Terug in Nepal

Blog

Terug in Nepal

Terug in Nepal
Terug in Nepal

De geldigheidsduur van de voorlopige grondwet van 2007 die na het historische vredesakkoord met de Maoïstische rebellen werd afgesloten – en die een einde maakte aan de monarchie in Nepal – werd in november vorig jaar voor de vierde keer verlengd en loopt deze maand af. Nog eens verlengen zou het land in een constitutioneel 'no man's land' brengen en de relaties tussen het verkozen parlement, de regering en het hoogste gerechtshof hopeloos complex maken. Maar Nepal’s politici raken het maar niet eens over de beloofde staatshervorming, en de bevolking lijkt stilaan ontgoocheld te raken over het ‘democratische experiment’. Wilde algemene stakingen, en terug opflakkerend politiek geweld, dreigen het land terug lam te leggen. Quo vadis, Nepal?

Hoe het voelt om – na twintig jaar – terug te zijn in Nepal? Verbazingwekkend vertrouwd. De kwaliteit van Kathmandu’s stadslucht is er uiteraard niet op verbeterd (de bevolking van de vallei wordt nu op vijf miljoen geschat), en ook hier is de opmars van de moderne consumptiecultuur niet te stuiten geweest, maar voor de rest voelt alles even gezellig-chaotisch aan als vroeger – behalve dan misschien de discussies als het over politiek gaat: Nepal snakt naar wat stabiliteit. Vijf jaar geleden – toen het nieuw verkozen parlement een voorlopige grondwet aannam die een einde maakte aan het koninkrijk – dacht iedereen dat het einde van de politieke omwenteling die in gang gezet werd door de Maoistische opstandelingen, die vanaf het midden van de jaren ’90 een gewapende strijd voerden tegen een steeds driester optredende koning-dictator, in zicht was, maar dat lijkt allesbehalve het geval te zijn. De afgesproken deadline tussen de belangrijkste politieke partijen (inclusief de Maoisten die – mirakel! – in 2006, na tien jaar gewapende strijd, een staakt-het-vuren onderschreven in ruil voor de vage belofte dat de monarchie inderdaad de weg zou ruimen voor een republiek) voor een akkoord over een nieuwe federale staatsvorm voor Nepal werd in de afgelopen jaren herhaaldelijk gemist, en volgens het hoogste  gerechtshof zijn de opeenvolgende verlengingen van de geldigheidsduur van de voorlopige grondwet, wel… ongrondwettelijk.

De nieuwe limietdatum voor een politiek compromis over de nieuwe grondwet is 28 mei, en een nieuw vijfpuntenakkoord gekoppeld aan een ingrijpende regeringsherschikking die ook de oppositiepartijen een aantal ministerposten geeft, geeft de indruk dat alle politieke spelers de ernst van de situatie correct lijken in te schatten. Tegelijkertijd geeft iedereen echter ook onmiddellijk toe dat de heikele punten nog lang niet uitgeklaard zijn, en de kwaliteit van het publieke debat is ontgoochelend. Ondertussen wordt het land geteisterd door wilde stakingen en af en toe zelfs door nieuw opflakkerend geweld – een bomaanslag in Janakpur vorige week, een historisch en religieus belangrijke stad bij de Indisch-Nepalese grens, eiste vier dodelijke slachtoffers en een 20-tal gewonden. Dat maakt sommigen hier erg pessimistisch.

Als goede Vlaming en Belg is het uiteraard moeilijk om niet geinteresseerd te zijn, al is het maar omdat de Nepalese bevolking dezelfde hoge verwachtingen schijnt te hebben t.a.v. decentralisering en/of federalisering als ‘wij’ destijds: ‘wat we zelf doen, doen we beter’, niet waar? ;-) Op korte termijn is dé grote vraag uiteraard op welke basis de nieuwe federale Nepalese staat geschoeid zal worden: op basis van etnisch-culturele associaties (de ‘mein Volk’ filosofie laten we maar zeggen), of op basis van zo goed als mogelijk afgebakende economische entiteiten (in de context van Nepal zijn dat geografische zones die gekenmerkt worden door zekere agrarische/klimatologische eenheid: de zuidelijke Terai-vlakte kan niet vergeleken worden met de trans-Himalaya bijvoorbeeld) . Allicht zal het een verstandige mix van beide moeten worden, maar dat lijken de Nepalezen zelf niet zo goed te begrijpen: gelet op de complexiteit van dit land lijkt ‘une géometrie variable’ onvermijdelijk maar in Zuid-Azië suggereren de diverse belangengroepen op complexe vragen – net zoals in andere landen – jammer genoeg vaak erg simplistische (lees: populistische) antwoorden, en Nepal is op die algemene regel geen uitzondering. Strijdkreten die – terecht – de schrijnende ongelijkheid in dit land veroordelen maar zich daarbij vooral op etnische affiliaties baseren, zijn niet uit de lucht.

Het democratische experiment in Nepal is uniek, maar het skeptiscisme van de bevolking is bijna voelbaar. Het stereotiepe antwoord van de man in de straat op de vraag wat er sinds het vertrek van de koning eigenlijk gebeurd is, is even laconiek als verontrustend: “In plaats van één koning hebben we er nu een paar dozijn, en ze zijn allemaal even corrupt.” Erger, hier en daar is er zelfs voelbaar nostalgie naar de koning, ook al was de laatste koning (Gyanendra, die na het koningsdrama van 2001 de troon overnam van zijn vermoorde broer, Birendra) allesbehalve populair.

De onbekende variabele is het leger en de politie. De maoïstische opstand heeft tot een explosieve groei van hun rangen geleid. De vraag is niet alleen hoe het land hun salarissen en privileges op lange termijn kan blijven betalen, maar ook of hun bevelhebbers op een zeker moment niet de behoefte gaan voelen op terug wat ‘orde op zaken’ te stellen. En dé hamvraag op lange termijn is uiteraard of de federalistische droom inderdaad (a) een punt kan zetten achter de conflictueuze spanningen van het verleden en (b) de sociaal-economische uitdagingen (bevolkingsgroei, plattelandsvlucht, roofbouw op de natuur etcetera) het hoofd kan bieden. Mijn ervaring in de regio over de voorbije acht jaar (vooral in India en Afghanistan) stemmen me eerlijk gezegd nogal skeptisch, maar anderzijds moet ik ook toegeven dat ik de Zuid-Aziatische flexibiliteit altijd onderschat hebben: al die profeten die sinds jaren een dramatische sociaal-economisch-politieke crisis hier in de regio voorspellen – mij inclusief – zullen, als ze eerlijk zijn, moeten toegeven dat ze de tijdslijn van hun donkere voorspellingen in de voorbije jaren regelmatig hebben moeten bijstellen.