Migratieperikelen in Azië

Column

Een niet-aflatende cyclus van afhankelijkheid en overleving

Migratieperikelen in Azië

Migratieperikelen in Azië
Migratieperikelen in Azië

Doordat migrantenvrouwen langer en meermaals migreren dan mannelijke migranten, treedt er vervreemding op tussen het gezin en met andere familieleden. Het complexe weefsel dat de familie bijeen houdt, wordt ernstig aangetast en dit al sinds ettelijke decennia. Vaak keren deze migrantenvrouwen niet meer terug.

© Brecht Goris

Ching Lin Pang

© Brecht Goris

Vorige week was ik in de Japanse Fukuoka University voor een workshop over transnationale migrantenvrouwen. Het onderwerp ging vooral over migratie in Azië. Opmerkelijk hoe bepaalde concepten gekidnapt worden voor de ontwikkeling van een nationaal migratie- en integratiebeleid.

In Zuid-Korea is het multiculturele beleid enkel van toepassing op internationale koppels, waarvan een partner — doorgaans de man — een Koreaan is. Het is niet geldig voor een koppel buitenlanders. Het beleid heeft als doel de niet-Koreaanse vrouw onder te dompelen in de traditionele waarden en normen van de Koreaanse maatschappij, d.w.z. gehoorzaamheid aan de schoonmoeder en de echtgenoot, huishoudelijk werk doen, een kind baren, enz.

Buitenshuis gaan werken is geen optie. Vandaar dat Chinese vrouwen van Koreaanse afkomst een slechte reputatie genieten in Korea. Deze vrouwen vinden het namelijk maar niets om heel de dag thuis te zitten en voor de familie te zorgen. Ze popelen om te gaan werken zodat ze meer geld kunnen verdienen, hun sociaal netwerk uitbreiden, meer kennis opdoen, wat dan leidt tot nog betere job-opportuniteiten.

Een andere collega sprak over Thais-Westerse homoseksuele relaties, waarbij Thaise gays een partner zoeken in de hoofdstad, ver weg van de eigen gemeenschap. Ondanks de aanwezigheid van een LTGB-gemeenschap in de hoofdstad wordt in Thailand homoseksualiteit noch wettelijk, noch sociaal aanvaard. Dit verklaart waarom homoseksuele koppels in de hoofdstad leven en niet in het dorp van de Thaise partner. Anderzijds is de familie niet te beroerd om het teruggestuurde geld te aanvaarden zonder veel vragen te stellen over de herkomst ervan.

Maar het meest beklijvende was de migratiekroniek van de Filipijnen. Het is algemeen geweten dat de Filipijnse overheid zijn arbeiders — mannen en vrouwen — uitstuurt over de hele wereld. Sinds de invoering van dit emigratiebeleid onder het bewind van Marcos van 1969-1986 is de uittocht alsmaar gestegen. Inmiddels kent iedereen het beeld van de Filipijnse huishoudsters die op zondag het centrum van Hong Kong bezetten en er massaal picknicken.

Ondanks de recente economische groei in de Filipijnen blijft het aantal emigranten toenemen.

Ondanks de recente economische groei in dit land blijft het aantal emigranten toenemen. Tien miljoen Filipijnen, mannen en vrouwen zijn vertrokken naar het buitenland, veelal het Midden-Oosten, Taiwan, Japan, Singapore en Hong Kong om er geld te verdienen voor de familie.

Het geld dat ze jaarlijks terugsturen maakt 10% uit van het totale BNP van het land. Om een beeld te hebben van de omvang: dit bedrag van 28 miljard dollar ligt hoger dan alle buitenlandse investeringen in het land. De Filipijnen staan op nr. 3 na India en China op vlak van financiële transfers. Verschil met China is dat de Filipijnse economie ineenstuikt zonder deze transfers.

Ook opmerkelijk is het toenemende aantal vrouwen, die vaak uit noodzaak kiezen voor migratie. Sinds kort stuurt het land meer vrouwen het land uit dan mannen. Dit is een unicum in het migratielandschap, waar mannelijke migranten de meerderheid uitmaken van de totale migrantenpopulatie. Maar is dit iets om trots op te zijn? De Filipijnse overheid doet er alles aan om een discours aan te houden dat deze migranten afschildert als nationale helden.

Deze suikerzoete voorstelling van de harde migratierealiteit wordt niet aanvaard door de talloze ngo’s, die zich inzetten voor een beter beleid voor migranten. De enorme sociale kost wordt vaak niet of niet voldoende in rekening gebracht.

Het complexe weefsel dat de familie bijeenhoudt wordt ernstig aangetast en dit al sinds ettelijke decennia.

Doordat migrantenvrouwen langer en meermaals migreren dan mannelijke migranten, treedt er vervreemding op tussen man en vrouw, tussen moeder en kinderen en met andere familieleden, en is er een vervaging van de traditionele genderwaarden. Het complexe weefsel dat de familie bijeenhoudt wordt ernstig aangetast en dit al sinds ettelijke decennia. Vaak keren deze migrantenvrouwen niet meer terug.

Alsof deze situatie nog niet erg genoeg is, wees de Filipijnse collega in de workshop ons op het verschijnsel van “virtuele migranten”. Dat zijn veelal jonge meisjes, die voor buitenlandse callcenters werken. Voor hun werk zijn ze verplicht een nieuwe identiteit aan te nemen: ze spreken Engels met het accent van het land waarvoor ze werken. Ze leven op het ritme van het buitenland. Dit betekent vaak nachtwerk. Daardoor verliezen ze hun contact met hun leeftijds- en landgenoten die in de Filipijnse tijdzone leven. Ze leven met andere woorden als migranten in eigen land.

In deze context kan moeilijk worden gesproken over de emancipatorische kracht van migratie. Dit soort van mobiliteit — dat een gevolg is van een ver doorgedreven neoliberalisme en slecht nationaal beleid — biedt migrantenvrouwen allerminst de mogelijkheid aan om het eigen lot en dat van de familie te verbeteren. Ze raken gevangen in een niet-aflatende cyclus van afhankelijkheid en overleving.

Ook migrantenvrouwen, die het “gemaakt” hebben, betalen een sociale kost voor hun economisch succes. Het getuigt van slecht beleid en hoge graad van cynisme om de nationale economie te laten afhangen van migranten. Met andere woorden, ook in Azië wordt migratie een steeds grotere uitdaging.