Sinds wanneer volstaat de aarde niet meer?

Mijnbouw in de ruimte? Verhuizen naar een andere planeet? Columnist Jan Mertens ziet een bedroevende vlucht uit onze eigen verantwoordelijkheid. ‘Zou het niet veel mooier zijn als we onszelf als mens een klein beetje nederiger opstellen, als het deel van de planeet dat we uiteindelijk ook gewoon zijn?’

  • © Brecht Goris ‘Waarom is het zo moeilijk om met onze prachtige planeet aarde te leven alsof er maar één was?’ © Brecht Goris

In het nieuws de voorbije dagen. Luxemburg wil een voortrekker worden in ruimtemijnbouw. Waarin een klein landje groot zou kunnen zijn, moet de Luxemburgse minister van economie Etienne Schneider hebben gedacht.

Ik moest het twee keer lezen, dacht even dat het een grap was. Quod non. In de ruimte vliegen grote brokken rond. Dat zijn dus zomaar ‘hulpbronnen’ die daar hangen, en niet gebruikt worden.

Waarom dus niet proberen een soort ruimtevrachtwagen te ontwikkelen die even naar zo’n asteroïde kan vliegen om daar kostbare mineralen te gaan delven? Dat zal wel niet met een pikhouweel gebeuren waarschijnlijk. En of die mensen die dat doen nog eens een extra helm bovenop hun ruimtevaarderhelm dragen weet ik ook niet.

Het punt is blijkbaar de eigendomsrechten. Er bestaat nu een VN-verdrag over de ruimte. En dat stelt dat niemand het eigendom kan claimen van zo’n brok in de ruimte. Als er bij wijze van spreken een immense klomp goud uit de lucht op de aarde zou vallen, zou die toe moeten komen aan de hele mensheid.

It takes two…

Het is op zich een fascinerende gedachte, dat mensen in de jaren zestig dat verdrag bedacht hebben. Mijn intellectuele vermogens zijn ook hier ongetwijfeld veel te beperkt om alles te vatten. Maar spontaan heb ik het gevoel dat er iets niet klopt. Een verdrag sluit je normaal met twee partijen. Maar voor zover ik weet, heeft de ruimte het verdrag niet ondertekend. Stel je voor dat bv. België en Nederland een verdrag zouden maken waarin staat dat zij recht hebben op alle rijkdommen van Duitsland, zonder dat Duitsland dat tekent. Ik denk dat we dat zelfs na de oorlog niet deden. Maar zoals gezegd: ik ben niet slim genoeg, ongetwijfeld.

Voor zover ik weet, heeft de ruimte het verdrag niet ondertekend.

Op zich was de inspiratie van dat verdrag, dat je in de ruimte geen eigendom kunt claimen, wel logisch. Maar dat is dus buiten een aantal bedrijven gerekend. Die willen wel eigendomsrecht hebben op brokken in de ruimte. Ze willen zeker zijn dat zij, en zij alleen, het eigendom zullen hebben. President Obama heeft al een wet in die zin getekend, en nu wil Luxemburg ook gelijkaardige nieuwe wetgeving maken.

Misschien is de ruimte een soort indiaan, die enkel mag ondergaan wat anderen denken te moeten beschouwen als hun ‘recht’. Is Luxemburg dan de cowboy of zo? Was het maar gewoon een grap… Nee dus. De Luxemburgse minister zegt in een aantal media dat deze ontwikkeling zal leiden tot ‘unprecedented access to mineral resources’ of ‘open access to a a wealth of previously unexplored mineral resources’. En de gebruikte woorden zeggen alles…

Om het bewust heel provocerend te zeggen, die redenering lijkt een beetje op de rationalisatie van een man die vond dat hij die vrouw wel mocht aanranden ‘want ze was zo sexy gekleed’. Iets mag niet gewoon voor zichzelf zijn, het moet ‘gebruikt’ worden. Een stuk natuur mag daar niet ‘zomaar’ liggen, zonder bestemming, het moet ergens toe dienen, het moet van nut zijn, voor de mens dus.

In dit geval is de redenering dat we toch wel een beetje zenuwachtig worden van de vaststelling dat daar in de ruimte dingen rondzweven die eigenlijk niet zomaar dingen zijn, maar reservoirs van kostbare grondstoffen die we erg graag zouden willen hebben. Dat zal overigens wel waar zijn. We wonen trouwens zelf op zo’n brok. Maar dat is het punt niet. Het feit dat we denken ‘recht’ te hebben op die dingen, dat we ze ons zomaar mogen toe-eigenen voor onze blijkbaar vanzelfsprekende grondstoffenhonger, dat is schokkend.

Cynische eigendom

Wij als mensen bepalen eenzijdig wat wij als een recht beschouwen, en bedenken dan plannen om volgens dat zogenaamd recht te handelen. Het is in wezen niet alleen grof, het is ook erg cynisch. We kijken naar ‘elders’, omdat we weten dat we hier keihard tegen de grenzen van de planeet aanbotsen. Maar onze verslindende levenswijze in vraag stellen, dat is ondenkbaar. Het is merkwaardig dat we wel ervan uitgaan dat we als mens superieur zijn maar tegelijk helemaal niet lijken te geloven (of zelfs maar willen overwegen) dat we onze hebzucht in overeenstemming kunnen brengen met de wereld zoals die is. Dat laatste zou misschien wel een veel mooier bewijs zijn van wat menselijkheid zou kunnen betekenen.

We kijken naar ‘elders’, maar vergeten onze verslindende levenswijze in vraag te stellen.

Onlangs verklaarde Stephen Hawking dat hij op termijn een grote catastrofe verwacht voor de planeet. En die catastrofe zal dan door de mens zelf veroorzaakt zijn, onder meer door mogelijk ongebreidelde ontwikkelingen in wetenschap en technologie. Die disciplines bieden uitzicht op fantastische dingen, maar hebben volgens Hawking ook een soort noodlottige hybris in zich. Hawking stelt voor dat we ons als mensheid voorbereiden om op andere planeten te gaan wonen.

Om een of andere reden vinden veel mensen dat idee helemaal niet schokkend, zelfs spannend. Ik kan niet anders dan het in- en intriest vinden, en dus ook bijzonder cynisch. Waarom is het zo moeilijk om met onze prachtige planeet aarde te leven alsof er maar één was? We hebben nu al een levensstijl die doet alsof we een aantal planeten hebben. En als we hier alles naar de kloten hebben geholpen, gaan we dus gewoon ergens anders naartoe?

Zou het niet veel mooier zijn als we onszelf als mens een klein beetje nederiger opstellen, als het deel van de planeet dat we uiteindelijk ook gewoon zijn? Het stof van de sterren zit ook in ons. Zou het niet zoveel grootser zijn als we ook klein kunnen zijn, en onze manier van leven in overeenstemming brengen met de planetaire grenzen? Als de visbestanden in de zee uitgeput raken, is de oplossing niet grotere boten bouwen, maar wel minder vis eten, tot de bestanden zichzelf weer hersteld hebben. Als we dan daarna niet meer vis uit de zee halen dan die opnieuw kan aanleveren, kunnen we nog een eeuwigheid doorgaan met vis eten (als we dat al zouden willen) én kunnen we die vis ook nog eens rechtvaardig verdelen over alle mensen van deze wonderlijke planeet.

Als je een huis huurt, moet je ermee omgaan ‘als een goede huisvader’. Je moet het in ongeschonden toestand doorgeven aan wie na je komt. Wij verblijven op deze planeet en doen in feite niet meer dan een plekje huren. We doen alsof we iets kunnen bezitten, maar eigenlijk kan dat natuurlijk niet. Dat beeld van een goede huisvader of huismoeder is in wezen heel erg mooi en hoopvol en troostend. Er spreekt veel vertrouwen uit in de capaciteit van mensen om volwaardig mens te zijn. Het beeld daarentegen van de mens als een cynische en hebzuchtige kolonist die niet kan verdragen dat potentiële rijkdom daar ergens ‘zomaar’ is, is een droevige aanfluiting van het goede dat we in ons hebben. Een heel klein beetje nederigheid zou wel eens heel heilzaam kunnen zijn…

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

  • Beleidsmedewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

    Jan Mertens woont in Leuven, werkt voor de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, en is onder meer ook actief in de denktank Oikos.

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.