Terug naar het dorp

We hebben de gemeenschap geïnstitutionaliseerd, zegt Bieke Purnelle in haar column. Maar die gemeenschap vertoont grote scheuren. We zijn ver afgedreven van een samenleving waarin de gemeenschap de druk van individuele ouders weg neemt en iedereen gezamenlijk zorgt voor de opvoeding van kinderen. Een pleidooi voor de herinvoering van de “Village”.

  • © Brecht Goris © Brecht Goris

De dag voor moederdag. De koelkast en de proviandkast zijn leeg en ik overwin mijn weerzin tegen winkelen. Ik struin met een lege kar door eindeloze rijen volle rekken, boodschappenlijstje vastberaden in mijn linkerhand gekneld, treuzelende en twijfelende karrenduwers behendig ontwijkend.

Mijn onwillige oog valt onvermijdelijk op de “moederdagactiestand”. Strijkijzers en epileerapparaten liggen keurig gestapeld tussen geschenkdozen met badzout en bodylotion.
Ik ben een moeder. Ik wil geen strijkijzer. Ik verlang al evenmin naar een pot bedwelmend badzout. Ik wil een “village”.

Voor u denkt dat ik mijn geliefde Gent beu ben en een stadsvlucht overweeg: ik bedoel allerminst dat ik wens te verhuizen naar pakweg Stekene of Oosterzele.

Gisteren las ik een blogpost met als ronkende titel In the absence of the village, mothers struggle most, een bevlogen aanklacht van een moeder die de eenzaamheid van het opvoeden en het gebrek aan collectieve ondersteuning als voornaamste oorzaak ziet van heel wat collectief onbehagen.

U bent vast bekend met de klassiek geworden uitdrukking “It takes a village to raise a child”. Het gezegde zou Afrikaans van oorsprong zijn, maar wordt hier en nu vooral gebezigd om uit te drukken dat opvoeden een groepsgebeuren moet zijn, waarin iedereen zich verantwoordelijk voelt voor elkaar en voor elkaars kinderen. Het roept beelden op van “primitieve” rurale gemeenschappen, waar vrouwen samen de was doen in de rivier terwijl de kinderen rondscharrelen alsof ze van iedereen zijn.

Dat gedeelde opvoeden, die vanzelfsprekende zorg voor opgroeiend grut en kwetsbare ouderen, voor elkaar, familie of niet, daar zou ik wel voor tekenen.

Natuurlijk willen we onze kleren niet wassen in een zanderige rivier of dagelijks vijf kilometer wandelen om water te halen. Maar dat gedeelde opvoeden, die vanzelfsprekende zorg voor opgroeiend grut en kwetsbare ouderen, voor elkaar, familie of niet, daar zou ik wel voor tekenen.

Als dat soort gemeenschap al ooit heeft bestaan in onze contreien, dan zijn we er verder van weggedreven dan ooit. Sociale verbanden, in de vorm van kleine, solidaire leefgemeenschappen, zijn uitgestorven.

De verzuilde samenleving, waarin iedereen willens nillens deel uitmaakte van een levensbeschouwelijk of sociaal geheel, werd in de tweede helft van de twintigste eeuw afgeworpen als een juk dat individuele vrijheid en persoonlijke emancipatie belemmerde.
Wat we in ruil kregen, voldoet helaas niet. De pedagogische kwaliteit en de zorgreflex van de civiele samenleving laat te wensen over.

We hebben de gemeenschap geïnstitutionaliseerd.

Die gemeenschap vertoont flinke barsten, groter dan een kwak superlijm verhelpen kan. Als er iets is wat deze tijden pijnlijk en glashelder aantonen, dan wel dat we elkaar te veel hebben losgelaten. ‘Vrijheid, blijheid’. Alles lijkt maakbaar. Wie het niet maakt, heeft dat aan zichzelf te danken.

Opvoeden en zorgen is de individuele taak en verantwoordelijkheid geworden van ouders en professionele zorgverleners, die moeten compenseren wat de gemeenschap niet langer voorziet. Ouders en andere opvoeders moeten zoveel rollen spelen dat ze het overzicht en de moed verliezen. Wie een partner heeft, verwacht dat die op zijn of haar eentje kan bieden waar eigenlijk een hele gemeenschap voor nodig is. We rennen manisch heen en weer tussen werk, kinderen, familie en vrienden en schieten overal tekort.
De kloof tussen wat we willen en wat we kunnen, doet ons geloven dat we falen.

“Afwezige ouders”, in het bijzonder “afwezige moeders”, worden wel eens vermeld in krantenartikels over belangwekkende criminele feiten. Je zal je kind maar zien afglijden in de duistere afgrond van het geweld, zonder enig verweer, en daar vervolgens alle blaam voor torsen. Hoe kunnen we denken dat het mogelijk is om opgroeiende kinderen in je eentje klaar te stomen voor een leven als evenwichtig, zelfredzaam en verantwoordelijk individu, terwijl je pakweg 10 tot 12 uur per dag van huis bent om den brode en daarnaast nog een huishouden te bestieren hebt?

Elke last weegt lichter, wanneer er extra schouders beschikbaar zijn.

Een keer per jaar creëer ik mijn eigen “village” en breng ik een week door in de Ardense bossen met 4 andere moeders en onze 13 kinderen tussen 2 en 16. Die ene week maakt duidelijk waaraan het ons ontbreekt tijdens de rest van het jaar, wanneer we alleen ploeteren, rennen, kafferen, wassen, plassen, koken, troosten en verzoenen. De vanzelfsprekendheid waarmee we voor elkaar en alle nageslacht zorgen, doet altijd verlangen naar meer.

Elke last weegt lichter, wanneer er extra schouders beschikbaar zijn. De ongecompliceerde zorgzaamheid inspireert onze kinderen, die het evident vinden dat hun moeder de baby van een ander in slaap wiegt, splinters uit de voet van andermans tiener pulkt of ‘s avonds voor 18 mensen kookt. Wie zich wil terugtrekken doet dat in de geruststellende zekerheid dat haar kroost zich veilig onder zorgzame vleugels bevindt. Kindergeschillen worden beslecht door wie daar animo voor heeft. Veelal beslechten ze zichzelf.

Die ene week sterkt mij in het geloof dat veel ellende ons bespaard zou blijven in een “village”, waar zorg en steun geen dienstverlening zijn, maar evident, en gratis bovendien.
Daarvoor hoeven we niet terug naar de verstikkende dorpscontext van de jaren vijftig, waar ieders identiteit bepaald werd bij geboorte, waar sociale controle meer weg had van bemoeienis. Wel hebben we nood aan een multigenerationele omgeving die opvoeden, zorgen en delen centraal zet; aan meer gemeenschap, niet per se van goederen, maar van bekommernis.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.