Oud en nieuw in 3D

Bie Vancraeynest heeft een 3D poppetje van zichzelf besteld. Vergeet de selfie, anno 2015 rolt zelfliefde uit een 3D-printer.

  • © Brecht Goris © Brecht Goris

Het “Phygital lab” van Hello Bank is opgedoken (pop up weet-je-wel) in Luik en ik loop er toevallig langs. ‘Creating a unique customer experience with phygital spaces, bridging between the online and offline world.’ Phygital is newspeak voor het samengaan van een fysieke plaats met digitale technologie. Aanvankelijk trek ik nog bedenkelijk een wenkbrauw op als ik een armbandje, gekoppeld aan mijn emailadres, rond mijn pols span. Nog geen dertig seconden later sta ik al bevroren met ingetrokken buik 360 graden te draaien op poppetje van mezelf, een duim hoog.

Ik maak foto’s in de photobooth, doe mee aan een quiz. Ik probeer niet eens de computer te verslaan in blad-steen-schaar. Slechts een keer wordt er mij in het lab een voorstel tot consumentenkrediet gedaan maar voor de rest merk ik nauwelijks dat deze speeltuin-voor-mensen-oud-genoeg-om-een-bankrekening-te-hebben, “powered” is “by” een van onze grootbanken.

mHealth-toepassingen zijn dat, met zo’n moderne kleine letter aan het begin van een eigennaam.

’s Anderendaags zit er in mijn mailbox een foto die ik daar heb genomen en die mij er 24 jaar oud laat uitzien en de resultaten van mijn scan. Wat voel ik me mee met mijn tijd.
Terwijl ik keihard in het nu naar de loop van het  filmpje van mijn 3D-scan zit te kijken, hoor ik op de radio onze minister van Volksgezondheid iets vertellen over een app om calorieën te tellen. mHealth-toepassingen zijn dat, met zo’n moderne kleine letter aan het begin van een eigennaam. Het zelfcoachen van de gezondheid via onze telefoon: dat is de toekomst!

Er komt een actieplan én het gaat onze gezondheidszorgkosten drukken! Dat wordt dan drie keer per dag de smartphone opladen want die batterij gaat allicht nog sneller plat als je er ook je hartslag en je vetpercentage  mee moet meten, maar je spaart er mooi een onnodig bezoek aan de cardioloog mee uit.

Het kan aan mijn leeftijd liggen, maar in mijn omgeving detecteer ik voorlopig weinig hartproblemen maar verspreidt zich vooral de aangebrande geur van de burnout. In Nederland zijn dit jaar voor het eerst meer mensen arbeidsongeschikt door psychische, dan door lichamelijke klachten. Zou daar ook een app voor bestaan?
Ik hoef niet eens ver te zoeken: ‘de PocketEnergy app biedt mensen een hulpmiddel om meer inzicht te krijgen in, én controle over hun fysieke en mentale grenzen om zo hun energiebalans te verbeteren.’

Zelf kon ik me tot voor kort weinig voorstellen bij een burn-out. Net zoals je vlak na een bezoek aan de frituur je niet kan inbeelden dat je ooit nog honger zal hebben. Maar ik denk dat ik er onlangs een beetje mee geflirt heb.
Je denkt dat je nog over hebt, maar ineens is de koek op. Je ziet nog wat er moet gebeuren maar je doet het niet meer, wil het niet meer. Ineens ga je elke dag werken met een krop in de keel en een bal in de maag. Op maandag lijkt vrijdagavond nog eindeloos ver. Je hebt alle ingrediënten nog, maar je krijgt er geen zijige mayonaise meer mee geklopt. Je haalt al je truken boven om je weer beter te voelen, en niets lijkt nog te helpen als voorheen:  een goeie tv- serie “bingen”,  shoppen, kunst kijken, lekker eten, wandelen in de natuur.

Wat is de grootste vijand van de eerste lijnswerker? Het gevoel dat hij er helemaal alleen voor staat. Dat hij alles alleen moet incasseren. Dat hij leurt met koopwaar, waar niemand iets moet van weten. Ineens wordt het zicht op de bredere context belemmerd en ontstaat er een vreemde bewustzijnsvernauwing. Ik ben benieuwd hoe je dat met een app kan vermijden, of weer kan rechttrekken.

Op ons paaskamp dacht ik vaak na over ziek en gezond. We hadden twee nieuwe vrijwilligers mee. Mina en Wissam zijn twee spoedartsen uit Bagdad, broer en zus. Net aangekomen in ons land en niet van plan ooit nog naar Irak terug te keren. Hun moeder die ingenieur is, woont hier al jaren en werkt in de Kringloopwinkel van Tienen. Ze vindt het er heerlijk en overhaalde haar kinderen om ook hier een nieuw leven op te bouwen. Ze begonnen een procedure en wachten nu in een asielcentrum de uitslag ervan af.

De voorbije jaren brachten ze door in de hectiek van een spoedafdeling in een ziekenhuis in een land in oorlog, nu moeten ze toestemming vragen om ’s avonds op stap te mogen, de ene avondklok, ingeruild voor een andere. Ze willen graag mee op kamp, om hun gedachten te verzetten. Het lijkt ons aanvankelijk een goed idee om hen in te zetten als EHBO-vrijwilliger, maar dat is een beetje een misrekening.

Wissam is niet snel onder de indruk van de kampwondes van onze kinderen. Hij benadert de ontroostbare kinderen telkens met een laconiek: ‘Go play’. En de animatoren stelt hij gerust: ‘If the boy still cries tomorrow morning, we go to hospital.’

Buiten zitten in het donker, zonder dat de hemel op je hoofd dreigt te vallen, hij kende het nog niet, maar geniet er nu van.

‘s Avonds aan het kampvuur gooit hij erg onhandig een veel te grote houtblok op het vuur. Ik vraag hoe het komt dat hij nog nooit een vuur heeft gemaakt. Tijdens een woestijntrip of zo?
De woestijn, daar zit ISIS, en zijn hele leven als jong volwassene gold de avondklok. Buiten zitten in het donker, zonder dat de hemel op je hoofd dreigt te vallen, hij kende het nog niet, maar geniet er nu van. Het zijn alvast geen economische vluchtelingen, als er één reden is om in Irak te blijven, dan is het geld. Je kan er, zeker als dokter, heel erg veel geld verdienen. ‘Ik vond het veel te stresserend, zo ’s morgens niet weten wanneer en of je ’s avonds nog thuis komt. Hij spreekt erover alsof hij uit de ratrace is gestapt, een sabbatical heeft genomen. Ik vraag hem wat hij vindt van de destructie van de archeologische site van Nimrud en die beelden die de wereld rond gingen.

Hij zucht. Hij begrijpt niet dat er zoveel westerse ophef is over een hoop stenen, en zo weinig over het dagelijkse menselijke leed in zijn land, nu al decennia lang. Ik voel gêne omdat ik er over begonnen ben. De gedachte dat die site al drieduizend jaar menselijk gedruis had overleefd, er niet meer is, vond ik ondraaglijk. Maar misschien is dat een luxeprobleem?

Ondertussen is ISIS beland bij een archeologische site die ik zelf meerdere keren bezocht. Toch kan ik me nauwelijks nog iets herinneren van Palmyra.Ik heb geen geheugen voor stenen. Ik kan wel nog iets oproepen als ik naar de foto’s kijk waarop ik effectief een prille twintiger ben. Wat me altijd bij is gebleven, is het gevoel dat ik er had. En de troostende gedachte, dat alles al eens eerder is gebeurd, in een ander tijdperk. En dat die mensen toen ook dachten, dat ze ongeveer wisten hoe de wereld in elkaar zit.

En hoe de wereld dan wel vierkant mag draaien, hij draait wel altijd maar verder. .

Er is een Iraanse kunstenares, Morehshin Allahyari, die 3D-prints maakt van vernietigde artefacten. Het is niet morgen al dat hele hectaren geheugen uit een printer zullen verschijnen. Maar het Project Mosul is goed op weg, met een crowdsourcing project dat 3D-specialisten over de hele wereld samenbrengt om prints te maken van al het vernietigd erfgoed.

Net zoals ik, voor altijd bevroren in 2015.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Coördinator van Vzw Toestand

    Bie Vancraeynest is coördinator van Vzw Toestand, een organisatie die leegstaande of vergeten gebouwen reactiveert tot tijdelijke en autonome socioculturele centra.

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.