Palestijnen en Israëli's over het conflict in het Midden-Oosten

Palestijnen en Israëli's over het conflict in het Midden-Oosten

Evelyn Lernout

01 juni 2003

Dit Noord-Zuid Cahier is een compositie van artikels, essays, analyses en opiniestukken over het Midden-Oostenconflict. Daar het Palestijns-Israëlische conflict een van de historisch best gedocumenteerde conflicten is in de wereld, werd hier bewust gekozen om de Palestijnen en Israëli’s zoveel mogelijk zelf aan het woord te laten.

Aan de verschillende auteurs werd gevraagd om via hun bijdrage een idee te geven over de huidige situatie in het Midden-Oosten, vooral over wat er leeft onder Israeli’s en Palestijnen. Wat zijn de parameters voor het voortduren en het verder verbreden van dit conflict, en de dynamieken achter de Tweede Intifada?

Welke tendensen, omwentelingen en evoluties nemen we waar in beide civiele maatschappijen? Is er een rol weggelegd voor de organisaties en bewegingen die zich verzamelen in het zogenaamde Israëlische en Palestijnse middenveld en beschikken zij over instrumenten om uit de huidige impasse te komen? Welke verantwoordelijkheid draagt de internationale gemeenschap bij het voortdurende geweld? Bezit de internationale solidariteitsbeweging de kracht om een rechtvaardige en duurzame vrede in het Midden-Oosten af te dwingen? Is de creatie van een Palestijnse staat een garantie voor die zogenaamde duurzame en rechtvaardige vrede?

HET MIDDEN-OOSTENCONFLICT UIT DE AANDACHT?

De huidige impasse in de onderhandelingen valt samen met een verdere escalatie van geweld, zonder nieuwe directe diplomatieke inspanningen (los van het heropstarten van gesprekken rond de zogenaamde “Road Map”, zie bijlage 2) om tot een rechtvaardige en duurzame vrede te komen tussen Palestijnen en Israeli’s.

Tal van actuele elementen bieden op zijn zachtst gezegd niet meteen positieve vooruitzichten voor een duurzame oplossing voor het conflict: de nieuwe Israëlische regering is hoofdzakelijk samengesteld uit radicaal rechtse partijen, en de maandenlange aanslepende dreiging en de uiteindelijke oorlog in Irak heeft nog onduidelijke gevolgen voor de hele regio en specifiek voor de Palestijnse bevolking.

De nieuwe Israëlische regering (februari 2003) bestaat naast de Likoed partij onder meer uit twee partijen – de National Religious Party (NRP) en de Nation al Union (NU) – die radicaal tegen een mogelijke Palestijnse staat gekant zijn.

Zij promoten een verdere nederzettingenpolitiek in de Palestijnse bezette gebieden . Een derde partner binnen de regering, Shinui, is meer gematigd maar heeft het dan weer hoofdzakelijk over een versoepelde relatie tussen staat en religie. Commentatoren hadden het over een “onverwachte cocktail… extreem rechts, extreem kapitalistisch, uitgesproken seculier en Ashkenazi (refererend naar joden van Europese origine boven joden van Arabische origine)”. De regeringsprioriteit zou liggen bij binnenlandse aangelegenheden en het aanpakken van de zware economische crisis.

De ondertussen blinde focus van de media en de internationale gemeenschap op Irak betekent weinig goeds voor de situatie in de Palestijnse bezette gebieden; initiatieven blijven uit. Commentaren uit de kringen van de Amerikaanse president George Bush spreken evenwel over een terugkeer naar het Palestijns-Israelische conflict na Irak, op basis van de “Road Map”. Deze “Road Map” is een internationaal (VN-VS-EU-Rusland, samen het Kwartet) ondersteund initiatief voor vrede, dat zou moeten uitmonden in de creatie van een Palestijnse staat tegen 2005.

De negatieve benadering door Israël van het Kwartet is sinds het begin duidelijk voelbaar en versterkte zich sinds het einde van 2002. Er is wel een zekere bereidheid bij Israël om de principes die Bush noemde in zijn toespraak over het Midden-Oosten op 24 juni 2002, te aanvaarden, maar de Israëli’s wensen de Bush-administratie duidelijk te maken dat men niet in de boot moet stappen met Europa.

Zeker de crisis in de relaties tussen de VS en de EU over de obstructie van de plannen van Washington voor een militaire interventie in Irak heeft de anti-Europese gevoelens in Israël verder doen toenemen. Deze Europese (vooral Frankrijk, Duitsland, Belgi‘ en Griekenland) houding werd door de Israëli’s gezien als een breuk in de internationale consensus over de oorlog tegen het internationale terrorisme. Meer zelfs, de Europese houding werd door de Israëli’s beschouwd als een directe steunverlening aan Saddam Hussein, en hierdoor verleende Europa volgens de Israëli’s steun voor zelfmoordacties in Israël.

De verdere aanpak van de VS van het Midden-Oostenconflict zal zondermeer cruciaal zijn voor de overlevingskansen van Sharons coalitie. De regering zou onmiddellijk uit elkaar kunnen spatten indien Washington beslist het hard te spelen met Israël en de implementatie van de “Road Map” wenst door te duwen als een toegeving aan Europese (Blair en Aznar) en Arabische partners die het Amerikaanse Irak-beleid ondersteunen.

Anderzijds is de kans eerder groot dat de oorlog de reeds bestaande nauwe band tussen de Amerikaanse en Israëlische administraties verder zal versterken. Bush en company zouden dan blijven aandringen op een verandering in leiding aan Palestijnse kant en een einde aan alle Palestijnse verzet – wat perfect past in het Amerikaanse terrorismekader – alvorens enige concessies worden afgedwongen van Israël. Sharon kan altijd nog de Arbeidspartij terugroepen in de regering indien hij de NRP and NU zou verliezen. Nu lijkt het vooral alsof hij speelt op tijd, in de hoop dat Washington de zaken zal zien op zijn manier eens het klaar is met Irak.

Washington lijkt ondertussen vooral te luisteren naar de Israëlische aanmerkingen op de Road Map, trouwens de enige aanmerkingen die serieus lijken te worden genomen door de VS. Nochtans maakten critici al meerdere malen duidelijk dat deze Road Map het enkel heeft over een stop op de bouw van joodse nederzettingen (indien de Palestijnen zich houden aan de opgelegde condities van interne hervormingen en een stop van de zelfmoordaanslagen) en niet over een ontmanteling van de nederzettingen.

Bovendien is in de Road Map geen sprake van de grenzen van de Palestijnse staat of over het soort van politieke soevereiniteit dat deze staat zou kennen. Het niet opnemen van een terugtrekking van het Israëlische leger tot de grenzen van 4 juni 1967 in deze Road Map geeft Sharon eens te meer de kans om in te spelen op de onduidelijkheden en de Road Map verder naar zijn hand te zetten .

Internationaal lijkt er dus weinig potentieel te zijn om te komen tot de nodige oplossingen. Wat met de Israeli’s en Palestijnen zelf? Zijn er mogelijke ontwikkelingen in beide maatschappijen in de maak die perspectief kunnen bieden op een vreedzame oplossing voor dit sinds meer dan 50 jaar aanslepende conflict?

De auteur is Liaison Officer Emergency Projects voor Oxfam Solidariteit Belgi‘ in de Bezette Palestijnse Gebieden. www.oxfamsol.be en www.oxfam.org