Pakistan schrapt extremisme uit schoolboeken

Pakistan schrapt extremisme uit schoolboeken

Ashfaq Yusufzai

23 augustus 2010

Indiërs en Russen zijn ongelovigen die alle moslims willen ombrengen. Dat leerden scholieren in het noordwesten van Pakistan tot hiertoe. Sinds begin dit jaar zijn experts bezig dergelijke haatdragende passages uit de schoolboeken van de provincie Khyber Pakhtunkhwa te verwijderen.

Jarenlang hebben scholen in Pakistan ongewild geholpen religieus extremisme te verspreiden, zegt Fazal Rahim Marwat, de voorzitter van de Raad voor Schoolboeken van Khyber Pakhtunkhwa. “Jihadistische denkbeelden in de curricula van scholen en instellingen voor hoger onderwijs zijn gedeeltelijk verantwoordelijk voor het toenemende extremisme bij de mensen”.

Jihad

De jihad, een religieuze verplichting voor elke moslim, verwijst in de eerste plaats naar de strijd die iedere gelovige moet voeren om zichzelf te verbeteren. Maar fundamentalistische ijzervreters leggen vooral de nadruk op de oorlog tegen alle vijanden van het ware geloof, en dat zijn er volgens hen nogal wat.
In de Pakistaanse schoolboeken vertaalt zich dat bijvoorbeeld in de stelling dat Pakistan nooit vriendschappelijke relaties kan aangaan met de Russen, die in 1979 het eveneens islamitische buurland Afghanistan binnenvielen en er pas tien jaar later weer vertrokken. Tegen India, waarmee Pakistan drie oorlogen heeft uitgevochten en dat zeggenschap heeft over een deel van de overwegend door moslims bewoonde twistappel Kasjmir, wordt al even hard van leer getrokken.
Sinds januari herwerkt de Raad voor Schoolboeken van Khyber Pakhtunkhwa systematisch de curricula en het lesmateriaal van de 40.000 openbare en private scholen in de provincie. “We vervangen de koranverzen die aanzetten tot jihad door verzen die oproepen tot vrede, liefde en broederschap tussen alle mensen”, zegt Marwat. “Studenten moeten te horen krijgen dat kennis machtiger is dan het zwaard. Ze moeten ook in aanraking komen met de gedachten van Pakistaanse leiders als Bacha Khan, die de filosofie van geweldloosheid predikte.”
Eind dit jaar zou het werk klaar moeten zijn. De meeste aandacht gaat uit naar de leerboeken voor de jongste kinderen. “Scholieren leren het makkelijkst als ze jong zijn”, legt Marwat uit.

Voedingsbodem

Volgens Marwat en andere experts begon de islamisering van het onderwijs in Pakistan in 1976, tijdens het bewind van de toenmalige dictator, generaal Zia ul-Haq. Pakistan zette zich toen af tegen het “ongelovige” India. In de jaren tachtig, toen Pakistan gespannen de strijd van de Afghaanse moedjahedien tegen de Sovjet-troepen volgde en ook steunde, kregen extremistische ideeën in de scholen een nog betere voedingsbodem. Ook de Iraanse revolutie van 1979, die van Iran een islamitische staat maakte, speelde volgens Marwat een rol. Die omwenteling droeg er volgens Marwat toe bij dat er ook in Pakistan een gevoel van ‘wij tegen de rest van de wereld’ ontstond.   
Pas in 2007 kwamen er pogingen om de toon in de schoolboeken te temperen. De regering van de toenmalige sterke man, generaal Pervez Musharraf, stelde een nationaal actieplan op om nieuw lesmateriaal aan te maken. Maar het programma bleek zo controversieel dat er maar heel langzaam vorderingen werden gemaakt. Het was wachten op de grondwetswijziging die de provincies de mogelijkheid bood eigen leerplannen op te stellen vooraleer er schot in de zaak kwam.
Het is opvallend dat de herziening van de schoolboeken met name in Khyber Pakhtunkhwa van de grond komt. De provincie grenst aan Afghanistan en heeft de reputatie een broeihaard van extremistische denkbeelden te zijn. De afgelopen tien jaar werden er ook in geen enkele andere provincie meer terroristische incidenten gemeld.