Dàt was het nieuws

Extra

Dàt was het nieuws

Er is de voorbije maanden heel wat gedebatteerd over nieuws en duiding. Aanleiding was de vernieuwing van Radio1, het informatie-paradepaardje van de openbare omroep.

Vanuit de Reyerslaan werd iedereen die kritiek had op de nieuwe aanpak hardhandig de deur gewezen: radioluisteraars zijn gewoontedieren, niemand luistert langer dan vijftig seconden naar hetzelfde item, en vooral: de burgers moesten niet zo luid roepen, Censydiam zou de vox populi ten gepaste tijde wel inbrengen. De meeste aandacht in het debat ging naar randkwesties zoals irritante jingles, ongewenste playlists en giechelende presentatrices.
Relatief weinig aandacht was er voor de grondvraag: vervult de VRT met deze gerestylede Radio1 haar meest fundamentele opdracht -het informeren van de Vlaamse publieke opinie- nog? Wij denken van niet, maar dat doet hier niet terzake. Enkele jaren geleden schreef radiojournalist Marc Peirs mee aan de Tango der kneuterigheid, een scherpe aanklacht die alleen maar aan actualiteit gewonnen lijkt te hebben: ‘Terwijl iedereen -van politicus tot journalist, van zakenman tot vluchtelingenwerker- de mond vol heeft over globalisering en de effecten van die globalisering steeds meer op de eigen huid voelt, schuifelen media en politiek als angstige muizen wég van buitenlandse berichtgeving en analyse.
De politiek heeft oogkleppen op die de blik niet verder laten reiken dan de eigen gouw en de media plamuren ether en papier dicht met overdosissen binnenlands “nieuws”. Visie legt de duimen voor zucht naar populariteit en kijkcijfers; het grote verhaal verkruimelt tot kneuterigheid: de dictatuur van politieke en mediatieke “formats” die als enige doelstelling hebben “de mensen” te behagen.’
De reden waarom het cruciale informatie-aspect zo marginaal bleef in de Radio1-storm, is natuurlijk dat het niet eenvoudig is om te bepalen wat kwaliteit is in nieuws en duiding. Marc Hooghe, Knut De Swert en Stefaan Walgrave doen een wetenschappelijke poging om kwaliteit niet enkel te definiëren maar ook te meten in het nieuwe Jaarboek van het Elektronisch NieuwsArchief. In de inleiding schrijft Hooghe onder andere: ‘We moeten er dus op kunnen rekenen dat de media ons op een waarheidsgetrouwe, objectieve en voor zover mogelijk volledige manier informatie verschaffen over wat er op de wereld gebeurt.’
Of verder: ‘…dan blijft de basisfunctie van de media echter onveranderlijk, namelijk het informeren van kritische burgers binnen een democratisch politiek systeem.’ Stefan Walgrave en Volkan Uce stellen vast dat de Vlaamse media -VTM iets meer dan VRT- véél meer criminaliteit brengen dan vergelijkbare buitenlandse tv-zenders. Toch is de algemene conclusie van de auteurs dat de kwaliteit van onze tv-journaals betrekkelijk goed is. Al stippen Stijn Joye en Daniël Biltereyst aan dat de jongste trend -de domesticatie van het internationale nieuws- een bedreigende factor is.
Als de nieuwswaarde altijd afgemeten wordt aan de vraag welk belang het heeft voor de Vlaamse kijker en als die gemiddelde Vlaming bovendien gezien wordt als een twaalfjarige die geen complexe analyses aankan, dan komt het nieuws terecht op het niveau van het kinderjournaal. En als een twaalfjarige reporter dan eens per toeval een scoop scoort met een stuntelende Leterme, kunnen de VRT-bazen weer juichen: ‘Zie je wel dat we nog nieuws maken!’
De kwaliteit van het nieuws. Kwaliteitsindicatoren voor televisienieuws door Marc Hooghe, Knut De Swert en Stefaan Walgrave (red.) is uitgegeven door Acco. 232 blzn. ISBN 978 9033 462 66 5