De jonge Canadees Michael Ross belandt als backpacker in een kibboets in Israël, wordt verliefd op een lokale schoonheid, bekeert zich tot het jodendom en vestigt zich in het Heilige Land. Na zijn legerdienst krijgt Ross op een dag telefoon van de Mossad, en voor hij het goed en wel beseft gaat hij aan de slag bij een van de meest performante en roemruchte geheime diensten ter wereld.
In De antiterrorist kijkt Ross terug op zijn spionnenloopbaan –van 1988 tot 2001. Als undercoveragent werkt hij eerst voor de speciale Caesarea-eenheid in Europa, Afrika en Zuidoost-Azië. Interessant aan zijn relaas over die periode zijn de trivialiteiten die het alledaagse leven van een spion kruiden. Ross heeft net zoveel last van nukkige bazen, vervelende collega’s, saaie vergaderingen en hopen papierwerk als u en ik. Na acht jaar in het veld volgt het rustigere werk: op de Tevel-divisie van het Mossad-hoodfkwartier verzorgt Ross contacten met collega’s van de Amerikaanse CIA en FBI.
De antiterrorist gunt de lezer een boeiende kijk van binnenuit op een van de meest tot de verbeelding sprekende inlichtingendiensten. ‘Het ongelooflijke waargebeurde verhaal van een Israëlische spion’, luidt de ondertitel van de Engelstalige versie van het boek. Klopt dat of zijn Ross’ avonturen louter fictie? De Israëlische krant Haaretz contacteerde daarover het Bureau van de Israëlische Eerste Minister en kreeg het standaardantwoord dat ‘de Mossad in de regel geen informatie meedeelt over zijn werknemers of activiteiten’.
Andere ex-spionnen herinnerden zich echter wel een oud-collega van Canadese origine die ‘weinig zelfvertrouwen had en er niet bovenuit sprong’, aldus de krant. Feit is dat De antiterrorist niet alleen verhelderend is, maar ook leest als een spannende thriller. En dat kan niet van alle Mossad-boeken gezegd worden.
De Antiterrorist door Michael Ross en Jonathan Kay is uitgegeven door Mynx. 304 blzn. ISBN 978-90-225-4895-2