“‘Jaarlijks hoofdonderhoud’
In het Louvre staat vlakbij die schone Venus van Milo een kast met drie hoofden. Knappe koppen - Plato, Aristoteles en Socrates – die doen stilstaan bij het nut van filosofie voor het dagelijkse leven. Dit triumviraat van het denken komt ook – met de wanhoop op het gezicht – terug in een verontrustende infographic met een oplijsting van onze meest voorkomende denkfouten. De Griekse grootmeesters van het gedachte zetten mij aan om kritisch terug te kijken en goede voornemens te maken voor het nieuwe jaar: proper redeneren en betekenisvol spreken.
Ons denken wordt dagelijks vervuild. De stroom aan informatie en prikkels die onze aandacht opeist, is schier eindeloos en in de markt van platitudes en opinies is weerkaatsing de norm geworden. Soms is het allemaal te veel en krijg je je hoofd niet rond de dingen. De verleiding is dan groot om je te laten leiden door de onderbuik, intuïtie of mensen die ‘het’ wel beter zullen weten.
Toch moeten we de moed hebben om steeds opnieuw ons eigen verstand te gebruiken. Bij het jaareinde is een hoofdonderhoud daarom geen overbodige luxe: drogredeneringen ontmaskeren en het eigen vizier openklappen. Sterke redeneringen hebben immers geen nood aan zwakke of valse argumenten. Om mijn voornemen een extra impuls te geven, maak ik een eindejaarslijstje: drie populaire denkfouten en drogredeneringen in 2014.
Ik voeg er wel graag een disclaimer aan toe: de grens tussen denkfouten (uit onvermogen of nalatigheid) en drogredeneringen (moedwillig als retorische truc) is dun en niet altijd eenduidig te beoordelen.
N-VA of PS
De eerste denkfout is een evergreen: wie niet met ons is, is tegen ons. Daarbij wordt een debat herleid tot twee tegengestelde opties: of zwart, of wit. Het hele gamma aan andere mogelijkheden ertussenin, of in een heel andere richting, wordt buiten beschouwing gelaten. Dat is niet alleen een drogredenering van formaat, het beperkt ook aanzienlijk de mogelijkheden om problemen op te lossen.
Een van de politieke hoogtepunten in 2014 was het VTM-RTL debat tussen Bart De Wever en Paul Magnette. Beide heren hadden zich duidelijk voorbereid op hun openingszet. De Wever startte met de ‘duidelijke keuze’ bij de verkiezingen: ‘of het NVA-model, of het PS-model’. En hij maakte het meteen concreet: ‘het ene is besparen, het andere is belasten; het ene is een strikter migratiebeleid, het andere meer open grenzen; het ene is een strenge justitie, het andere een lakse justitie’, etc.
Valse dilemma’s zijn zeker geen leidraad voor ‘proper redeneren en betekenisvol spreken’ in 2015.
Magnette was er als de kippen bij om die zwart/wit-redenering te ontmaskeren… met een zwart/wit-redenering: ‘Het gaat niet om de keuze tussen het NVA-model en het PS-model. Het gaat om de keuze tussen een maatschappijmodel: welvaart voor enkelingen of welvaart voor de meerderheid van de bevolking.’ Dat is van beide kanten begrijpelijke - maar ook doorzichtige – verkiezingsretoriek en symptomatisch voor het hele democratische debat in verkiezingstijd. We gaan daar allemaal wat graag in mee terwijl we weten dat een meer complex redeneren vruchtbaarder zou zijn. De Griekse wijsheren draaien zich alleszins om in hun graf. Valse dilemma’s zijn zeker geen leidraad voor ‘proper redeneren en betekenisvol spreken’ in 2015.
Ad Maggiem
Ook de tweede denkfout is een klassieker. Ze had in het lijstje voor ‘woord van 2014’ kunnen staan: de obesitasrel. Nadat VRT-correspondent Tom Van de Weghe vanuit de VS vraagtekens had geplaatst bij de geloofwaardigheid van Maggie De Block als minister van Volksgezondheid, barstte een discussie los die maar in de marge iets te zien had met de strijd tegen overgewicht, inderdaad een groeiend probleem voor onze volksgezondheid. Het was dan ook een van de flagrantste voorbeelden van de ‘ad hominem’-denkfout: de man of vrouw spelen, niet de bal.
Wie met wat meer goede wil naar de opmerkingen van Van de Weghe keek, zag dat het net die denkfout was – klaarblijkelijk ook rijkelijk aanwezig in de Amerikaanse politiek – die hij onder de aandacht wou brengen. Hij werd vervolgens zelf slachtoffer van die andere drogredenering: de stroman. Daarbij wordt iemands uitspraak moedwillig verkeerd geïnterpreteerd om die gemakkelijker te kunnen weerleggen.
In de opiniestukken die volgden werd De Block zelfs als rolmodel naar voor geschoven: haar complexloosheid werd geroemd en ze leek bijna uiterst geschikt om minister van Volksgezondheid te zijn omdat ze obees is. ‘Ad hominem’ redeneren is nooit een goed idee.
Het grauwe autoriteitsargument
Je op een autoriteit beroepen kan dan al eens je redenering ondersteunen, het mag nooit het enige fundament zijn voor argumentatie.
De derde denkfout op mijn lijstje is het erg populaire autoriteitsargument. Op 15 oktober 2014, bij het debat over de regeerverklaring, vond een opmerkelijke discussie plaats in de Belgische kamer. Op een bepaald moment leek het debat vooral te gaan over de bekende econoom Paul De Grauwe en zijn boek ‘De limieten van de markt’. Parlementsleden van verschillende strekkingen haalden zijn werk aan om de verhouding tussen markt en overheid te bespreken, terwijl anderen net probeerden de geloofwaardigheid van de academicus te ondergraven.
In deze economische crisis worden economen wel vaker te pas en te onpas ingeroepen om deze of gene stelling te staven: Piketty zus, Stiglitz zo. Je op een autoriteit beroepen kan dan al eens je redenering ondersteunen, het mag nooit het enige fundament zijn voor argumentatie. ‘Onderzoek wijst uit dat…’ – zonder dat onderzoek ten gronde in de argumentatie te verwerken – is een dooddoener van formaat. Laat ons in 2015 vooral aandachtig de boeken van die verstandige mensen lezen en op basis van eigen redeneringen het debat aangaan.
Tu quoque
Voor u een drogreden aanhaalt om deze column onderuit te halen (de ‘tu quoque’-denkfout): ik beken schuld. Ik ben me er pijnlijk van bewust dat ik me zelf in 2014 aan heel wat denkfouten heb bezondigd, of me heb laten misleiden door die van andere. Maar dat besef is al een begin - ‘ken jezelf’ om het met Socrates te zeggen. En vind je het voorgaande niet overtuigend, schrijf de gedachten dan toch niet meteen af. Want ook dat is een denkfout: wanneer iemand een bewering onhandig - of vals - beargumenteert is dat op zich geen goede reden om deze bewering af te schrijven. Het is een drogreden om een bewering af te wijzen alleen maar omdat ze een drogreden is.