek doen ‘om de waarheid ongebonden en rechtuit te kunnen zeggen’, maar dit weerhoudt de kerk er niet van om op andere manieren te proberen het politieke leven te beïnvloeden. De kerk onderhoudt zelf goede contacten met politici om haar belangen veilig te stellen, onder meer door ontmoetingen op hoog niveau tussen de kerkelijke hiërarchie en de politieke elite. Tijdens de presidentsverkiezingen van 1996 steunde de kerk openlijk de kandidatuur van Jeltsin tegen de communisten.
Het ‘actieve partnerschap’ met de staat dat de patriarch voorstelt, kan zeker begrepen worden als een bevoorrecht partnerschap. De staat haalt op zijn beurt, net als in de tsarentijd, een deel van zijn autoriteit bij de Russische orthodoxe kerk. President Poetin die ikonen kust, Poetin die een kruis slaat, Poetin die de patriarch ontvangt, Poetin die kaarsjes brandt, Poetin die een klooster bezoekt, … het lijkt wel alsof het zo hoort. De vraag of de president werkelijk zo een diepe verandering heeft ondergaan sinds zijn KGB-verleden, lijkt niet eens relevant.

Een zwakke positie achter een sterk imago

De duidelijke en aanvaarde aanwezigheid van de Russische orthodoxe kerk in de publieke ruimte en de wijdverspreide aanvaarding van orthodoxie als element van de ‘nationale gedachte’ betekenen evenwel niet automatisch dat de invloed van de Russische orthodoxe kerk in de Russische samenleving vandaag erg groot is. Het feit dat de bevolking de orthodoxie vooral ondersteunt en aanvaardt als ideologie veeleer dan als religie, betekent ook dat de samenleving bepaalde grenzen stelt aan de invloedssfeer van de orthodoxe kerk. Over het algemeen geldt de overtuiging dat Rusland een seculiere staat is en dat religie tot de privé-sfeer behoort. Wanneer de Russische orthodoxe kerk al te expliciet haar invloed in de samenleving laat gelden via bepaalde initiatieven die veeleer als religieus dan als ideologisch worden gezien, leidt dit vaak tot tegenreacties. Zo is er een heftige discussie op gang gekomen over de vraag om de vakken ‘De wet van God’ of ‘Fundamenten van de orthodoxe cultuur’ op te nemen in het basisprogramma van de scholen. Voor vele andersgelovigen kan dit niet, omdat Rusland een multiconfessioneel land is. Daarom stellen zij voor om ofwel vakken aan te bieden voor alle relevante religies, ofwel één vak ‘Wereldreligies’ te onderwijzen. Vele niet-gelovigen argumenteren dan weer dat Rusland een seculiere staat is en dat het onderwijs van religie absoluut niet verplicht kan worden in scholen. Bij concrete initiatieven wordt de kerk regelmatig geconfronteerd met deze weerstand van andersgelovigen en niet-gelovigen tegen een overwaardering van haar invloed.

Effectieve invloed van de kerk wordt vooral geduld en misschien grotendeels ook wel verwacht op de zogenaamde probleemterreinen: in de zorg voor zieken, armen, verslaafden, gevangenen, wezen, invaliden en vluchtelingen. Hier komt dan weer een ander probleem duidelijk tot uiting, namelijk de relatieve zwakte van de Russische orthodoxe kerk zelf, zowel materieel als professioneel en spiritueel. Zeventig jaar van vervolging en onderdrukking hebben diepe sporen nagelaten en vijftien jaar van religieuze vrijheid volstaan duidelijk niet om de rijkdom van een religieuze traditie te herontdekken en te herstellen. Zo was de traditie van theologie en religieus onderwijs volledig onderbroken tijdens de sovjetperiode. De meeste theologische instituten, seminaries en kloosters waren gesloten. Hoewel de laatste vijftien jaar vele religieuze academies en seminaries opnieuw geopend zijn, laat het niveau van de meeste opleidingen nog veel te wensen over. Dit komt hoofdzakelijk door een gebrek aan opgeleid en bekwaam personeel, aan financiën en leerboeken. Het op punt stellen van degelijke opleidingen is een cruciaal element in de heropleving van de Russische orthodoxe kerk. Aan het begin van de jaren 1990 was er door de massale opening van nieuwe en gerestaureerde kerken een groot gebrek aan priesters. Veel onbekwame afgestudeerden werden toen tot priester gewijd. Dit wreekt zich op de gezondheid van de kerk en zal dat nog lang blijven doen als er niet gauw degelijke opleidingen verzekerd kunnen worden.

Een effectieve invloed en autoriteit in de Russische samenleving blijft voor de Russische orthodoxe kerk voor een groot deel wishful thinking. De combinatie van een sterk imago en een relatief zwakke positie creëert echter ook een spanningsveld met eigenaardige en lang niet altijd onschuldige reacties. De Russische orthodoxe kerk is de facto de staatsreligie en geniet een sterk geprivilegieerde positie tegenover de andere religies in Rusland. Maar innerlijk is de kerk niet hersteld van zeventig jaar atheïsme (en van de uitholling vóór de revolutie in 1917) en lijkt ze haar spiritueel-theologische bagage voor het grootste deel nog niet teruggevonden te hebben.

De wijdverspreide perceptie van een sterke kerk die in feite veel zwakker is dan ze lijkt, ligt mijn inziens ook mee aan de basis van de radicalere stromingen binnen de Russische orthodoxe kerk. Grote geledingen binnen de kerk steunen, al dan niet expliciet, op een ideologie van superioriteit van het Russische volk, een streven naar de status van wereldmacht voor Rusland, wantrouwen in de democratische instellingen en principes en een groot vertrouwen in het leger. De neiging tot isolationisme en xenofobie is in deze groep heel sterk en keert zich zowel tegen het Westen als tegen de islam, de joden, ‘sekten’ en het liberalisme. Deze agressieve houding lijkt voort te komen uit het nog niet verwerkte leed uit de Sovjettijd en een onbewust gevoel van minderwaardigheid en angst tegenover het Westen, dat in enkele jaren tijd Rusland in vele vormen, waaronder ook religieuze, overspoeld heeft. Ook ‘de nood aan een vijand’ speelt hierin mee. De hele sovjetperiode overheerste het idee van ‘wij tegen de vijand’ – de ‘vijanden van het volk’, het Westen of het kapitalisme. Deze dualistische manier van denken is niet verdwenen met de val van de Sovjet-Unie en manifesteert zich in heel Rusland, en dus ook binnen de kerk, alsof men alleen maar kan bestaan tégen iemand, alleen maar zelf sterk kan zijn tégen iemand anders, alleen maar een verbond kan sluiten tégen iemand, enzovoort.

De tegenpool van deze stroming is een beleving van het orthodoxe geloof die openstaat voor de wereld, die vertrouwen heeft in de kracht en authenticiteit van haar boodschap en bereid is mee te evolueren met de tijd. Het feit dat deze twee soms volledig tegenovergestelde stromingen nog deel uitmaken van dezelfde kerk, is grotendeels te danken aan de inspanningen van de kerkelijke hiërarchie, waaronder in de eerste plaats metropoliet Kirill. Die wil absoluut vermijden dat de verzwakte kerk nog een schisma zou moeten ondergaan, waardoor haar rol en invloed in de samenleving nog geringer zou worden.

De derde weg

Binnen de Russische orthodoxe traditie lijken er over het algemeen twee stromingen te onderscheiden. De eerste komt voort uit de spiritueel-ascetische traditie en is gericht op het verwerven van innerlijke vrede, de innerlijke strijd met het kwaad, gebed, verdraagzaam lijden en martelaarschap. Deze stroming leeft in hedendaags Rusland in de eerste plaats voort in de herdenking en verering van de heilige Serafim van Sarov en zijn woorden: “Ontdek de Geest van vrede in jezelf, en duizenden rond jou zullen gered worden”. De andere stroming is gericht op een actieve rol in de samenleving, het verwerven van invloed, een strijdlustige houding tegenover de vijand, patriottisme en verdediging van het vaderland. Deze stroming wordt gedragen door de verering en herdenking van heiligen als Aleksandr Nevskij en Dmitrij Donskoj.

Beide stromingen vallen slechts gedeeltelijk samen met de eerder vermelde progressievere en radicalere stromingen binnen de Russische orthodoxe kerk vandaag. Er zijn immers vele combinaties mogelijk en vaak gaan deze twee stromingen op de een of andere manier perfect samen in één persoon. Maar over het algemeen is de vreedzame weg beperkt tot het persoonlijke leven, terwijl de geëngageerde vorm van Russische orthodoxie veel minder vreedzaam is. De middenweg van geweldloze actie of actieve geweldloosheid is een uitzondering. Daarom was de figuur van Aleksandr Men’ ook zo uitzonderlijk. In een samenleving die gestoeld was op atheïsme bracht deze priester een levend geloof bij de mensen, een woord in actie, liefde in actie. In uiterst moeilijke omstandigheden was hij een echte herder voor allen die bij hem kwamen. Hij betoonde aandacht, geduld en liefde voor iedereen. Men’ stond ten volle in de wereld en in dienst van die wereld, vanuit een diep geloof en spiritualiteit en met een rijke culturele bagage. Zodra de omstandigheden op het einde van de jaren 1980 het toelieten, sprak hij de mensen toe in overvolle zalen. Maar nog eer hij de kans kreeg om in volle vrijheid en openheid een gezond spiritueel en geëngageerd geloof te verkondigen, werd hij in november 1990 met een bijl op het hoofd geslagen. De omstandigheden van zijn dood zijn nog altijd niet opgehelderd. De erfenis die hij via zijn volgelingen en in de vorm van vele boeken en opnames achterliet, is reëel en levendig, vooral in Moskou. De kracht van zijn getuigenis en voorbeeld wordt zo hoog ingeschat dat sommigen geloven dat Rusland zich ethisch zou kunnen verheffen als er op televisie eenmaal per week een programma over en door hem zou uitgezonden worden. In de volledige context van de Russische orthodoxe kerk vandaag is zijn invloed en nalatenschap echter minimaal.

Conclusie

De religieuze heropleving in Rusland sinds het begin van de jaren 1990, die wijd wordt verkondigd en die wordt verpersoonlijkt in de herrezen Kathedraal van Christus de Verlosser, heeft bij nader inzien enkel plaatsgevonden in de publieke ruimte, waar de religie functioneert als nieuwe ideologie, maar niet in ‘de geesten en de harten’ van de mensen. De Kathedraal van Christus de Verlosser heeft misschien een vacuüm opgevuld, maar binnenin is het nog koud.

Literatuur

(1) FURMAN D.E. & KAARIAJNEN K. (red.), Starye Cerkvi, novye verujuscie: Religija v massovom soznanii postsovetskoj Rossii (Oude Kerken, nieuwe gelovigen: Religie in het collectieve bewustzijn van Post-sovjet Rusland), Sint-Petersburg, Letnij Sad, 2000
(2) Alle verder geciteerde onderzoeksresultaten dateren uit 1999 en zijn gebaseerd op het onderzoek van Furman en Kaariajnen

Andere interessante bronnen:

Cerkov’ i Vremja (Kerk en Tijd), Moskou, Wetenschappelijk-Technologisch en Kerk-maatschappelijk tijdschrift van de Afdeling voor Externe Relaties van het Moskouse Patriarchaat

FEDOROV V., STOLZ F. & WEDER H. (red.), Religion and Nationalism in Russia, St. Petersburg, Interchurch Partnership, Apostolic City – Nevskij Prospect Press, 2000

FILATOV S.B. (red.), Religija i Obscestvo: Ocerki religioznoj zizni sovremennoj Rossii (Religie en Samenleving: Schetsen van het religieuze leven in hedendaags Rusland), Moskou – Sint-Petersburg, Letnij Sad, 2002

Religion, State and Society, Oxford, Keston Institute (Tijdschrift over religie, staat en samenleving in vroegere communistische landen)

Enkele websites:
www.mospat.ru (Officiële site van de Russische orthodoxe kerk)
www.religare.ru (Site die religie in de Russische media opvolgt)
www.religion.ng.ru (Afdeling religie van de krant ‘Novaja Gazeta’)
www.sedmitza.ru (Degelijke site met nieuws, informatie en analyse over de Russische orthodoxe kerk)
www.tserkov.info (Site van gelijknamige degelijke krant met nieuws over de Russische orthodoxe kerk)
www.xxc.ru (Website van de Kathedraal van Christus de Verlosser)

Katrien Hertog behaalde een licentiaat in Oost-Europese talen en culturen aan de KULeuven en is Master in Peace Studies van de Universiteit van Bradford in Groot-Brittannië. Zij is als aspirant van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek verbonden aan het Centrum voor Vredesonderzoek en Strategische Studies van de KULeuven en bereidt een doctoraat voor over Religious Peacebuilding: Resources and Obstacles in the Russian Orthodox Church and Islamic traditions for sustainable peacebuilding in Chechnya.
katrien.hertog@soc.kuleuven.ac.be