Veel mensen kennen Chimamanda Ngozi Adichie als de jonge Nigeriaanse die een indrukwekkende TED-talk hield, waarin ze een ingewikkelde discussie over identiteit en representatie samenvatte in een sterk en persoonlijk pleidooi voor het erkennen van veelzijdigheid en flexibiliteit in de omgang met identiteit.
Het thema zit duidelijk diep in de ziel van Adichie, want het vormt ook de vruchtbare ondergrond van de roman Amerikanah, waarin de hoofdpersonages Ifemelu en Obinze – de hedendaagse, Nigeriaanse avatars van de eeuwige geliefden wiens liefde gedwarsboomd wordt door de noodlottige realiteit – op verschillende continenten worstelen met wie ze zijn en willen worden.
Of misschien is het correcter om te stellen dat ze worstelen met de onhandige manier waarop Amerikanen en Europeanen omgaan met de instroom van mensen uit de gebieden die ze eerst koloniseerden en daarna post-koloniaal bleven uitbuiten. Adichie slaagt erin om op die glibberige grond van de identitaire geopolitiek staande te blijven en haar verhaal zonder uitschuivers gefocust te houden op de menselijke relaties, gevoelens, ervaringen en verwachtingen. Want uiteraard zijn de vragen wie we zijn en willen worden nooit belangrijker dan wanneer ze gesteld worden in een relatie: wie ben ik voor jou?
Toch blijft de auteur – onder andere via fragmenten van het succesvolle blog van Ifemelu – ook de maatschappelijke vraagstelling aanhouden. ‘Ik had het gevoel dat ik ophield zwart te zijn toen ik in Lagos uit het vliegtuig stapte’, zegt Ifemelu op het einde. Daar is een mooie TED-talk rond te bouwen.
Amerikanah door Chimamanda Ngozi Adichie is uitgegeven door De Bezige Bij. 508 blzn. ISBN 978 90